Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen van droom en daad (1918)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen van droom en daad
Afbeelding van Liederen van droom en daadToon afbeelding van titelpagina van Liederen van droom en daad

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes
non-fictie/geschiedenis/Eerste Wereldoorlog


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen van droom en daad

(1918)–August van Cauwelaert–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 51]
[p. 51]

De dolle rit

 
De wind ruischt over zee; de dag begon te klaren.
 
Er is een blij geroep in schemerholle hal;
 
De stuurman staat en wacht: daar komt op 't plein gevaren
 
Het vliegtuig dat door licht en lucht hem dragen zal.
 
 
 
Het gladde koper vonkt, de sterke vlerken trillen,
 
De drift'ge motor stampt lijk een gevleugeld ros,
 
Onduldig naar den meester die het vuur gaat stillen
 
Der bronst'ge borst. De zon is daar; de vangen los.
 
 
 
De rit begint en, boven boomen heen en daken.
 
Ten steilen hemel stijgt de hengst en willig wendt
 
En draaft hij naar hem streelen komt of hitsend raken
 
De spoor of hand des ruiters die zijn rug berent.
 
 
 
De baan is breed en vrij. Zijn donkre blik is dronken
 
Van morgenwind en zon. Hij steigert en hij boomt,
 
Alnaar hij wijder ruimte snuift, met forscher schonken,
 
Of 't brieschend bekken noch gebit noch teugel toomt.
 
 
 
Hij rukt omhoog en klimt de rotsig-witte randen
 
Der wolkenheuvlen op. De ruiter remt en ziet
 
Beneen in lichten doom de weiden en de landen
 
En ziet de glinsterende zee in 't grijs verschiet.
[pagina 52]
[p. 52]
 
De wereld lijkt zoo klein; zoo duizlig diep de blauwe
 
En grondelooze lucht. Dan: weer ter hemelvaart
 
De teugels vrij en 't ros, dat hunkerde aan de touwen,
 
Hervat zijn vaart en rent ten oost in, zonnewaart.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken