Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons leesboek (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons leesboek
Afbeelding van Ons leesboekToon afbeelding van titelpagina van Ons leesboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.15 MB)

ebook (5.09 MB)

XML (0.63 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
jeugdliteratuur

Subgenre

bloemlezing
verhalen
gedichten / dichtbundel
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons leesboek

(1905)–Jan F.E. Celliers–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De Stoom-machine.

Waarom loopt een trein toch? Ja, wij zien dat op de locomotief een vuur gestookt wordt onder een ketel water.

Maar zal dan een gewone koffieketel ook niet padlangs beginnen te lopen, als wij hem op wieletjes plaatsen en er een vuurtje onder maken? Als kinderen vraagden wij onszelven dit wel eens af, en probeerden het misschien zelfs. De locomotief vervulde ons toen nog met vrees en ontzag, als een zwart geheimzinnig dier met reuzenkrachten in zijn groot ijzeren lichaam. Later, en bij aandachtiger beschouwing, werden wij gewaar, dat hij eigenlijk niets anders doet dan door middel van krukken en stangen de wielen onder zich met kracht in 't rond te draaien, die dus wel aan 't lopen moeten gaan. Zo zal een klein wagentje bij voorbeeld met mij ook vooruit beginnen te gaan, als ik er op ga zitten of liggen en de wielen draai met mijn handen.

[pagina 26]
[p. 26]

Zo gaat een rijwiel met mij vooruit, wanneer ik met mijn voet de kruk van het wiel omdraai.

Maar de locomotief is niet de enige soort stoommachine. Wij zien ook stoommachines die stil blijven staan en allerlei werk verrichten: water pompen, hout zagen, koorn malen, dorschen, en wat niet al. Al deze machines zijn er op ingericht om een wiel in beweging te brengen, waarom een leren band gelegd wordt die de beweging dan overbrengt naar de molen, de dorsch-machine, de pomp, enz. Als wij dus weten hoe een stoom-machine een wiel aan het draaien maakt, dan is het voornaamste ons bekend.

Als beweegkracht voor de stoommachines gebruikt men de damp of stoom van kokend water. Dit bezit grote spankracht en oefent sterke drukking uit op de binnenwanden van enige ruimte waarin het opgesloten wordt. Om het water gauw aan het koken te maken is de stoomketel op bijzondere manier ingericht. Wij weten allen hoe, bij de brandewijn-stokerij, een koelvat er uitziet, met de metalen ‘slang’ of pijp er in. Als er nu een vuur zó aangelegd kan worden dat de vlam in de slang slaat, dan is het duidelijk, dat het water in het vat gauw aan het koken zal gaan. Wel, de stoom-ketel is niets anders dan zo een groot ijzeren vat waarin een groot aantal pijpen gelegd zijn, en dat overigens voor een groot deel met water gevuld wordt. Aan het achterend van de ketel, vóór de openingen van de pijpen, wordt het vuur aangelegd; aan de voorkant staat de schoorsteen, en onder in de schoorsteenholte monden de vóór-einden van al de pijpen uit. Het is nu duidelijk, dat de trek van de schoorsteen het vuur door de pijpen zuigt. De stoom vergadert zich in een bus, daarvoor bestemd, en gaat dan door een buis of pijp naar de ‘cilinder’, die op 't volgende prentje in doorsnede voorgesteld is. Door de genoemde buis P komt de stoom eerst in een ijzeren bus A die naast de eigenlijke cilinder aangebracht is. Door twee openingen kan de stoom uit deze bus in de cilinder komen, door de gangen B en C. Een schuit S werkt in de bus A heen en

[pagina 27]
[p. 27]

weer; een metalen hoedje H is aan de schuif bevestigd. Staat de schuif nu zo als hier getekend is, dan kan de stoom alleen door de gang C in de cilinder dringen. Wordt de schuif naar rechts bewogen, dan zal het hoedje de gang C sluiten, maar dan komt de gang B open en dadelijk zal de stoom daar dan weer doorgaan naar de cilinder.



illustratie

Er is ook nog een kleine ruimte E, die een opening heeft onder 't hoedje. Als de schuif in de linksche stand is (zoals de figuur aanwijst), dan staat deze ruimte E in verbinding met de gang B, en bij de rechtsche stand van de schuif zal E in verbinding staan met de gang C. In de cilinder past een zuiger Z die daarin heen en weer kan schuiven. Aan de zuiger is een stang D bevestigd die door middel van een kruk op de as van het wiel werkt. De kleine ruimte E staat in verbinding met de buiten-lucht door een nauwe buis, die op het prentje niet getekend is.

Veronderstel nu, dat het water in de ketel kookt en dat de stoom binnendringt door de buis P; geen andere weg is open dan de gang C, de stoom gaat daar door, komt in de cilinder en drukt de zuiger naar links, zoals getekend is. Is er aan de linkerkant van de zuiger misschien lucht of stoom aanwezig, dan wordt dit door de zuiger weggedrukt in de gang B, door de ruimte E, en zo naar de buiten-lucht. Maar schuift nu iemand de schuif naar rechts, dan komt B voor de stoom open en C komt met E in verbinding. De stoom, door

[pagina 28]
[p. 28]

B inkomende, drukt de zuiger weer naar rechts en de gebruikte stoom achter de zuiger vindt door C en E een uitweg naar buiten.

Zo gaat de werking snel en geregeld voort, en de heen en weer gaande zuiger houdt het wiel aan 't draaien. In het begin werd de schuif S met de hand heen en weer bewogen, en moest er altijd een man bij staan, doch later heeft men uitgevonden, dit door de machine zelf te laten doen, als zij eenmaal aan de gang is: de schuif is namelijk zó met de as van het wiel verbonden, dat zij op de juiste ogenblikken naar rechts of links getrokken wordt. Men heeft dus niets meer te doen dan het vuur onder de stoomketel aan te leggen.

In werkelijkheid is de machine niet precies zo ingericht als hier getekend, maar toch wel in hoofdzaak, en het beginsel van de werking is juist voorgesteld.

 

Gewoonlijk stookt men steenkool onder de stoomketel. Steenkool is niets anders dan samengedrukte en versteende planten, die duizenden jaren geleden op onze aarde gegroeid hebben. Hadden wij toen kunnen zien hoe uitgestrekte, dichte bosschen te gronde gingen, verrotten, wegzakten in modder en water, wij zouden wellicht gedacht hebben: al dat hout en al die plant-delen zijn totaal verloren en de zonnewarmte van eeuwen, die ze groot gemaakt heeft, is verspild en vernietigd. Maar geen enkel blaadje, geen stengeltje kan verloren gaan uit de vergaderbak van de natuur. Omzetting, verandering is mogelijk, maar niets wordt vernietigd. Dat opgeborgen zonlicht en die zonnewarmte van duizenden jaren geleden zetten wij nu om in arbeid, spannen wij in, om in de behoeften van ons bestaan te voorzien.

Geen zonnestraaltje valt ergens te vergeefs; de straaltjes die ons niet verwarmen of voeden of kleden worden opgeborgen voor de toekomst. En die ons wel ten goede komen, hetzij direkt van de zon, hetzij uit vroegere eeuwen, zijn zij verloren, wanneer zij bij ons uitgediend hebben? Wel neen, zij hebben nooit uitgediend, en zij dienen niet uitsluitend ons.

[pagina 29]
[p. 29]

Tusschen vormen, krachten, toestanden is de overstapping eindeloos, van eeuwen tot eeuwen, en geen greintje waarde of inhoud dat bij die overstappingen wegvalt en verloren gaat.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken