Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hoe bereidt men een ketter (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hoe bereidt men een ketter
Afbeelding van Hoe bereidt men een ketterToon afbeelding van titelpagina van Hoe bereidt men een ketter

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.02 MB)

Scans (11.02 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.41 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hoe bereidt men een ketter

(1976)–J.B. Charles–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 147]
[p. 147]

97. Wie komt daar de trap af en mij tegemoet?

Een man die ik niet direkt herken omdat hij, de trap afkomende, wat korter lijkt dan de reus die hij is, en omdat hij een korte, ronde volle baard heeft laten groeien, die zijn gezicht iets geeft van een dedemsvaartse schipper. Als hij voor me staat tenslotte is hij nog iets reusachtiger dan vroeger. Het is Shlomo. Hij heeft mij eerder herkend dan ik hem. Hij heeft een nieuw boek geschreven. Dat is het beste boek over kriminologie dat ooit geschreven is, zegt hij.

‘Je bedoelt, het beste boek dat jij ooit geschreven hebt,’ zeg ik tegelijk zo hartelijk en zo schamper mogelijk.

‘Nee,’ zegt hij, ‘dit is het beste boek dat überhaupt geschreven is.’

‘Het beste boek dat je met je nieuwe, op je verjaardag gekregen vulpen geschreven hebt,’ zei ik om het nog sterker te maken.

Hij moet er alleen maar weer om lachen. Het boek heet... ik ben het vergeten. Mijn ogen vallen op één van de eerste bladzijden. Het motto is Oh, my son, my son, de smartkreet van Koning David over zijn zoon Absolom. Hij heet nu niet alleen meer Shlomo Shoham, maar heeft de naam Giora tussen de twee namen geplaatst en terwijl hij ziet dat ik dat opmerk legt hij er zijn grote vinger op en zegt: ‘dat is de naam van mijn gevallen zoon.’

‘Juist,’ zeg ik.

‘Hij was mij van de beide jongens het liefst,’ zegt Shlomo smartelijk.

‘Ik vind het toch wel schandalig dat je, twee zonen hebbend, één daarvan het liefste noemt.’

Shlomo lacht somber. Hij is somber. Na twee dagen merk ik dat hij het niet meer zo zitten ziet met de wereld. Hij gelooft eigenlijk niet dat Israël het houdt. Ik heb geen enkele zin om nog eens weer met hem over de palestijnse kwestie te gaan praten en laat het erbij.

Wat later heeft hij een goeie opmerking gemaakt in de ver-

[pagina 148]
[p. 148]

gadering. In de pauze denk ik dat ik iets vriendelijks moet doen en ik zeg: ‘Shlomo, dat was een intelligente opmerking van jou.’

‘Die van jou was ook zeer clever,’ antwoordt hij mij hartelijk. ‘Willem, we are brilliant, let's face it!’ En hij barst in een vrolijk lachen uit.

Het verhaal dat hij 's middags houdt, snijdt minder hout. Daar komt het volgende in voor: ‘Ik herinner mij nog de tijd dat ik student was, dat mijn professor Martin Buber zei: Het meest praktiese dat er is jongens, dat is een goeie teorie! En daar houd ik het altijd toch maar bij.’

Nou durf ik wel te wedden dat die uitdrukking niet van Martin Buber is, nummer één, en durf ik ook nog wel te wedden dat Shlomo nooit bij Martin Buber gestudeerd heeft. Hij heeft misschien ooit een lezing van hem gehoord. En afgezien daarvan word ik tegenwoordig wantrouwig als mensen zo nodig Buber moeten citeren.

De volgende middag kom ik tien minuten te laat op de middagvergadering, Shlomo vraagt mij, waar heb je gezeten? Ik antwoord, ik heb een middagdutje gedaan. In mijn hotel. Was zij de moeite waard? zegt Shlomo. Hij is er zeker van dat je iemand in zijn maskuliniteit vleit met zulke veronderstellingen. Hij zal nooit laten ze te maken ook al probeer je hem er geen kans toe te geven.

Wat is er met Shlomo aan de hand? Shlomo is een intelligente maar niet overintelligente, een buitengewoon ijverige en toch eigenlijk ongekultiveerde beer, die op deze internationale meetings zich zelf en zijn volk hoog houdt. Dat denkt hij zonder twijfel. Hoger dan hij jou en mij houdt. Hij is niet onvriendelijk, hij is zelfs wel aardig. Maar het aangrijpendste is, dat hij helemaal niet in zijn volk gelooft, evenmin als ik in het mijne. Voor mij echter is het niet nodig. Ik wil morgen ook wel belg worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken