Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hoe bereidt men een ketter (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hoe bereidt men een ketter
Afbeelding van Hoe bereidt men een ketterToon afbeelding van titelpagina van Hoe bereidt men een ketter

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.02 MB)

Scans (11.02 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.41 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hoe bereidt men een ketter

(1976)–J.B. Charles–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 175]
[p. 175]

111. Is God iemand om lief te hebben?

Als men er van uit kan gaan dat tenminste een god bestaat als Schepper, en daar heb ik geen moeite mee, is het nog de vraag of wij die god lief moeten hebben. Of kunnen liefhebben. Het is merkwaardig dat zo weinig christenen dit redelijke vragen blijken te vinden. ‘God heb ik lief,’ zingen ze uit volle borst. Laten wij eens proberen te onderzoeken waar die liefde op berust.

Je kunt allereerst liefhebben op een basis van wederkerigheid. Die beweegredenen acht jij niet groots, maar zulke responderende wezens zijn wij nu eenmaal en goddank! voeg ik er zelfs aan toe. Vervolgens kun je iemand liefhebben omdat hij kwetsbaar is en je hulp nodig heeft.

Voor de christenen moet de tweede manier als goddeloos verworpen worden, zodra het God betreft, want God is natuurlijk niet kwetsbaar, al doen wij alsof. Mijn vriend Ben Alper solliciteerde naar het hoogleraarschap aan een rk College-University in Amerika. De rektor, een jezuïet, vroeg hem:

‘U bent een rus, u bent een jood en u lijkt mij een kommunist. Gelooft u in God?’

‘Jazeker,’ zei Ben, ‘nou en of, ik ben een fan van God. Maar hij lijkt mij wat insecure.’

‘Hoezo?’ vroeg de rektor.

‘Hij wil de hele dag van ons horen dat we hem “vrezen” en dat we hem toch liefhebben,’ zei Ben. De rektor begon te lachen, maar Ben werd benoemd.

Om op ons tema terug te komen, de eerste modaliteit van het liefhebben blijft over. Christenen hebben hun god lief, en zo zeggen zij het ook, omdat hij hen eerst liefgehad heeft. Hij zou hen zó liefgehad hebben dat hij voor hen gestorven is. Hij heeft zich als een slaaf voor hen laten doodmaken. De bloedteologie. Een gelovige die erg aan het leven gehecht is, zou nu kunnen zeggen:

‘Ha, hij is voor mij gestorven, dan ga ik dus lekker niet dood.’

[pagina 176]
[p. 176]

‘Wacht even, jij gaat wèl dood, jij gaat óók dood, maar anders dan de meeste anderen.’

‘De meerderheid van de bevolking van de aarde kent het christelijke geloof niet, laat staan dat zij het zou aanhangen als zij het christendom en het verschijnsel christen wèl kende, maar jij, christen, gaat eerst even dood, om dan verder eeuwig en gelukzalig te leven. Altans als je dat gelooft.’

‘En als ik het niet geloof?’

‘Dan niet.’

‘Als ik het nu niet kàn geloven, dan zal ik na de dood dus niet verder leven?’

‘Hoho, dat heb ik niet gezegd. Je zult wèl verder leven, maar op zo'n pijnlijke, rampzalige manier dat je zult roepen: bergen, bedelf mij! vlammen, verteer mij! Maar dat zal dan voor dovemansoren gesmeekt zijn.’

‘Er klinkt een voldoening in je stem die mij niet bevalt, maar terzake: ik heb god dus lief omdat hij mij na mijn dood redt van een eeuwig leven in de hel. Hij zal...’

‘Wacht even, hij redt...’

‘...laat mij uitspreken alstjeblieft! Hij zal dat doen als ik geloof dat hij het doen zal. Weet je waarom jij begon te geloven? Omdat je al geloofde. Vergeet niet wat Pascal gezegd heeft: Jij zou mij niet zoeken als je mij niet al gevonden had.’

‘...wacht even, hij redt je niet na je dood, hij heeft het nu al gedaan. Dat moet je alleen nog maar even geloven om het voor straks effektief te maken, wat zeg ik, “voor straks”? Als je gelooft, krijg je nu al een voorschot van geluk, je bent buiten jezelf van Grote Vreugde, je neemt de klewang vast in de hand en onder het roepen van “Manissee! Eén hoeraatje voor de Here Jezus!” klief je de koppen van opstandige inlanders en roden! Welk een vreugde! Is God soms niet iemand om lief te hebben?!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken