Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hoe bereidt men een ketter (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hoe bereidt men een ketter
Afbeelding van Hoe bereidt men een ketterToon afbeelding van titelpagina van Hoe bereidt men een ketter

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.02 MB)

Scans (11.02 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.41 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hoe bereidt men een ketter

(1976)–J.B. Charles–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

130. Het nederlandse konsentratiekamp. Een primeur!

Wij hebben in 1927, dus nog voordat Hitler aan de macht was, een konsentratiekamp gesticht in Boven-Digul, Nieuw-Guinea, en daarmee is de Verbondsgod van Colijn de Almachtige van Göring toch nog vijf jaar te vroeg af geweest. Begrijp je nu dat de mensen nog durven murmureren en van hun geloof afvallen? God is goed en God is trouw, altijd geweest. In 1660 hebben onze vrome voorouders een overeenkomst mogen bereiken die hun toestond slaven uit Nieuw-Guinea te halen. In 1927 mochten wij dat aan onze zorg toevertrouwde verre land gebruiken om er slaven heen te sturen.

Nederlanders die zeggen, kom, kom, is dat niet wat overdreven, moeten het boek van I.F.M. Salim, Vijftien jaar Boven-Digul, Concentratiekamp op Nieuw-Guinea, uitgegeven bij Contact in 1973, maar lezen. Deze broer van de befaamde Hadji Agus Salim, nu 71 jaar, op het ogenblik verbonden aan de Indonesiese Ambassade in Den Haag, heeft er van 1928 tot 1973 gezeten en schrijft er beheerster over dan wij dat over het algemeen doen ten aanzien van wat wij van de duitsers mochten ervaren. Er is nóg een verschil. Wij gaan straks onder leiding van de duitse generaals de ddr heroveren, Polen en de Oekraïne voor de Grote Hufter in Brussel bezetten, maar de indonesiërs zijn niet zo aardig om onder een japanse generaal onze oude kolonie Brazilië voor ons te willen heroveren. Dat is vreselijk onrechtvaardig.

Je kunt van Boven-Digul spreken, maar ook van het bagno

[pagina 191]
[p. 191]

en de bagnards. Voor de indonesiërs die de onafhankelijkheid van hun land zochten en voor kommunisten was het bagno bestemd. Voor de onverzoenlijken onder hen was zelfs een tweede-graadskamp dieper in het moeras ingericht.

Hoe was het leven in het bagno? De indonesiërs werden niet doodgeslagen, dat is één.

Salim: ‘...in het Digulkamp zijn mishandelingen met de karwats en het loslaten van de groote mier op weerloze mensen overbodig, want ik herhaal: het oponthoud in Boven-Digul is één doorlopende en onophoudelijke mishandeling, waarvan men zich geen voorstelling kan maken, als men er niet geweest is. Waarom ook zou men mensen stompen en slaan, die aangetast zijn door t.b.c. en malaria, die vijftien jaren ontzettend lijden onder gedwongen nietsdoenerij!’

Iederéén kreeg malaria. Salim heeft toevallig vijftien jaar dienst gedaan bij de malaria-bestrijding. Je zou nu zeggen, na 1945 geven wij deze man alles wat iedereen die in een konsentratiekamp gezeten heeft, krijgt. Nee, hij niet. Hij krijgt nog geen stuiver pensioen.

Ze kregen weinig en weinig gevarieerd eten en geen kleren, zij moesten bijverdienen door handel te drijven met de papoea's die ze bereiken konden, zij stierven aan de malaria en ook zonder schiettorens overleefden zij hun ontvluchtingspogingen niet. Maar vergast werden zij niet, eerlijk is eerlijk. Hoe wijs, geleerd of aanzienlijk zij van huis uit ook konden zijn, zij werden door de eerste de beste Jan Oost uit Borgeropslagen getutoyeerd en moesten u terugzeggen, maar is dat erg? De bagnards verdienden als ze werkten ongeveer f 10,50 per maand, dat was meegenomen. Als hun gevoelens - het schijnt dat zij die hadden - zich daar niet te zeer tegen verzetten konden zij altijd nog hondevlees eten. Dat moesten zij dan maar door ruiltjes van de papoea's zien te krijgen.

Voor de afwisseling een motto van Jef Last bij zijn Digul Wilhelmus (‘Liedjes op de Maat van de rottan’).

‘Volgens een regeringsbericht waren verschillende banne-

[pagina 192]
[p. 192]

lingen bereid op koninginnedag het Wilhelmus mede te zingen. De anderen zullen naar een strenger verbanningsoord worden gedeporteerd. Wij vermoeden, dat het Wilhelmus er ongeveer als volgt uitzag’: (ik laat alleen het tweede koeplet volgen)

 
Wilhelmus van Nassauwe
 
zing ik omdat ik moet,
 
den vaderland getrouwe
 
dat dronk mijn broeders bloed.
 
De knechten van Oranje
 
lieten mij ongedeerd,
 
de rechter zei, 'k verban je
 
opdat je ginds krepeert.

Hoe heeft het nederlandse volk hier op gereageerd? Buitengewoon onbewogen. Onbewogen kun je niet zeggen in het geval van het petroleumzwijn, Hendrik Colijn. Deze, vernemende dat het kommunistiese kamerlid Sadjono in het konsentratiekamp zat, verhinderde persoonlijk de vrijlating, waarop kans heeft bestaan. Colijn voerde het volk aan. Lekker laten zitten, zei dat deel van het volk dat óf kerkelijk óf kapitaalkrachtig was. Vraag niet wat zij, die beide waren, wilden. Van de kant van de socialisten en de kommunisten zijn voorstellen gedaan tot opheffing van het bagno. Zo was er een motie van die strekking in 1930 van ingenieur Cramer. Daar stemden alle gereformeerden, hervormden, chu'ers en katholieken, staatkundiggereformeerden, enz., liberalen en konservatieven tegen. Alleen de sdap en de cpn waren voor. De meerderheid dacht wat Du Perron in Indies Memorandum parafraseerde na het lezen van Schoonheyts boek: Boven Digoel (1936). ‘Of wij koloniseren, óf wij koloniseren niet. In het eerste geval is het beter de inlanders onverbiddelijk te tonen, dat wij altijd de baas denken te blijven. Anders sticht men maar verwarring en het geeft maar veel teleurstellingen aan twee kanten.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken