Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Voor kinderen van ezeldrijvers (1965)

Informatie terzijde

Titelpagina van Voor kinderen van ezeldrijvers
Afbeelding van Voor kinderen van ezeldrijversToon afbeelding van titelpagina van Voor kinderen van ezeldrijvers

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.38 MB)

Scans (2.72 MB)

XML (0.06 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pamflet-brochure


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Voor kinderen van ezeldrijvers

(1965)–J.B. Charles–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Damesbladen

Dit zijn geen opwekkende gedachten, maar naar mijn mening wordt het, na de problemen waar kort achter elkaar twee prinsessen ons voor geplaatst hebben, tijd om onze sentimenten te analyseren. Het is niet aangenaam, maar wel eerlijk, toe te geven dat de oranjeliefde moet worden gezien, onder meer, als een deel van een veel breder sentiment.

Het is leerzaam, van tijd tot tijd eens een nederlands damesblad in te zien, al is het ergerniswekkend. Ik zag er onlangs weer eens een liggen terwijl ik op iemand wachten moest en was zo in de gelegenheid kennis te nemen van een artikel, van een meneer prins, meneer prins van Monaco. Het is geen onaardige jongen als je zijn kop ziet, maar de gemiddelde ober is ook geen onaardige jongen als je alleen op de kop afgaat. Hij is wel onaardig, eigenlijk is hij nogal een vlerk, als je zijn artikel leest. Er zijn twee moge-

[pagina 10]
[p. 10]

lijkheden. Hij heeft het zelf geschreven en dan is hij een afschuwelijk burgermannetje met een iq van pak weg 95. Hij heeft het niet geschreven, maar laten schrijven en aan de damesbladen in de vrije wereld verkocht en dan is hij een proleet.

Bij het artikel gaan foto's van de prinselijke kindertjes, gestoken in zondagse roomse pakjes. Er is ook een plaatje bij waarop een van de kleine vorstjes gedoopt wordt. Door een hele hoge natuurlijk, minstens een soort tamboer-majoor-generaal in de strijdkrachten van de bemiddelaars met onze Middelaar.

Ik leg het blad neer. Peinzend? Waarschijnlijk zal het zo geleken hebben. Misselijk? Jawel, maar dat zal men niet hebben kunnen zien. Iemand die mij had kunnen zien, zou gedacht kunnen hebben: wat is die vent weer kwaad. Maar als ik kwaad ben, dan is dat altijd mee omdat ik bang ben. En ik ben inderdaad wel eens zo bang dat ik er misselijk van word, wat mij dan weer kwaad maakt. Hoe het ook zij, ik besef dat deze bladen door een paar miljoen nederlanders gelezen worden. Dit zijn de nederlanders die juichen als ze de dames Von Lippe zien met hun bruidegommen. Deze nederlanders kiezen Joseph Luns als de populairste man van het land. Deze mensen vonden onze oorlog tegen Indonesië een vanzelfsprekende zaak.

Deze bladen voeden een groot deel van de zielen van een aanzienlijk deel van de mensen met wie wij samen vormen datgene wat wij hardnekkig de demo-

[pagina 11]
[p. 11]

kratie noemen. Wie maken deze bladen? Ik heb wel eens gehoord dat ze indirekt worden uitgegeven door de strijdkrachten hiervoor genoemd, dat het een roomse business is. Wie zitten er in deze thuisfront-opinievorming? Zijn dat mensen die zich voor en in de oorlog tegen het fascisme verzet hebben? Ik heb wel eens gehoord dat er mensen in zitten die na de oorlog veel te zeggen hadden in de restauratie van onze demokratie en die in onze eerste regeringen zaten. Overlappen beide kategorieën elkaar, of juist niet? Wanneer zal iemand ons het naadje van de kous laten zien? Arthur Lehning heeft duidelijk gemaakt, dat de nederlandse geschiedenis van de jaren vóór de tweede oorlog nog moet worden geschreven. Hij heeft gelijk, maar ook de geschiedenis van de restauratie, van de voorbereiding en de instelling en de achterliggende doeleinden van het Militair Gezag en van onze eerste regeringen zal even noodzakelijk nog moeten worden geschreven. Welke konsessies heeft ons, socialisten, het mee-regeren gekost?

Mijn hypothese is, dat die geschiedenis van 1944 tot 1946 een verrassend komplement zal opleveren van de geschiedenis waarvan de beschrijving verlangd wordt door Arthur Lehning. Maar laten wij onze aandacht bij de vorstelijke figuren houden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken