Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Pinokkio in Afrika (ca. 1930-1940 )

Informatie terzijde

Titelpagina van Pinokkio in Afrika
Afbeelding van Pinokkio in Afrika Toon afbeelding van titelpagina van Pinokkio in Afrika

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.41 MB)

Scans (60.91 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rie Cramer

Vertaler

Louise J. van Everdingen



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Italiaans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Pinokkio in Afrika

(ca. 1930-1940 )–E. Cherubini–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 25]
[p. 25]

VII
Derde lange toespraak van den Directeur, waarbij het publiek hem uitfluit, terwijl Pinokkio afscheid neemt van de wilde dieren.

* * *

 

De vertooning was begonnen.

De Directeur legde aan het publiek de wonderen van zijn dierenverzameling uit, door luidkeels het volgende op te dreunen:

‘Mijne heeren en dames, nu kunt U zien hoe schoon, maar tevens hoe woest al deze vreeselijke dieren zijn, die ik voor fabelachtig hooge prijzen in Midden-Afrika gekocht heb.

Hier staan ze voor Uw oogen, opgesloten in hun kooien...... maar voor Uw aanblik verborgen, want als deze verscheurende dieren U zagen, zouden ze te woest worden. En 't wilde me voorkomen, mijne heeren en dames, dat ook gij te veel zoudt kunnen schrikken en Uw rust en kostbare gezondheid gaan mij zeer ter harte.

Intusschen is het eerste beest, dat ik de eer heb aan U voor te stellen, een olifant.

Kijkt U eens naar die kleinigheid, die daar onder zijn neus uitsteekt. Daarmee bouwt hij huizen, bewerkt velden, schrijft brieven, raapt sigareneindjes en bouquetten op en......meer dergelijke insecten. Ge ziet hem hier levensgroot afgebeeld op dit prachtige schilderij, dat me handen vol geld heeft gekost......’

De domkoppen, die hun geld bleken te hebben weggegooid, keken elkaar eens aan en de Directeur, ziende dat de zaken er niet te best voor hem uitzagen, begon nog luider te schreeuwen:

‘Nu, geacht publiek, gaan we over tot een ander deel van de vertooning, dat veel belangwekkender, veel indrukwekkender

[pagina 26]
[p. 26]

is, namelijk de maaltijd der wilde dieren, waarbij ge kunt zien, hoe dezelven eten met hun mond......’

Aan alle kanten klonk een bulderend gelach, vermengd met gegil en gefluit, en enkele klokhuizen van appels vielen voor de voeten van den Directeur; maar deze, begrijpend, hoe onhandig hij was geweest, begon nog harder te schreeuwen:

‘Hebt eerbied, heeren en dames, voor de uiterste inspanning, waarmee een moeder op dit oogenblik haar ongelukkig weeskind voor de laatste maal aan haar borst drukt.’

Maar zelfs deze herinnering aan de zwaarzieke moederaap der verzameling kon de woede der toeschouwers niet doen bedaren; ze gingen heen onder het uiten van heftige opmerkingen en bedreigingen. Kortom, er ontstond een geweldig lawaai.

Op de plek waar Pinokkio stond, heerschte daarentegen de meest volmaakte kalmte, en het gesprek tusschen den marionet en de wilde dieren was nog vroolijker en ongedwongener dan te voren.

‘En wanneer vertrekt ge nu?’ vroeg de jonge man, die den panter voorstelde, aan Pinokkio.

‘Heb ik dat dan nog niet gezegd? Morgen vroeg, ook al regent het.’

‘Bravo!......maar ge moet toch wel verschillende dingen meenemen, die ge noodig zoudt kunnen hebben.’

‘Wat meent ge?’

‘Ja, hoe zal ik het zeggen......in de eerste plaats hebt ge, als ge een reis naar Afrika gaat maken, veel geld noodig.’

‘Daaraan is geen gebrek,’ zei Pinokkio kalm.

‘Best! Maar verder moet ge zien een goed geweer machtig te worden.’

‘Zoo, wat moet ik daarmee doen?’

‘U ermee verdedigen tegen de wilde dieren......’

‘Loop heen! Mij zult ge er niet tusschen nemen!! Ik weet er immers al alles van, hoe de Afrikaansche wilde dieren zijn!’

‘Pas op, marionet, weet wel, wat ge doet. Neem een goed geweer mee, want daar in Afrika kunt ge toch nooit weten!’

‘Maar ik weet immers niet hoe ik het moet afschieten!’

[pagina 27]
[p. 27]

‘Dan dient ge thuis te blijven, mijn jongen!’

‘Dwaasheid!’

‘Noemt gij dat maar een dwaasheid. Gij zijt dwaas, zoo iets gevaarlijks te gaan ondernemen, zonder een wapen bij u te hebben of te weten hoe ge het moet gebruiken.’

‘Weet U eigenlijk wel, dat U me met al die praatjes sterk aan den Sprekenden Krekel herinnert?’

‘En wie was dat dan?’

‘Dat was zoo'n heel vervelend diertje, dat op een zekeren keer...... maar daar moeten we maar niet over praten, dat zijn dingen van vroeger...... We hadden het er dus over, dat er in Afrika een overvloed is van goud, zilver en edelsteenen en dat is het groote punt.’

‘Dat is er allemaal stellig, maar......’

‘Ik heb immers al gezegd, dat het U niets helpt me bang te maken, want als ik me eenmaal iets in het hoofd gezet heb, krijgt niemand het er uit.’

‘Marionet, wees voorzichtig, ge zoudt er wel eens berouw van kunnen hebben!’



illustratie

‘Ik ga toch!’

‘Ge zult misschien heel nare dingen zien.’

‘Dan ga ik juist!’

‘Het zou u uw leven kunnen kosten.’

‘Dan zal mijn Fee-tje me wel redden.’

‘Wie is dat nu weer?’

‘Wat wilt ge toch veel weten!...... Me dunkt, als niemand meer iets van me noodig heeft, moest ik nu maar gaan.’

‘'t Ga u goed, marionet!’

‘Ik hoop U allemaal in gezondheid weer te zien.’

[pagina 28]
[p. 28]

‘Vaarwel, jongen met uw houten kop!’

‘Als we nu eens geen brutaliteiten meer tegen elkaar zeiden!’ zei Pinokkio nijdig.

Hij stak zijn hoofd door de bewuste reet, sprong er doorheen en stond op het plein.

Nu was onze marionet toch heusch wel van plan naar huis te gaan, maar eerst moest hij bepaald nog weten, wat de menschen van de vertooning vonden. Hij liep dus om de tent heen naar den ingang, maar het zeil was neergelaten en er stond met groote letters, zoo zwart als Oost-Indische inkt, op:

 

GESLOTEN WEGENS STERFGEVAL.

 

De marionet herinnerde zich nu, dat de moeder van den hoofd-aap van het gezelschap ziek was, hij begreep, dat ze gestorven was, en had nu wel zin terug te gaan om dien armen zoon van haar zijn deelneming te betuigen; maar hij bedacht, dat het beter was hem alleen te laten met zijn verdriet.

 


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken