Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Pinokkio in Afrika (ca. 1930-1940 )

Informatie terzijde

Titelpagina van Pinokkio in Afrika
Afbeelding van Pinokkio in Afrika Toon afbeelding van titelpagina van Pinokkio in Afrika

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.41 MB)

Scans (60.91 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rie Cramer

Vertaler

Louise J. van Everdingen



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Italiaans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Pinokkio in Afrika

(ca. 1930-1940 )–E. Cherubini–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 94]
[p. 94]

XXVI
Terwijl Pinokkio naar een beschaduwd plekje zoekt, vindt hij een schuilplaats, waar hij in slaap valt en een droom heeft, die dadelijk daarna werkelijkheid wordt.

‘Als ze in Afrika op zoo'n manier op de vlucht slaan, verover ik het heele land binnen acht dagen!’ zei de marionet, zijn lichaam bevoelend dat hij haast niet meer vinden kon, zoo mager en uitgedroogd was het geworden. ‘Binnen acht dagen ben ik heer en meester van heel Afrika, maar ondertusschen mag ik hier voortdurend geeuwen van honger, dorst en moeheid. Vond ik tenminste maar een plekje, waar ik beschut voor de zon, die op mijn schouders brandt, eens kon uitrusten!’

Ditmaal scheen het geluk Pinokkio te willen begunstigen, want plotseling bemerkte hij vlak bij aan den voet van een heuveltje een groep hutten, of daar hield hij ze tenminste voor. Nu werd de marionet weer met nieuwen moed bezield, want hij bedacht, dat hij er niet alleen gelegenheid zou vinden op een beschut plekje een dutje te doen, maar dat er daar misschien ook wel wat te krijgen zou zijn om zijn honger te stillen. Vol hoop liep hij er snel heen.

Hoe meer hij naderde, des te meer viel hem de eigenaardigheid van die woningen op, die er zoo zonderling uitzagen dat hij zich niet herinneren kon ooit zoo iets te hebben gezien. Het geleken koepelvormige torentjes, die heel symmetrisch waren opgesteld en onder het voortgaan verbaasde de marionet zich, wie toch wel de bewoners van die slanke huisjes zonder ramen en deuren konden zijn.

[pagina 95]
[p. 95]

Toen hij tot op een pas of tien afstands was genaderd, en nog geen levende ziel zag, werd het onzen vriend angstig te moede en dus overlegde hij bij zichzelf:

‘Zou ik er binnengaan of niet? Ik doe misschien beter eens te roepen, want ik heb toch beslist iemand noodig om mij den ingang te wijzen.’

‘Volk!’ riep hij halfluid.

Geen antwoord.

‘Vòlk!!’ herhaalde de marionet wat luider.

Maar ook ditmaal kwam er geen antwoord.

‘Zouden ze doof zijn of slapen, of soms allemaal dood?’ vroeg de marionet zich af, na een kwartier te hebben geroepen zoo hard als hij kon.

Toen schoot hem te binnen, dat dit misschien een verlaten dorp was, en vastbesloten begaf hij zich tusschen die torentjes, maar daar hij geen levende ziel kon ontdekken, ging hij languit in de schaduw liggen en zei half in ernst, half in scherts:

‘Als er dan van eten geen sprake is, zal ik tenminste zien wat te slapen.’ En binnen een minuut was hij in een diepen slaap verzonken.

En hij droomde, dat hij over den grond werd voortgesleept door een leger van kleine diertjes van een soort, die hij nog nooit gezien had, maar die veel op mieren geleken. Hij droomde, dat hij al zijn krachten inspande om te blijven waar hij was, en zich daarom aan alle oneffenheden van het terrein en aan alle takjes, die hij zag, vastklemde, maar dat het hem niet gelukte weerstand te bieden aan die overmacht, die hem rondwentelde en langs een helling naar beneden liet glijden tot in een vreeselijken afgrond, waarin hij zeker zou neerstorten, voortgesleept als hij werd door al die diertjes, die hem staken en bovendien zijn kleeren en zijn huid met een onuitsprekelijke felheid van hem afrukten.

Op een gegeven oogenblik meende hij zelfs, dat ze bij honderdtallen zijn mond binnenkwamen en probeerden zijn tong uit te rukken.

En het was hem alsof ze zeiden: ‘Dan kunt ge nooit meer leugens vertellen!’

[pagina 96]
[p. 96]

Gillend werd de marionet toen wakker en begon mieren uit te spuwen, neen maar, er kwam geen eind aan!

Toen zijn mond en keel ervan waren bevrijd en hij daarna ook zijn armen, beenen en heele lijf van dat leger van diertjes had verlost, begreep onze vriend, dat zijn droom werkelijkheid was geweest. En hij begreep ook, dat ze hem een uur of vier, vijf hadden laten rollen en glijden, alsof hij een worm was geweest en dat hij het aan het feit, dat hij van een heel harde houtsoort gemaakt was te danken had, dat hij dien mierenaanval had overleefd.

‘Als ik ik niet geweest was!’ dacht de pop, ‘zou het er mooi met me hebben uitgezien!’



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken