Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Pinokkio in Afrika (ca. 1930-1940 )

Informatie terzijde

Titelpagina van Pinokkio in Afrika
Afbeelding van Pinokkio in Afrika Toon afbeelding van titelpagina van Pinokkio in Afrika

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.41 MB)

Scans (60.91 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rie Cramer

Vertaler

Louise J. van Everdingen



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Italiaans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Pinokkio in Afrika

(ca. 1930-1940 )–E. Cherubini–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 124]
[p. 124]

XXXIV

illustratie


De bezigheden van Pinokkio I gedurende de eerste dagen van zijn regeering. Officieele ontvangsten en maaltijden.

* * *

 

Dadelijk werd hem een stuk olifantsneus voorgezet met een zoo scherpe en gekruide saus, dat men den sterksten azijn daarbij vergeleken wel rozenlikeur zou kunnen noemen.

Het is niet mogelijk te beschrijven hoe de marionet zijn mond verwrong, terwijl hij dat gerecht, dat zijn verhemelte en maag haast in brand scheen te zetten, verorberde!

Vurig verlangde hij naar een perzik, een trosje druiven of een dozijntje vijgen, maar hij vroeg niets om niet den indruk te geven, dat hij gulzig was! Hij spande zich in om zijn portie olifantsneus zoo goed mogelijk naar binnen te werken en uit een pompoen dronk hij er een vrij lekkeren drank bij, die zijn maag opknapte en hem weer in zijn humeur bracht.

Zijn ministers wachtten al geruimen tijd op hem en Pinokkio meende zijn maaltijd niet te veel te moeten rekken. Met een waarlijk koninklijken tred kwam hij de raadszaal binnen, de ministers, die tot op den grond voor hem bogen, minzaam groetend.

Zoodra eenige zaken van groot belang waren afgedaan,

[pagina 125]
[p. 125]

meende Pinokkio I, Keizer en Koning van alle Afrikaansche vorsten, dat het zijn plicht was de regeering te danken voor het uitstekende ontbijt, dat hem was voorgezet. En de ministers antwoordden dadelijk, dat die maaltijd slechts een begin en een voorbereiding was voor de spijzen, die hij op dien dag en volgende dagen zou moeten verorberen, omdat de bestijging van den keizerlijken troon zich bliksemsnel verbreid had en er reeds hooggeplaatste personen in aantocht waren om hulde te brengen en gehoorzaamheid te betuigen aan het volledige hof van den koning der Afrikaansche vorsten.

Het waren opperhoofden van nomaden-stammen, vorsten, die gepensionneerd waren of een ambt zochten, koningen van de omliggende staten, die Pinokkio moest ontvangen met veel ceremoniën en kostelijke, vele uren durende, gastmalen, en terwijl er tot barstens toe gegeten werd, ving men toch telkens weer opnieuw aan.

Gedurende de eerste dagen genoot Pinokkio ervan en werd merkbaar dikker, maar na een dag of wat vond hij dat schier onafgebroken kaak-bewegen erg vervelend. Bijna ging hij naar den tijd terug verlangen, dat hij wel eens in acht en veertig uur zelfs geen kersepitje had om in zijn mond te steken. Maar hij troostte zich met de gedachte, dat men de dingen moet nemen, zooals ze uitvallen en van den nood een deugd maken. De arme jongen offerde zich dus zooveel mogelijk op tot welzijn van den Staat, en zijn onderdanen waren hem uiterst dankbaar.

Wilt gij nog voorbeelden? Op zekeren dag vertoonden zich aan het hof drie van de machtigste vorsten van honderden mijlen in het rond. De eerste was rijk uitgedost in drie damesrokken en een uniformjas van een kapitein van de infanterie; met ontbloot hoofd en een erbarmelijk verfomfaaiden hoogen hoed in zijn rechterhand, trad hij naderbij. De tweede had een luitenants-uniform aan, terwijl hij een oude képi van de nationale garde als een steek dwars had opgezet. En de derde droeg een soort hemd, had een grooten sabel om zijn middel gegespt en hield in zijn hand een parapluie, waar de lappen bij hingen.

Toen ze tot op twee pas afstands van Pinokkio I waren gekomen, lieten ze zich een paar maal voor hem op den grond

[pagina 126]
[p. 126]

vallen, en daarna spuwde ieder op zijn beurt hem plechtig in 't gezicht.

De marionet, die zoo iets natuurlijk niet had verwacht, wilde er juist het zijne van zeggen, toen de Eerste Ceremoniemeester hem ervan terughield door hem in het oor te fluisteren, dat in hun land zulk een groet sinds onheuglijke tijden voor zeer welgemanierd gold.



illustratie

‘'sLands wijs, 's lands eer,’ schoot Pinokkio te binnen, en terwijl hij met een slip van zijn jas ongedwongen zijn gezicht afveegde, glimlachte hij koninklijk tegen zijn drie collega's.

Het is misschien niet eens noodig te zeggen, dat na een half uur van complimentjes de Eerste Ceremoniemeester kwam aankondigen, dat de gastmaaltijd gereed stond.

[pagina 127]
[p. 127]

Pinokkio kreeg kippevel bij de gedachte alweer te moeten eten (dat was nu al de vijfde maal, en de zon stond nog hoog boven den horizon), maar hoe kon hij drie koningen tegelijk heenzenden zonder ze eerst iets te hebben laten gebruiken?...... Zoo iets schandelijks liet de waardigheid van zijn land niet toe!

Ze begaven zich dus deftig naar de eetzaal, dat wil zeggen dat ze in de schaduw van een reusachtigen boom, waar drieduizend menschen gemakkelijk plaats gevonden zouden hebben, plat op den grond gingen zitten en bediend werden door de knapsten onder de jongelieden. De bedienden hielden een soort van schotels in hun handen, waarop de spijzen lagen; met die schotels bleven ze staan als levende tafels. Keizer Pinokkio, de drie bevriende vorsten en het gansche hof gaven zich - hongerig als ze waren! - zoo ijverig aan het genot over hun maag te vullen, dat men haast zou gelooven, dat ze in geen zes maanden iets gegeten hadden!

De gasten namen telkens een lepel soep, gooiden dien leeg in de holte van hun hand en brachten deze heel ernstig naar hun mond. Met hun vork pikten ze een stuk vleesch op, groot genoeg voor een leeuw, om het met hun linkerhand er af te trekken en regelrecht naar hun maag door te zenden alsof het een pil was. De marionet, die aan andere tafelmanieren gewoon was, werd telkens halfluid vermaand door den ceremoniemeester, die rood van schaamte werd als hij zag hoe er tegen het decorum gezondigd werd door dengene, die juist het goede voorbeeld moest geven!

Tot Pinokkio's geluk was hij heerscher geworden over een zeer welopgevoed en beschaafd volk, wat blijkt uit het feit, dat er, toen ze tegen zonsondergang allen verzadigd waren en in een kring zaten, een toestel gebracht werd, dat een afschuwelijken geur verspreidde.

‘Wat zal er nu weer gebeuren?’ dacht de marionet, maar hij hield zijn mond stijf dicht, daar hij al reeds begrepen had, dat het de plicht eens keizers is alles te weten zonder ooit te studeeren of iemand iets te vragen.

De kwestie werd bovendien weldra opgehelderd. Dat toestel was een groote pijp met een langen steel en werd den keizer

[pagina 128]
[p. 128]

door den Eersten Ceremoniemeester aangeboden met de beleefde vraag, of Zijne Majesteit de goede gewoonte had te rooken.

‘Ik?’ antwoordde Pinokkio, een zware stem opzettend: ‘Laat ik U zeggen, dat ik van het oogenblik af, dat ik op de wereld kwam, nooit minder dan tien Toscaansche sigaren - en dat zijn zware! - gerookt heb!’ En hij keek eens rond om te zien wat voor indruk deze woorden maakten. Maar niemand zei een woord.

‘Wat een uilskuikens!’ zei de marionet bij zichzelf. En na een keer of wat een mond vol rook te hebben uitgeblazen, gaf hij de pijp door aan één der aan zijn rechterzijde zittende vorsten.

Deze deed plechtig één flinken trek, gaf de pijp door aan zijn rechter buurman, en zoo ging het voort totdat de heele kring een trek gedaan had en de beurt weer was aan de keizerlijke lippen van Pinokkio I. Doch deze worstelde al tegen een zware maagstoornis, en het is dus maar al te begrijpelijk hoe graag onze vriend al die vorsten samen met pijp en tabak op de Mookerhei wenschte, maar hij kon voor zijn collega's toch niet onderdoen en trok dus nog krachtiger dan te voren, zoodat hij zelfs een vijftal rookwolken meer uitblies.

Arme jongen! Had hij dat maar nooit gedaan! Na een paar minuten van onuitsprekelijke benauwdheid kwam met een geweldigen schok zijn heele maaginhoud terug, zonder dat een van zijn ministers zich verwaardigde zich om te draaien. Toen hij weer wat bekomen was, had hij zoo'n dorst, dat hij een pompoen greep en al het vocht, dat er in was, achter elkaar uitdronk. Daarop maakte zich een groote lust tot praten van hem meester en begon hij er op los te babbelen.

‘Toen ik in mijn land koning was...... zei de Sprekende Krekel eens tegen me... omdat mijn voeten verbrand waren... en het a.b.c.-boek met den vos en de kat...... Ik werd opgehangen aan een eik, vlak voor een poedel...... en hol wat ge hollen kunt, toen barstte de slang...... maar de directeur van het paardenspel, toen ik een ez......’

Hij was op het punt het woord ezel uit te spreken, toen hij

[pagina 129]
[p. 129]

vaag begreep, dat hij zijn mond moest houden en met schrik bedacht wat er gebeurd zou zijn, als zijn ministers te weten waren gekomen, dat hun keizer vroeger een ezel was geweest! Verschrikt keek hij rond, maar hij voelde zich dadelijk gerustgesteld toen hij de wezenlooze gezichten zag van al zijn gasten en hun gesprekken hoorde: Het water spreekt...... de zon is vol sterren...... de tijger lacht...... we zullen dit jaar een goeden dag hebben...... het seizoen is rood...... en dergelijke verstandige gezegden.

‘Wat is hier eigenlijk gebeurd?’ dacht de marionet, voor een oogenblik helder, en toen hij opmerkzaam om zich heen keek zag hij, dat een der vorsten languit op den grond was gaan liggen en al snurkte als een os. En weldra ging de een na den ander onder het uiten van onsamenhangende woorden op den grond liggen, viel in slaap en begon te snurken, zoodat het een heel orkest werd, dat met zijn lieflijke geluiden ook Pinokkio I, keizer en koning van alle Afrikaansche vorsten, in slaap deed vallen, terwijl de zon achter een vurigen berg onderging.

 


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken