Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Rijper Liedtboecxken inhoudende hondert schriftuerlijcke liedekens dewelcke noyt voor desen in druck en zijn gheweest (1624)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Rijper Liedtboecxken inhoudende hondert schriftuerlijcke liedekens dewelcke noyt voor desen in druck en zijn gheweest
Afbeelding van Het Rijper Liedtboecxken inhoudende hondert schriftuerlijcke liedekens dewelcke noyt voor desen in druck en zijn gheweestToon afbeelding van titelpagina van Het Rijper Liedtboecxken inhoudende hondert schriftuerlijcke liedekens dewelcke noyt voor desen in druck en zijn gheweest

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.31 MB)

Scans (16.98 MB)

XML (0.51 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Rijper Liedtboecxken inhoudende hondert schriftuerlijcke liedekens dewelcke noyt voor desen in druck en zijn gheweest

(1624)–Jacob Claesz–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio A2r]
[fol. A2r]

Totten Sangher ofte Christelijcken Leser.

ALsoo ick (seer beminde Sanger, ofte Leser) In mijne jeucht by een vergadert hebbe verscheyden Gheestelijcke Liedekens, die wy onder malcanderen, so de een als de andere in onse Ionckheyt, gemaeckt, gedicht ende gesongen hebben. So ist dat ick (daer toe ghebeden sijnde) de selve hebbe in druck gebracht, (hebbende daer noch eenige by gevoecht, op hope of het mochte dienen, tot opweckinge van eenen nieuwen yver in der Godtsalicheyt, onder de jeucht, als oock onder andere, ende wy willen eenen yeghelijcken vermaent hebben dat hyse doch wel ghebruycke. Niet tot ydelheyt, of om met sijn ghesanck alleen den menschen te behaghen, maer dat hy het doe van herten als den Heere, daer den Apostel Paulus toe vermaent, Colos.3. seggende: alle wat ghy doet, dat doet

[Folio A2v]
[fol. A2v]

van herten als den Heere ende niet den menschen. Ende noch in het selve, laet dat woort Christi rijckelijck in u woonen in alder wijsheyt, leert ende vermaent malcanderen met Psalmen, ende Lofsanghen ende met Gheestelijcke Liedekens inder ghenaden, ende singt den Heere in uwer herten, ende al dat ghy doet met woorden ofte wercken, dat doet al inden neme des Heeren Iesu, ende danckt Godt den Vader door hem, ende soo wijse op soodanich een maniere niet en ghebruycken, soo salt een vergheefs ende ydel werck sijn, ende wy sullen oock van dat volck bevonden worden daer van de Heere Iesus seyt, Mattheus 15. Segghende dit volck genaeckt my wel met haren monde, ende eert my mette lippen maer haer herte is verre van my, maer te vergheefs eeren sy my. Ia de Heere sal oock veel meer een walge, dan behagen aen soodanich een doen hebben, als blijckt vande Iootsche gesanghen by Amos 5. daer de Heere spreeckt door den Propheet, doet slechs van my wech dat gebleer uwer Liedekens: want u Musijck-spel en mach ick niet hooren. So wilt dan (seer beminde Sanger) hier door vermaent sijn, om dese Liedekens wel te ghebruycken, tot Godts eere, tot stichtinghe uwes naesten, ende verbete-

[Folio A3r]
[fol. A3r]

ringhe uwes selfs.

 

De oorsake waerom wy V.L. niet bekent en maken welcke personen dese Liedekens ghemaeckt hebben is tweederley. Ten eersten om dat het eenighe haer begheerte was dat men haer name niet en soude melden tot welcke haer veroorsaeckt heeft de schaemte, voortcomende uyte inbeeldinghe vande slechticheydt haers gedichts. Ten anderen om te voorcomen dat niemant eenighe deser Liedekens verwerpe om des Auteurs wille, gelijck eylacy sulcke menschen bevonden worden de welcke soodanich een conditie hebben, als wanneer yemant yet tot leeringhe voort brengt al ist onberispelijcken het nochtans in cleynachtinghe hebben om des Auteurs wille die sy niet seer toeghedaen en sijn.

 

Wy hebben oock hier achter by ghevoecht vijf oude welbekende Liedekens, die voor desen wel meer ghedruckt sijn.

 

Op dat oock de gene die lust tot het lesen heeft, yet soude hebben hem in te oeffenen, so hebbe ick noch achter de Liedekens ghevoecht twee stichtelijcke Predicatien, de eene vande vijf wijse ende vijf dwase Maechden, ende de andere over de woorden die tot den Coninck Hiskia gesproken werde Esai.38. Bereydt u huys

[Folio A3v]
[fol. A3v]

want ghy sult sterven. Met noch eenen Christelijcken Sendtbrief, dewelcke ick eertijts geschreven hebbe aen een bedruckte Weduwe tot troost, over het sterven van haren Man, hopende dat het den goethertighen wel sal behaghen, wil oock een yeghelijck ootmoedich ghebeden hebben mijne goede meninghe inde liefde te ontfangen. Vaert wel ende blijft ghesont.

 

Gheschreven inde Rijp desen 25. Augustus, Anno 1624.

 

By my uwen Dienst-schuldigen

 

Claes Iacobsz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken