Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Herinneringen en ontmoetingen (1840)

Informatie terzijde

Titelpagina van Herinneringen en ontmoetingen
Afbeelding van Herinneringen en ontmoetingenToon afbeelding van titelpagina van Herinneringen en ontmoetingen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.44 MB)

ebook (3.55 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
reisverhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Herinneringen en ontmoetingen

(1840)–Christiaan Hendrik Clemens–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het Italiaansche meisje.

Vóór wij van den Sint Pietersberg afscheid nemen, wil ik u eene duistere, maar aandoenlijke geschiedenis mededeelen, die eerst voor weinig jaren is voorgevallen, en aan alle bewoners van Maastricht bekend is. Het verhaal is kort, maar aandoenlijk, zoo als ik u reeds zeide.

Het was in den winter van het jaar 1832, dat een Italiaansch meisje, ruim twintig jaren oud, voor de poort van Maastricht verscheen, en door teekenen te kennen gaf, dat zij binnen de stad wenschte te komen. De nabijheid des vijands, de staat van

[pagina 109]
[p. 109]

beleg, waarin Maastricht verkeerde, beletteden de ongelukkige in de vesting te komen, om een bed te vinden, waarop zij hare afgematte leden kon uitrusten. -

Meer dan eens trachtte zij haar doel te bereiken, maar telkens bleef dit vruchteloos, daar zij slechts Italiaansch kende, en dus haar verlangen door gebaren alleen kon te kennen geven, waarop, zoo als het meestal gaat, geen acht geslagen werd.

Bij de ruïne van Slavante, op den Sint Pietersberg, in een akelig hol, had zij haar verblijf gekozen, en onderhield haar leven van de offers der weldadige landlieden, die haar in het hol eenig voedsel bragten. Ruim één jaar had zij in dien droevigen toestand doorgebragt, toen eenige voorname personen te Maastricht het lot der ongelukkige vernamen, en dadelijk alle pogingen in het werk stelden, om de oorzaak van de verschijning dezer vrouw te vernemen, en haar lijden zoo veel mogelijk te verzachten.

Men zond iemand tot haar, die de Italiaansche taal verstond, en nu vernam men, dat zij naar Maastricht was gekomen, om eene erfenis te halen, die haar regtmatig toekwam. Zij was de dochter van eenen Franschen officier, die naar Frankrijk was teruggekeerd en zijne vrouw in haar vaderland, Italië, had achtergelaten. Op zijn sterfbed had hij haar of zijne dochter erfgenaam zijner goederen gemaakt, welke goederen echter haar niet, maar een der familiebetrekkingen van den vader, in Maastricht woonachtig, in handen waren gekomen. Zij had den weg uit Noordelijk Italië, door Frankrijk naar Maastricht, te voet afgelegd, om, zoo als zij

[pagina 110]
[p. 110]

zeide, deze hare regtmatige bezittingen, waarvan zij de bewijsstukken bij zich had, op te eischen.

Hoe het met het onderzoek van dezen haren eisch gegaan is, weet ik niet, maar wel, dat zij, waarschijnlijk door gebrek en verdriet, van haar verstand beroofd werd, ten minste zij droeg er later alle kenteekenen van.

Als eene wraakgodin stond zij aan den ingang van het hol, wanneer zij de voetstappen eens vreemdelings hoorde. Bleef men staan, en zag men haar verwonderd aan, dan sprong zij op een der grootste mergelklompen; gaf, onder het uitbraken van verwenschingen, hare rampen te kennen, terwijl hare vurige oogen verwilderd schitterden, en de levendigste gebaren klem aan hare woorden gaven.

Meer dan eens heeft men haar in dien toestand gezien; meer dan eens zag men haar op den berg langs ongebaande wegen omdolen.

Bijna twee jaren bragt zij bij Slavante door, blootgesteld aan de onbeschoftheden der Belgische soldaten, die zij echter door haar edel voorkomen, of door de vreeze voor hare wraak uit het hol wist te houden, waarin niemand, zelfs geene vrouw, mogt komen.

Sedert is het Italiaansche meisje eensklaps verdwenen, en men zeide, dat de ongelukkige te Luik in een huis voor krankzinnigen was opgesloten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken