Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Toortsen (1909)

Informatie terzijde

Titelpagina van Toortsen
Afbeelding van ToortsenToon afbeelding van titelpagina van Toortsen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.08 MB)

Scans (7.51 MB)

ebook (3.79 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Heukelom



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Toortsen

(1909)–René de Clercq–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 83]
[p. 83]



illustratie

Zonnegang

[pagina 85]
[p. 85]


illustratie

[pagina 87]
[p. 87]


illustratie

Zonnegang.

 
Regen, regen, regen, regen....
 
Reuken van een rozengaarde.
 
Roert het woud de wolken tegen?
 
Ruischt de hemel neer op aarde?
 
Nieuwe luchten vol beloven
 
Bleeken staag met blauwe kloven
 
Van verfijning tot verfijning;
 
En het veld, opeens vol glansen,
 
Viert met gouden schaduwdansen,
 
Zon, uw heerlijke verschijning.
 
 
[pagina 88]
[p. 88]
 
Welkom, regenwarme zuivring
 
Van de koude levenskringen.
 
Toekomst, toekomst! Heil'ge huivring,
 
Help mij tot haar glorie dringen.
 
Laat mijn stroomend lied, vol beelden,
 
Hare wondren, hare weelden,
 
Op zijn breede golven wieglen;
 
Laat het in een grootsch bedaren
 
Tot een rustig meer verklaren
 
Waar de tijden zich in spieglen.
 
 
 
Wat een wereld wij betreden!
 
Heil u, waardige bewoner
 
Van het weergeworden Eden,
 
Millioenen zielen schooner,
 
Millioenen zielen rijker,
 
Al gelukkiger, gelijker,
 
Tooiend in een blijde repping,
 
Krachtig, lenig, moedig, schrander,
 
Naast elkander voor elkander,
 
Met hun scheppingen de schepping.
 
 
[pagina 89]
[p. 89]
 
De aarde golft vol reuzentuinen
 
Langs der stroomen zilvren strepen.
 
Masten leveren de duinen
 
En de heide laadt de schepen.
 
Schoon, bij dag, dat breede schouwen
 
Over wuivende landouwen,
 
Milde vrucht van eigen zorgen;
 
Zoet, bij nacht, dat innig suizen
 
Om de vriendlijkheid der huizen,
 
Open lachend naar den morgen.
 
 
 
Zijn het hoeven, zijn het hutten,
 
Ruim voor velen, lief voor éénen,
 
Mag hen berg of linde schutten,
 
Weelde baant er lokkend henen:
 
Roode tarwe, witte haver,
 
Gerst en hooi en malsche klaver,
 
Vlas in mijten, vlas in schelven,
 
Pressen zolders op en schuren
 
Van die ploeg en land besturen
 
En die denken daar ze delven.
 
 
[pagina 90]
[p. 90]
 
O die denken daar ze delven!
 
O die denken daar ze kappen
 
In der mijnen ertsgewelven,
 
En het pad slaan dat zij stappen;
 
Leed en last en pijn vergeten
 
In het diep en troostend weten
 
Dat daarboven hunne namen
 
Zoet op zoete lippen zweven,
 
En zij dra, weer opgeheven,
 
Met hun nacht den dag beschamen.
 
 
 
Arbeid, heiligt gij verpozing,
 
Leert gij, ordnend, 't leven schikken,
 
Kommer taant geen blijde blozing,
 
Noch omdonkert angst de blikken.
 
't Zweet, o zwoeger, 't merk der schande,
 
Dat u God op 't voorhoofd brandde,
 
Toen gij vloodt met laffe loovren,
 
Werd tot aureool gepereld
 
Als gij schreedt uit de oude wereld
 
Om nieuw Eden te veroovren.
 
 
[pagina 91]
[p. 91]
 
Hoog dit hoofd zoo klaar geschedeld,
 
En zoo statig onderschouderd!
 
Door het werk bewaard, veredeld,
 
Blinkt de schoonheid onverouderd.
 
Wat een spel in spieren, aders!
 
Forsche zonen, kloeke vaders,
 
Slanke dochters, vrome moeders!
 
Nu geen onmacht, nu geen kleinheid:
 
Alles kracht, en gloed, en reinheid,
 
Alles liefde en allen broeders!
 
 
 
Zie, door steenen, lang ontmorteld,
 
Laatste van den laatsten kerker,
 
Staat de vredesboom geworteld,
 
Met de jaren dieper, sterker.
 
Recht de stam, en hecht de mikken,
 
Takken die zich scheidend schikken
 
Tot een levend dak van blaadren!
 
Merk, hoe in zijn schaduw, blijde om
 
Vogelkeel en koelen vrijdom,
 
Menschen zich bij menschen gaad'ren.
 
 
[pagina 92]
[p. 92]
 
Nader stuwt gij alle kusten,
 
Dienstbre waatren, vuur en winden,
 
Dat die werkzaam reizen, rusten
 
Bij bekenden, bij beminden.
 
Landen, luchten, oceanen
 
Voeren op verbonden banen
 
Eensgeworden aardekindren,
 
En de vliegschuit uit de wolken
 
Zwaait de vlag der verste volken
 
Naar het oude visscherszeil.
 
 
 
Grootsch, die broederschap der krachten
 
Wijs gestuurd in eigen wegen!
 
Niet uit botsing der gedachten,
 
Maar uit liefde klaart de zegen!
 
Evenals de hemelbollen
 
Rustig door de ruimte rollen
 
De eenen d'anderen tot sieraad,
 
Werken, stralen, triomfeeren
 
Hooge menschen in hun sferen,
 
De eenen d' anderen tot heil!
[pagina 93]
[p. 93]


illustratie


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken