Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het groote liede-boeck (1625)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het groote liede-boeck
Afbeelding van Het groote liede-boeckToon afbeelding van titelpagina van Het groote liede-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.42 MB)

Scans (22.53 MB)

ebook (3.88 MB)

XML (1.99 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het groote liede-boeck

(1625)–Leenaert Clock–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Een corte Forme des Ghebets, over het H. Doopsel te ghebruycken.

O Ghy almoghende Godt, barmhertiche lieve Vader. Ghy die van eeuwicheyt niet alleen en hebt te vooren geweten, dat de geschapene mensche niet in sijnder onnoselheyt blyven, maer te valle comen, ende rechtveerdige schult der straffe op hem laden soude, maer ghy (u schepsel beminnende) hebt oock voor hem van eeuwicheyt voorsien, ende in die vervulde tijt, uwen eenigen gebooren Soon niet gespaert, maer dien voor hem ghesonden ende overgegeven, op dat alle die in hem gelooven niet verloren en gaen, maer datse hebben het eeuwige leven, ende hebt haer alsulcke liefde ende ghenade door u heylich Euangelium vercondighen ende aenbieden laten. Ende alle die dit aennemen ende ghelooven door 'tselve bevolen, datse haer laten doopen in den name Iesu. Dit selve is (door uwe genade) van desen teghenwoordigen behertiget, ende sitten nu met gheboghenen knien des hertens voor u, ende belyden, bereyt te zijn, om hier in uwen Godlijcken wille ende het bevel uwes geliefden Soons te volbrengen. Sy

[Folio Kkk4v]
[fol. Kkk4v]

versaken den duyvel, die weerelt ende haer eyghen leven, sy begeeren Iesum Christum alleyn te leven, die voor haer ghestorven, verresen, ende ten Hemel gevaren is, dien sy bekennen te zijn den sone des levendigen Gods, haren verlosser, ende Salichmaker. Sy consenteren ende verwilligen geerne uwen heyligen Euangelio te gelooven, ende haer tot aller gehoorsaemheyt des selven te begeven. Maer, o lieve barmhertiche Vader, ghy weet dattet in des menschen vermoghen niet en staet, noch dat de mensche sulcx van hem selven niet en heeft, maer dat ghy, o Godt, de ghene zijt, die het willen ende doen, in ons moet volbringen door genade. So doet nu, o lieve Heere, die ooghen uwer barmherticheyt, over dese uwen schepselen ende creatuyren open.

Slaet aen dit werc uwe almachtige stercke hant, op dat dese door uwe cracht tegens die zonde, weerelt, duyvel en helle, alsoo moghen stryden, ende overwinnen datse tot Hemelschen Coninghen moghen ghecroont worden.

Datse alle wereltsche ende vreemde liefde afgheseyt, schoon ende suyver gewasschen, Christo uwen Sone, als een reene maecht, tot eender Bruyt moghen toegevoecht worden.

Datse des Duyvels rijck, 'twelck die zonde is, verlaten, ende mede erfgenamen uwes Hemelschen rijcx, der gerechtigheyt, mogen worden. Datse doch door het verbont, 'twelck sy nu tot gehoorsaemheyt met u oprichten, een goede conscientie moghen hebben, van die vergiffenisse haerder zonden, ende dat hare hoope totten eeuwigen leven mach vrolijc zijn.

O ghy hemelsche Vader , neemt dese in uwe ghenade aen, vergheeft hun hare zonden, verkiestse tot uwen kinderen, ende steltse uyt genaden in die erffenisse uwer hemelscher goederen. O Christe ghy sone Gods vergunt hun doch alle uwe verdiensten, ende

[Folio Kkk5r]
[fol. Kkk5r]

deelt haer mede alle uwe waerdicheyden, ende gherechticheyden, waschtse in uwen bloede, neemtse aen tot uwen broederen ende susteren, ende tot mede erfgenamen uwes hemelschen rijcx. O ghy goedige heylige Gheest, deelt haer mede uwe gaeven, bevesstichtse int gheloove, ontsteeckt in haer die gebeden, begintse te vernieuwen, datse het vleesche dooden, ende uwer beroepinge mogen volgen. Daer toe op onthout ende bewaertse int gheloove, datse het tegendeel ende den doot verwinnen mogen, alles tot eere ende pryse uwer Godlijcker Majesteyt ende tot salicheyt haerder zielen, daer om bidden wy u nu eenmoedelijck segghende: Onse Vader, etc.

In uwen name sal, o Godt, dit werck begonnen worden, volvoert doch ghy dat door u Godtlijcke cracht, wy biddent u door uwen Soone Iesum Christum, Amen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken