Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen. Deel 1 (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen. Deel 1
Afbeelding van Liederen. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Liederen. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.34 MB)

Scans (5.10 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen. Deel 1

(1917)–A. van Collem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Liederen van huisvlijt


Vorige Volgende
[pagina 24]
[p. 24]

De heilige familie.

 
De schemer aan de wanden is verschenen,
 
En golft zijn paars gesluier naar den vloer;
 
De zon trekt om het kleine venster henen
 
En heeft een plek gesmeed van peerlemoer.
 
 
 
Een stoel, een tafel en de kinderwiege
 
Zijn aangezongen door het scheidensuur,
 
De hooge schouw wil diepe tinten wiegen,
 
De kamer staat in fluisterend getuur.
 
 
 
Er is de zoete aarzeling vernomen,
 
Een zilvren stem iets wenschte en begon.
 
Zich uit-te-zeggen op aanbidlijk schromen,
 
Terwijl de stilte blauwen mantel spon.
 
 
 
Bij plooienval, van donker, neergezegen
 
Op het vernis van bruinen achtergrond,
 
Loomt zware man in nauwelijksch bewegen,
 
Die zacht getuur uit donkre oogen zond.
[pagina 25]
[p. 25]
 
Vóór hem een nis, gebouwd uit dwalend duister;
 
Hij ziet in diepte krans van witgoud licht,
 
En half verholen, half in zonneluister,
 
De moeder en het kind bijeene, dicht.
 
 
 
In zelfvergeten zit zij neergedoken,
 
Zij luistert in den zachten ademhaal;
 
Zij heeft de armen liefelijk omstroken,
 
Het kind ligt bij haar hart ten heilig maal.
 
 
 
Zij voelt zijn drinken en de moederweelde
 
Uit gulle porie van haar borsten vloeit;
 
Zij voelt het wezen, dat haar schoot uitbeeldde,
 
Zij voelt het lijf, dat aan haar lichaam groeit.
 
 
 
De kamer gaat in duisterheid wegzinken;
 
Er is geen schemer meer noch gouden licht;
 
De man hoort niets dan zacht het ademdrinken:
 
Hij ziet van kind noch moeder het gezicht.
 
 
 
Hij hoort alleen het ruischend leven geven,
 
Hij hoort het leven nemende geluid,
 
Hij hoort alleen het stil gewijde beven:
 
De bron des levens, die zich opensluit.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken