Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen. Deel 1 (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen. Deel 1
Afbeelding van Liederen. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Liederen. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.34 MB)

Scans (5.10 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen. Deel 1

(1917)–A. van Collem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Liederen van huisvlijt


Vorige Volgende
[pagina 91]
[p. 91]

In de kamer.
Voor Els en Koentje.

 
Naast de jonge moeder is het kleine
 
Kindje en het slaapt nu in de reine
 
Sfeer van lichtlijk-amber moesselien,
 
Waardoorheen gij nauwelijks kunt zien;
 
Kindje ligt daar in een schoonheidsdal,
 
Kindje ligt daar in een wit Heelal
 
Van donzen dekentjes en kussens puur,
 
Kindje ligt daar in het morgen-uur
 
Zijn's levens, als een nieuw ontdekte bloem;
 
Uit de jonge moeder kwam die roem -
 
En zij zelve ligt in zaligheid
 
Tot de gouden stilte heengespreid,
 
En zij lacht maar, alles in haar lacht,
 
Want zij heeft een wonder voortgebracht,
 
Een jong menschje is in haar ontstaan,
 
Een jong kindje is uit haar gegaan,
 
En het ligt daar, heldertjes gemaakt
 
In een hemelsch bedje, wit gedaakt,
 
In zijn lede-kantje fijn gelust, -
[pagina 92]
[p. 92]
 
Het zes-dagig kindje ligt gerust,
 
En het houdt met beide handjes vast
 
Zijn jong leven dat het heeft getast,
 
En er komen van zijn lippen uit
 
Kleine krakelingen van geluid,
 
En het rekt zich, geeft een hooge schreeuw,
 
Wil dan boven uit de wolken sneeuw
 
Van zijn witte bedje naar het licht,
 
En het roept met rimpelend gezicht
 
Dat het honger heeft en Een na Een
 
Komen teere handen, brengen heen
 
Zeer behoedzaam, kindje's kleine vracht,
 
Naar het wereldje, waar moeder wacht,
 
En met oogen iets tot kindje zegt; -
 
Kindje voelt zich worden aangelegd
 
Aan iets teeders, zachts, iets als satijn,
 
En het bijt daarin en doet het pijn, -
 
Maar niet spreekt de moeder, en zeer stil
 
Buigt zij tot het kindje, want zij wil
 
Dat het kindje bij haar borst verblijv',
 
Dat het ete, neme' van haar lijf,
 
Voedsel voor den honger, dien het heeft,
 
En de moeder voelt, hoe zich begeeft
 
Uit haar, drop na drop - en over-vloeit
 
Tot het kind, dat aan haar lichaam groeit,
 
Tot het kindje, dat voor haar bereidt,
 
Pijnen en de hoogste zaligheid.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken