Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen. Deel 2 (1918)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen. Deel 2
Afbeelding van Liederen. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Liederen. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.32 MB)

Scans (4.62 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen. Deel 2

(1918)–A. van Collem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Liederen der gemeenschap


Vorige Volgende
[pagina 74]
[p. 74]

[Nu weet ik wat in mij is denkende,]

 
Nu weet ik wat in mij is denkende,
 
Het is de zon, het licht, de zich uitschenkende
 
Aether die in ruimte gaat verloren,
 
En wordt ergens in mij opnieuw geboren.
 
 
 
Er zijn wel duizend werelden in mij,
 
En ik vertoef daar en ik vlieg er vrij;
 
Veel sneller dan de lichtslag gaat de vaart
 
Mijner gedachten in hun eigenaard.
 
 
 
Somtijds behaagt het mij op d'oceaan,
 
Die voor mijn denken opdoemt, scheep te gaan,
 
Ik voel de ruimte om mijn oogen waaien,
 
Ik zie de sterren om de zeeën zwaaien.
 
 
 
Of ik stijg ergens in mij, naar een top
 
Van hooge bergen, sneeuwbedekte, op,
 
Ik kijk tot d'aarde van hun uitzichtwallen,
 
En zie de ruimte om mij henen vallen.
[pagina 75]
[p. 75]
 
Ik wil ook soms tot menschen gaan, tot hen
 
Van wien ik weet dat ik gelijke ben,
 
Zij zijn gevuld met werelden, als ik,
 
En in de ruimte ruischt hun rythmentik.
 
 
 
Uit hun oogen sproeit goud zonnevuur,
 
Of noorderlicht of koud maanlichtgetuur,
 
Onzichtbaar om hun lichaam ruischt een schrijn,
 
Een witte sfeer waarin zij altijd zijn,
 
 
 
Soms zingen zij van uit dien lichtekring,
 
Dan is er in de wereld siddering,
 
De eene sfeere grijpt de andere aan,
 
Een nieuwe wereld is uit hen ontstaan.
 
 
 
Wij weten niet de werelden van zang,
 
Die in ons ruischten eeuwen eeuwen lang,
 
Maar soms is 't of zij opstaan, wenkende,
 
En zich ombuigen, klank uitschenkende.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken