Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen. Deel 4 (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen. Deel 4
Afbeelding van Liederen. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Liederen. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.29 MB)

Scans (4.41 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen. Deel 4

(1920)–A. van Collem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Nieuwe liederen der gemeenschap


Vorige Volgende
[pagina 63]
[p. 63]

XXVI.

 
Het geduchte hooge wezen mensch,
 
In wien alle krachten der natuur
 
Zich saamvoegden tot een schoonen opgang
 
Uit de donkre aarde naar het licht,
 
In wiens handen spant de wereldwijdte,
 
In wiens denken daalt de werelddiepte,
 
In wiens hersens wiegt haar ommegang,
 
In wiens oogen haar oneindigheid,
 
In wiens hartekamer klopt haar slag;
 
Het uit haar gegroeide hooge wezen,
 
Is geworden een belachelijke,
 
Die, van wit katoen maakt kleine stukjes
 
Voor zijn loonheer, en bezoekt de kerken
 
Voor zijn priester, en bewoont de krotten
 
Voor zijn landheer, en berijdt de paarden
 
Voor zijn krijgsheer, om te gaan ten oorlog; -
 
Het belachelijke wezen mensch,
 
Rijdt op paarden, met z'n hoofd in kolbak,
 
En een mantel van zijn schouders, afwaarts
 
Neder, langs de dijen van zijn paard,
 
Op de straten in den tijd van oproer,
 
En dan hupt hij, de belachelijke,
 
Als een kangaroe, hoog heen en weder,
 
En hij slaat de nekken zijner broeders
 
Die opkwamen voor het Communisme,
 
Slaat hun, dat het dieprood kostbaar bloed
[pagina 64]
[p. 64]
 
Spuit uit nekken, schedel, oor en schouder
 
Langs de pooten van zijn huppend paard,
 
En dit alles doet hij om den nek te stijven
 
Van zijn loonheer, die hem voert ten oorlog,
 
Voor zijn landheer, die hem schenkt de krotten,
 
Voor zijn priester, die hem wijst de kerken,
 
Kent gij tusschen alle dieren, éénen,
 
Zoo belachelijk, als dezen mensch.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken