Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen. Deel 4 (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen. Deel 4
Afbeelding van Liederen. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Liederen. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.29 MB)

Scans (4.41 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen. Deel 4

(1920)–A. van Collem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Nieuwe liederen der gemeenschap


Vorige Volgende
[pagina 74]
[p. 74]

XXXIII.

 
Wij kunnen niet meer leven zonder U,
 
O heilig Communisme, nieuwe God,
 
Ontzachlijke, die in ons hart oproept
 
De vreugde eener nieuwe werklijkheid;
 
Waart gij niet in mij, waartoe zou ik zijn,
 
En op de aarde dwalen en den dag
 
Zien donkren naar den moeden avond,
 
Die het verwacht hem in zich op te nemen
 
En weer te worden met hem, tot een dag
 
En dit oneindiglijk en zonder wil.
 
Waart gij niet tot mijn bevend hart gekomen
 
En van uw licht, het stralen in mijn hoofd
 
En van uw kracht, de beeldspraak in mijn handen
 
Waartoe zou ik bestaan, wat zou mij zijn
 
De hooge nacht, de worp der gouden sterren
 
Het witte maanschild, dekkende de zee,
 
De wolken dansend om de ronde aarde;
 
Wat zouden boomen zijn, waart gij er niet,
 
O Communisme, die hun kroon bespraakt,
 
Waartoe de wijde vogel in zijn vlucht
 
Gehangen roerloos aan de zwarte luchten,
 
Waart gij niet in mij, die hem teekent af,
 
Wat was de zon, wanneer Gij niet mijn stem
 
Begiftigde te zingen hare glorie,
 
O Communisme die luidstralend staat
 
Tusschen de hemelen en tusschen de aarde;
[pagina 75]
[p. 75]
 
Tusschen de grassen talloos van het veld,
 
Tusschen de bloemen en de kleine dieren,
 
Tusschen de sterren en den kleinen mensch.
 
Waart gij er niet, o zingend Communisme,
 
Al het geschiedende zou zijn als niets;
 
Maar gij zoudt zelve immers niet meer zijn
 
O aarde, was er niet het Communisme.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken