Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van God en van de natuur (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van God en van de natuur
Afbeelding van Van God en van de natuurToon afbeelding van titelpagina van Van God en van de natuur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.31 MB)

Scans (3.83 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van God en van de natuur

(1921)–A. van Collem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 55]
[p. 55]

XXXII

 
De lucht alom is God, ik adem hem,
 
Ik leef in hem, ik hoor zijn gaande stem,
 
Ik zie hem opstaan in het lage gras,
 
Ik hoor hem ritselen langs wei en plas,
 
Hij legt zich in de varens en het wier,
 
Hij kijkt uit oogen van het simpel dier,
 
Hij neemt gestalten van de boomen aan,
 
Hij is uit sterren tot mij ingegaan,
 
Ik heb de klank, de kleur, de lijn herkend
 
Van zijn gestalten aan het firmament;
 
Het zijn zijn afbeeldsels, zijn lichaam staat
 
Om mij, in schemer nacht en dageraad,
 
Ik ben geheel in hem gemaakt, hij is
 
Het ochtendkomen en de duisternis,
 
Het blad, de zee, het dier, de heuvelkom,
 
Hij is der bergen stoet, het sterrendom,
 
Hij is der aarde bloed, de hemelmelk,
 
De paars geslepen nacht, de zonnekelk,
 
Hij is een stervend woud, het rottend loof.
 
Hij is het speurend dier, glijdend naar roof,
 
Hij is de Groote onaanrandbaarheid
 
Van 't Leven, dat elk wezen maakt bereid
 
Te gaan geboorte in, te gaan ten dood,
 
Hij is het, die ten overgang gebood
 
Den mensch, te worden tot een vormloos ding,
 
Hij is de eeuwige verandering;
 
Ik ben uit hem gestegen en ik keer,
 
Als een verbrande in zijn adem weer,
[pagina 56]
[p. 56]
 
Dan ga ik tot mijn oorsprong, lucht alom
 
Waarin geluid wordt als in hooge Dom
 
Des levens eeuwig barnende geluid,
 
Het is de eindloosheid die zich luidt uit,
 
En allen moeten komen, dier en plant,
 
En mensch en hemel, vuur en zee en land,
 
Te nemen af elkanders vege lijf,
 
Bij 't eeuwig zingende volmaakt bedrijf
 
Dat leven heet, het stil geheimenis
 
Van Gods oneindige gestaltenis,
 
Mystiek der werkelijkheid, gij zijt de God,
 
Van wien wij uitgaan en weerkeeren tot,
 
En wreedheid is er niet, in 't zijn verscheurd,
 
Dat weet het dier, omdat hijzelve scheurt,
 
En voelt het een gerechtigheid, geen straf,
 
Het blad vindt het niet wreed, te vallen af,
 
De duisternis niet wreed, te zijn doorboord,
 
Het licht niet wreed, door nacht te zijn vermoord,
 
Want allen zingen, klank en vuur en lijn,
 
Dat zij in overgangen, eeuwig zijn.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken