Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van God en van de natuur (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van God en van de natuur
Afbeelding van Van God en van de natuurToon afbeelding van titelpagina van Van God en van de natuur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.31 MB)

Scans (3.83 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van God en van de natuur

(1921)–A. van Collem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 82]
[p. 82]

LIV

 
Oude vertellingen in nieuw gewaad,
 
Uit een verschemerd land ziet gij ze komen,
 
Vreemde geruchten tot uw oor dat luistert,
 
Zij zijn als ritselingen achter gordijn,
 
Uw oogen zien hen niet, gij leeft in droom,
 
Maar gij vermoedt, dat gindsche klanken gaan
 
Zooals verheugde wezens, in gewaad,
 
Dat ommegangen meedeelt, zacht behaaglijk,
 
Of neervalt zwaar in een brocaten bloem, -
 
Er zullen zijn in fosfoorlichtend goud,
 
In kokend paars, in zilvergroen ivoor,
 
In peinzend bruin, in bloeiend kersenrood,
 
Losvoetig gaan zij, en wellicht, een blad
 
Of dier is op hun kleeden gepenceeld,
 
Zooals bij krijgers, helden uit Japan,
 
Het wreede zwaard nabij den scheven mond,
 
Of ook bij Boeddhas, stil verzonken in
 
Aanschouwing van de vrome lotosbloem,
 
Waaruit het teer gelaat van Maja stijgt.
 
Luchte gewaden worden overal
 
Nu aangebracht om menschgestalten, die,
 
U te verschijnen, willen naderen.
 
Het hoog zachtpaars gordijn verschuift, een hand
 
Wordt zichtbaar en een zon-beschenen vak,
 
De plaats der samenkomst gaat blinkend open.
 
Nu staan de sprookjes aller tijden voor
 
Uwe verwonderde oogen bevend stil,
 
Zij dragen op hun wijd gewaad den dienst
[pagina 83]
[p. 83]
 
Uwer oer-oude menschheid gepenceeld,
 
Het sprookje ‘God’ staat lichtende voor U,
 
Jehova, Bel, Astarte, Dagon, Ptah,
 
De gele goden in hun Inca-maskers,
 
De tempel-wezens van het grijs Assur,
 
De marmerstille godheid van Athene,
 
En de gekruisigde van Nazareth,
 
Alle de sprookjes die de nacht ingaf,
 
Bij zilvren maan, die tot de aarde kijkt,
 
Het sprookje van de bloeiend gouden sterren,
 
De Zonnesprook, ontstijgende de zee,
 
In vermiljoen gewaad, den vochten morgen,
 
Alle de sprookjes die de stilte zei
 
Aan kleine menschen neder in woestijnen,
 
(Zij zaten aan den ingang van hun tent;)
 
Alle de godensprookjes zijn verschenen,
 
Zij zijn verschenen en gij ziet ze aan,
 
En uit hen allen, stijgt omhoog de mensch.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken