Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Punt- en kleine mengeldichten (1837)

Informatie terzijde

Titelpagina van Punt- en kleine mengeldichten
Afbeelding van Punt- en kleine mengeldichtenToon afbeelding van titelpagina van Punt- en kleine mengeldichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

Scans (130.88 MB)

ebook (3.23 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
sec - taalkunde

Subgenre

gedichten / dichtbundel
taalkunde/fonologie-fonetiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Punt- en kleine mengeldichten

(1837)–S.M. Coninckx–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XVIII.
Eduard den II.

 
Meint gy dat die in hoven woonen
 
Van kwellingen, van zorg en pyn
 
Ten allen tyd ontslagen zyn?
 
O neen, het leed zit ook op troonen:
 
Hiervan zal 'k u een helder blyk
 
Vol nare omstandighéden géven.
 
Een koning van het Britsche ryk,
[pagina 173]
[p. 173]
 
Die dóor de koningin verdréven
 
Uit zyn paleis, gehoond, bespot,
 
Wierd om-gevoerd van slot tot slot,
 
En eindelyk ontdaen van 't léven
 
Onmenschelyker wyze, o schand!
 
Dóor eigene onderdanen hand.
 
't Was Maltravers die hem bewaerde,
 
Een hert van stael gevormd, een fielt,
 
Die geene onwèerdighéden spaerde,
 
En zyn monarch gevangen hield.
 
Hy bragt hem eens dóor wind en régen
 
Dóor slyk en ongebaende wégen
 
Kaer zéker eenzaem bergkasteel,
 
In slegt gewaed en ongeschoren.
 
Droef liet zich Eduard toen hooren:
 
‘'k Heb een verzoek, het is niet véel:
 
Myn baerd, dien ik nu twintig dagen,
 
Zoo u bekend is, heb gedragen,
 
Hangt my schier over mond en kéel;
 
Ei! laet my, bid ik u, toch schèeren;
 
Dit is myn eenigste begèeren.’
 
- Ja, wel, zei Maltravers hem toen,
 
‘Dat zullen wy hier aenstonds doen.’
 
Hy laet hem van den wagen komen;
 
Een aerdhoop diende hem vóor stoel:
 
Vuil water héeft men fluks genomen
 
Uit een naby gelégen poel,
 
En hem de kin daermé' bestréken.
 
Den koning liet een diepen ach:
[pagina 174]
[p. 174]
 
O! maek het warm, aenhoor myn smeeken.
 
De boeven schoten in een lach.
 
‘'t Zal toch niet gaen naer uw verlangen;
 
‘'t Zal warm zyn, wat ge my ook doet,
 
Sprak Eduard, en goot een vloed
 
Van heete tranen op zyn wangen.
 
Men hoort ook zugten en geween
 
In koningshoven en op troonen;
 
Dit konnen alle de eeuwen toonen:
 
De exempels zyn te zeer gemeen,
 
En niet in Engeland alleen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken