Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Baes Gansendonck (1850)

Informatie terzijde

Titelpagina van Baes Gansendonck
Afbeelding van Baes GansendonckToon afbeelding van titelpagina van Baes Gansendonck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.15 MB)

ebook (3.44 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Baes Gansendonck

(1850)–Hendrik Conscience–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina *2]
[p. *2]


illustratie

[pagina 5]
[p. 5]

Herinnering.

In een dorp tusschen Hoogstraten en Calmpthout, in de antwerpsche Kempen, woonde Peer Gansendonck, de Baes uit de afspanning de St Sebastiaen.

Ik heb hem gekend, na 1830, toen ik soldaet was. Van dien tyd weet ik echter niets meer over hem, dan alleenlyk dat hy geene soldaten noch boeren lyden kon en liefst met officieren te doen had. Ook was hy ten uiterste tegen den Burgemeester verstoord, omdat deze den kapitein der kompagnie in zyne eigene wooning genomen had, de dry overige officiers by den Baron, den Notaris en den Doctor had gelegd, en hem, Peer Gansendonk, niemand te herbergen overgelaten had dan den sergeant-majoor, uwen ootmoedigen dienaer.

[pagina 6]
[p. 6]

Ik herinner my ook, dat ik myne ledige uren veeltyds doorbragt met allerlei aerdig speelgoed te maken voor Liesken, het vyfjarig dochterken van Baes Gansendonck. Het kind was ziek en scheen te willen verkwynen; maer er was iets zoo lieftallig in zyne engelenoogskens, iets zoo zuiver in zyn marmeren aengezigtje, iets zoo zoet-klagend in zyn zilveren stemmeken, dat ik er eene soort van geluk in vond, het kranke lam door spel, door zang en door vertellingen te troosten en te verkwikken.

Wat schreide Liesken bitter, hoe biggelden haer de tranen over de wangen toen de trommels het laetste vaerwel roffelden, en dat haer goede vriend, de sergeant-majoor, met den ransel op den rug, daer gereed stond voor altyd te vertrekken!

Maer zulke indrukken verdwynen zoo snel uit het jong gemoed! Sedert heb ik nooit meer aen het kleine Liesken gedacht, en het kind heeft my ongetwyfeld even diep vergeten.

Nu onlangs bragten myne dwaelreizen door de Kempen my voor de eerste mael weder in hetzelfde dorp. Ik trad erin zonder voorgevoel, zonder de minste verwachting.

Eventwel, niet zoohaest had ik het beeld der kerk, der huizen en der boomen in myn binnenste ontvangen, of een glimlach van verassing klom op myn gelaet en de borst zwol my van blyde aendoening. Bovenal deed het gezigt van het oude uithangbord boven de afspanning myn hart

[pagina 7]
[p. 7]

kloppen.... Ik boog het hoofd met ontsteltenis en bleef eene wyl roerloos staen om den stroom van jeugdige herinneringen te genieten, die als een zoele balsemvloed my door het hoofd golfde.

Wat moet in de jongheid onze ziele toch beminnend en magtig zyn, daer zy alles wat haer omringd voor eeuwig in haerzelve opsluit en met eene onverganglyke liefdewolk omhuldt! Menschen, boomen, huizen, woorden, alles, – levend of levenloos, – wordt een gedeelte van ons eigen wezen; aen elk voorwerp hechten wy eene herinnering zoo schoon en zoo zoet als onze jeugd zelve. Onze ziele loopt over van kracht, zy spat vonken en sprankels van haer leven over al het geschapene; en terwyl wy onophoudend het geluk tegenjuichen dat ons, kinderen of jongelingen, in de onbegrensde toekomst te wachten staet, juicht en zingt alles in de natuer eenstemmig met ons.

Ach, hoe bemin ik de weide, den lindenboom, de pachthoeve, het kerksken en alle andere dingen die my zagen, toen de roozen der jeugd en de leliën der zuivere levenspoëzy my den schedel sierden! Zy hebben genoten wat ik genoot, ik zag ze weeldrig grocijen, en lachend in het zonnelicht glansen, toen ik vrolyk was en dartelend vooruitstroomde in de onbekende baen der menschelyke bestemming. Zy zyn myne oude speelgenoten, myne gezellen; elk van hen roept iets aengenaems, iets verrukkends tot

[pagina 8]
[p. 8]

my; zy spreken de tael myns harten, alle de fynste snaren myner ziel trillen weder met jeugdige kracht by dien roep...... en in stille godsdienstige aendoening dank ik den Heer, dat hy, zelfs in het bevrozen hart van den afgesloofden mensch, nog de zoete bron der herinnering-vlieten laet.

Voor de deur der oude afspanning staende, was ik gansch teruggetooverd naer betere tyden. Ik zag myne kameraden, myne officieren weder; de trommel bromde in de verte, ik hoorde het manhaftig commando klinken, den wegrukkenden oorlogszang boven de huizen galmen, den jagershoorn in het lindenloover schallen...... maer tusschen dit alles verscheen my nog klaerder en frisscher het rustig engelenbeeld van Liesken, dat my toelachte uit het verleden.

Het gedacht des menschen schiet sneller door de wereld der gepeinsen dan het bliksemvuer door de ruimte des hemels: een minuet slechts had ik ontroerd gestaen, en reeds waren vyf schoone maenden van myn leven in volle helderheid voor myne oogen heen gewandeld.

Met groot verlangen en vrolyk gelaet stapte ik op de afspanning aen. - Liesken zal ik zien; zy kan my niet herkennen, ik weet het wel, want het kind moet nu eene schoone vrouw geworden zyn; haer aenblik toch zal my verblyden. – Zy was ziek en kwynend; misschien ligt zy ouder de aerde op het stille kerkhof! Weg, dit akelig

[pagina 9]
[p. 9]

gedacht, door de koele rede tusschen myne warme herinnering geworpen!

Maer wat is my dit hier vreemd en droef in den St Sebastiaen! Alles is er veranderd: inenschen en zaken. Waer is Baes Gansendonck? Waer is Liesken? Waer de schuiftafel, op welke ik met myne kameraden zoo menige kanne bier verspeelde? Alles is verdwenen!

Arm Liesken, ik zie nog den hoek by het venster, waer gy met uw hoofdeken op de knie uwer moeder te rusten laegt, waer ik u zoo verblydde met dien kaertenwagen door vier meikevers getrokken; waer uw trage oogslag, als een gebedeken, my dankte voor myne vriendschap.

Ik had het altemael zoo diep vergeten! Ik wist zelfs niet meer dat ik eens in deze streek gekomen was; maer nu ontspringt uit elke zaek een beeld, uit elke zaek eene stem: ik zie, ik hoor alles weder; alles wordt jong en lachend; - ook myn hart, dat terugkeert in de harmonische eenstemmigheid met deze gekende en geliefde natuer.

Zoet Liesken, wie zou alsdan gezegd hebben, dat ik eens uwe geschiedenis aen myne landgenoten verhalen zou, gelyk ik eertyds uw hart verkwikte door kindelyke vertellingen?

Het leven is gelyk aen eenen dier reuzenstroomen van Amerika, die eenigen tyd vreedzaem tusschen lachende

[pagina 10]
[p. 10]

oevers vloeijen; maer dan eensklaps van eene berghoogte afstorten en in huilende draeikolken stormend en verbryzelend voortrollen. De mensch is een stroopyl dat vlot op den stroom; de stille vaert tusschen de bloeijende oevers is de jeugd; de brieschende waterval, de slingerende maelstroom is de menschelyke maetschappy, waerin de Man als een stroopyl wordt gestort: het valt, het gaet ten gronde, het verheft zich weder, het duikt op nieuw, het wordt gefolterd, gekneusd, gepletterd, afgesleten. - Wie kan weten op welken oever het arme stroopyl zal worden geworpen?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken