Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken 4. Het wassen beeld (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken 4. Het wassen beeld
Afbeelding van Volledige werken 4. Het wassen beeldToon afbeelding van titelpagina van Volledige werken 4. Het wassen beeld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.95 MB)

Scans (11.65 MB)

ebook (4.00 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken 4. Het wassen beeld

(1912)–Hendrik Conscience–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 251]
[p. 251]

XVI

Het kon zes uren des morgens zijn en het was reeds lang klaar dag, toen Mev. Bakeland ontwaakte.

Zij wendde zich met eene plotselinge beweging om, hief het hoofd op en blikte als angstig naar het kleine bed, welks gordijnen waren gesloten.

Nadat zij eene korte wijl had geluisterd, kwam een blijde glimlach op hare lippen zweven, terwijl zij in zich zelve murmelde:

‘Ha, Goddank, het was slechts een droom! Roosje slaapt nog gerust!’

En zij liet het hoofd terug op het kussen vallen en sloot de oogen, om, ware het mogelijk, opnieuw in te sluimeren. Dit gelukte haar echter niet.

Zij stond op, naderde hare opschiktafel, waschte zich en trok een morgenkleed over haar nachtgewaad aan.

Op de teenen gaande, om haar kind niet te wekken, nam zij een begonnen borduurwerk uit eene lade, droeg met de grootste voorzichtigheid eenen stoel bij het venster, opende dit om de zoete morgenlucht te genieten, zette zich neder en dreef in stilte de naald met roode zijde door het sneeuwwitte doek.

Wat zij daar maakte, kon zeker niet tot eenen nauwkeurigen arbeid gedijen; want welhaast bewogen

[pagina 252]
[p. 252]

hare vingeren slechts werktuiglijk en zij scheen geheel van het gevoel der wezenlijkheid weggedwaald; zij glimlachte, zuchtte, mompelde in zich zelve, staarde ten hemel of schudde bekommerd het hoofd. Ongetwijfeld woelde in hare zieke hersens eene wereld van droomgepeinzen en goochelbeelden, waartusschen haar gewaand kind eene voorname plaats moest innemen, dewijl nu en dan de dierbare naam Rosa van hare lippen viel.

Onder den invloed eener onrustwekkende gedachte stond zij op, ging tot het beddeken en trok de gordijn een weinig ter zijde. Het meisje, nog slapend, lag met den rug naar voren gekeerd. Bernardina zag dus niets dan hare glimmende zwarte lokken en de helft van haar gelaat.

Zij keerde terug tot haren stoel, nam weder het borduurwerk in de hand en zeide met eenen helderen glimlach:

‘Onnoozel lam, niets ontstelt noch bedroeft hare zuivere ziel. Wekte men haar niet, ze zou altoos, altoos slapen..... Ach, slapen is toch zoo zoet, zoo gelukkig!’

Maar na eene lange wijl wachtens scheen de eenzaamheid haar te bedroeven; in afwezigheid van het wassen beeld ontbrak er iets aan haar leven. Zij verhief de'stem en riep:

‘Ha, Roosje, de zon schijnt reeds sedert twee uren. Het is tijd om op te staan, kind!’

De gordijnen verroerden zachtjes. Meenende dat de windtocht het kleine bed bereikte, duwde de zorgvuldige moeder het venster dicht, en riep dan weder:

‘Kleine luiaard, het is genoeg geslapen. Hoort gij mij niet?’

[pagina 253]
[p. 253]

‘Ja, ja, moederlief, ik hoor u wel, en sta op,’ antwoordde het meisje.

Een hevige zenuwschok trof Mev. Bakeland; hare strakke oogen drukten evenveel schrik als verbaasdheid uit.

Zij legde zich de hand aan het voorhoofd, en terwijl een pijnlijke glimlach over haar aangezicht kwam, morde zij:

‘Die stem in mijne hersens? Ach, het is alweder een droom! Waarom is mijne ziel zoo onbegrijpelijk ontsteld?.....’

Maar daar daalde Rosa van het bed en naderde in haar wit gewaad - zooals men ze te slapen had gelegd - tot hare moeder. Het kind was een weinig vreesachtig en beschouwde aarzelende deze bleeke dame, die, in al hare leden bevend, haar met de oogen scheen te willen verslinden.

Een glimlach, een koortsige grijns misschien, die over het gelaat der krankzinnige liep, gaf het meisje de noodige stoutheid om te doen wat haar nieuwe vader haar had bevolen. Zij liep vooruit, sprong de dame aan den hals en zoende haar menigmaal, onder het herhalen der machtige tooverwoorden:

‘Moederken-lief, lieve moeder, ik zie u zoo gaarne! Ik zal u altijd, altijd gaarne zien!’

Het hart der ontstelde Bernardina klopte onstuimig, als dreigde het te breken; het moederlijk gevoel - zoo eindeloos diep, zoo onverdelgbaar in der vrouwen ziel geworteld, - was sterker dan hare krankzinnigheid. Zij liet zich door het kind kussen enstreelen. Misschien had zij het, bewusteloos, zelf eenen zoen teruggegeven; maar zij bleef, als van spraak beroofd, stom en verbaasd, het aanstaren en

[pagina 254]
[p. 254]

betastte met koortsige aangejaagdheid de armen en schouders, om zich te overtuigen, dat zij niet de speelbal van een ijdel droomgezicht was ....

Op dit oogenblik schoot, als een bliksemstraal, eene herinnering door haren geest. Zij trok de haarlokken van het kind uiteen en vestigde den blik op de kruin van het hoofd..... Een doffe gil ontsnapte haar; zij brak los in een tranenvloed en klemde het meisje met zulk eene woeste kracht tegen hare borst, dat het verschrikte kind eenen luiden hulpkreet slaakte.

De baljuw en Katrien kwamen in de kamer geloopen, om Roosje tegen hare zinnelooze moeder te beschermen; maar toen zij zagen, hoe Bernardina, met eene liefdevonk in de oogen en eenen stralenden lach, tusschen hare tranen, haar kind op het hart hield gedrukt, verging hunne bezorgdheid geheel en zonk er eene zoete hoop hun in den boezem.

‘O, lieve Bernardina,’ zeide de baljuw, ‘bedaar, bedaar; laat het geluk u zoo diep niet ontstellen. Nu is ons aangebeden Roosje in uwe armen teruggekeerd; het zal ons nimmermeer verlaten. Hoe lief, hoe beminnend, niet waar? Hoe teeder zij u streelt, u, hare goede, hare welbeminde moeder!’

Nog overvloediger stroomden de tranen uit de oogen der dame; zij bleef even stom en als weggedwaald in stormige gedachten.

‘Spreek, spreek, lieve!’ smeekte de baljuw, ‘uw stilzwijgen verschrikt en martelt mij!’

Zij reikte hem eene harer handen en zeide met angstigheid in de stem:

‘Frederic, goede Frederic, o zeg, wat geschiedt er met mij? Ik ben vervaard van mij zelve! Indien

[pagina 255]
[p. 255]

het alweder niets was dan een wreede droom?..... Dit licht, dit verblindend licht, dat als een zengend vuur mij door de hersens schiet, is het dwaling of is het waarheid?’

De baljuw had de macht niet om haar te antwoorden. Een kreet van onuitsprekelijk geluk ontsnapte zijner hijgende borst; hij waggelde op zijne beenen, liet zich geknield ten gronde zakken, hief de handen ten hemel en riep uit:

‘Heer, barmhartige Heer, uw heilige naam zij gebenedijd voor die dubbele, die opperste weldaad!’

Maar hij sprong weder op, en liep juichend en met open armen tot zijne echtgenoote.

Een oogenblik later vormden de vader, de moeder, het kind en de oude meid eene enkele groep van zalige menschen, wier tranen, wier omhelzingen, wier zegekreten zich vermengden tot een vurigen lof zang, den goeden, den almachtigen God ter eere.....

 

EINDE


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken