Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken 17. De arme edelman. Eene 0 te veel (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken 17. De arme edelman. Eene 0 te veel
Afbeelding van Volledige werken 17. De arme edelman. Eene 0 te veelToon afbeelding van titelpagina van Volledige werken 17. De arme edelman. Eene 0 te veel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

Scans (14.81 MB)

ebook (3.41 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken 17. De arme edelman. Eene 0 te veel

(1912)–Hendrik Conscience–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 107]
[p. 107]

VIII

Het spreekt van zelf, dat Simon Storms, van het oogenblik dat zijn brief naar Amsterdam was vertrokken, geene rust meer had gevonden.

Hij deed nu niets meer dan op de Beurs alle geruchten en alle berekeningen over de kansen van vrede of oorlog met bekommerdheid afluisteren, de dagbladen lezen en met kloppend hart de minste tijding afwachten.

Hoe kon het anders zijn? Van de staatkundige verwikkelingen en van het dalen of klimmen der prijzen hing zijn fortuin af, - zijn eigen geluk en het geluk van al wie hem dierbaar waren op aarde.

Den eersten dag keerde hij des avonds blij en vol moed naar huis. Er was reeds een half oortje rijzing op de koffie. Kon die voordeelige strekking blijven duren, dan zou hij zich zijner vermetele onderneming niet te berouwen hebben.

Hij deelde dan aan zijne moeder mede, dat hij, in de hoop van in eens genoeg te winnen om Kaat uit haren hachelijken toestand te kunnen redden, al wat hij bezat op eenen enkelen slag had gewaagd. Het verschrikte de vrouw, zonder het te hebben geweten, zoo nabij eene mogelijke armoede zich te bevinden;

[pagina 108]
[p. 108]

maar Simon was zoo welgemoed en had zooveel vertrouwen, dat hij zijne moeder eindelijk door zijne schoone uitzichten verblindde. - Beiden droomden dien nacht van rijkdom, van geluk en van een leven vol zaligheid.

Zoo bleef de toestand drie of vier dagen duren. Dan, op zekere berichten aangaande het behoud van den vrede, kwam de Beurs van Amsterdam met eenen afslag van twee oortjes op de koffie.

Bleef de prijs zoo, dan verloor Simon bijna tweeduizend franken op de koffie, door hem in Holland aangekocht; daalde de prijs nog, dan liep hij gevaar alles kwijt te zijn wat hij zoo arbeidzaam had gewonnen.

Maar het kon nog beteren; er kwamen sedert eenigen tijd zoovele veranderingen, alhoewel niet groot, in de waarde der koffie, dat men geen uur zeker kon zijn van den dag van morgen.

Ondanks deze troostende overwegingen was de arme Simon zeer vervaard en bedrukt, en omdat hij niet gaarne dezen slechten toestand aan zijne moeder hadde bekend gemaakt, dwaalde hij een gedeelte van den dag door de stad, zonder goed te weten waar hij naartoe wilde.

Toen hij na den noen voorbij het postkantoor ging, kwam tot hem een bediende, die hem eenen brief uit Holland overreikte.

Simon stak het papier gesloten in zijnen zak; hij wist genoeg, welke boodschap de brief hem bracht. Het kon anders niet zijn dan een bericht van het Amsterdamsche Huis, waarbij men hem, onder toezending van den vrachtbrief, liet weten, dat men de vijfhonderd balen koffie hem had afgezonden.

[pagina 109]
[p. 109]

Eene straat verder gegaan zijnde, haalde hij werktuiglijk den brief uit zijnen zak en opende hem.

Wat kon daarin te lezen staan, dat Simon zoo schrikkelijk deed verbleeken en hem eerst eenen hollen zucht en dan eenen krampachtigen spotlach ontrukte?

‘Hoe? Wat? Mijne oogen schemeren,’ mompelde hij. ‘Vijfduizend balen? Maar het is onmogelijk..... En evenwel, ik zie het klaar; het staat er in volle letters: Vijfduizend balen!..... Kom, kom, blijven wij bedaard. Het is eene dwaling; ik kocht slechts vijfhonderd balen, en zulk overdreven getal, als die brief mij aankondigt, zou men mij niet zenden, zelfs niet indien ik ze had gevraagd..... Maar ik wil ze niet, ik weiger ze in alle geval. Twee oortjes daling? Wel, wel, ik ware voor altijd verdorven. Neen, neen, het is eene feil van den afschrijver des briefs. Bekommeren wij ons daarover niet.’

Zoo sprak hij al gaande in zich zelven; maar, hoe hij ook poogde eenige gerustheid te bekomen, zijn hart popelde zeer angstig en hij begon schier te loopen, om haastig te huis te zijn en daar op zijn kopieboek zich te verzekeren, dat hij het niet was, die eene noodlottige dwaling had begaan.

Het haar rees hem te berge en hij begon op zijne beenen te wankelen, toen hij den blik op zijn open kopieboek sloeg. Daar stond wel waarlijk in zijnen brief 5,000, en dit noodlottige cijfer vlamde hem in de oogen als eene veroordeeling tot ongeluk en armoede.

Eilaas, in zijne haast, in de verwarring zijns geestes, ontsteld door de tijding der ziekte van Kaat,

[pagina 110]
[p. 110]

had hij eene 0 te veel gezet, en deze beklaaglijke feil dompelde hem nu in het verderf!

Zonder binnen in huis te treden of zijne moeder te groeten, ging hij met spoed ter deur uit en liep naar den Oever, om M. Waterschoot zijn ongeluk te klagen en hem raad af te smeeken in zijne hachelijke verlegenheid.

Hij vond zijnen beschermer in zijn kabinet, gaf hem in korte woorden kennis van de dwaling, welke hij had begaan, en reikte hem den brief van Amsterdam over.

‘De vijfduizend balen zijn ingescheept en op weg naar Antwerpen,’ mompelde M. Waterschoot. ‘Binnen twee of drie dagen kunnen ze hier aankomen.’

‘Indien ik schreef, dat het overdreven cijfer van mijnen aankoop het gevolg is eener feil en dat ik eene 0 te veel heb gezet?’ vroeg Simon, half zinneloos van angst. ‘Het is ontegensprekelijk. Misschien zou men mij ginder verontschuldigen.’

‘Hoop dit niet,’ zeide zijn berschermer. ‘Het Huis van Amsterdam is eerlijk en voert al zijne verbintenissen stipt en trouw uit; maar, is men daar streng voor zich zelven, men is het insgelijks voor anderen. Gij hebt de vijfduizend balen gekocht en ge moet ze aanvaarden.’

‘Maar, maar, ik ben in den grond verdorven!’ klaagde Simon. ‘Zooals de prijzen nu staan, kan ik nauwelijks het verschil te goed doen, met alles op te offeren wat ik bezit; en, daalt de prijs nog, o hemel, dan ben ik bankroet!’

‘Wat wilt gij er aan doen, mijn vriend? Zoo zijn de kansen van den handel. Mij is hetzelfde gebeurd,

[pagina 111]
[p. 111]

toen ik pas een jaar als koopman op de Beurs was getreden.’

‘O, Mijnheer, om Gods wil, geef mij raad. Wat zal ik doen?’

‘Het is eenvoudig: den slag met verduldigheid en moed onderstaan. Is het noodig, alles opofferen om uwen goeden naam als koopman te redden. Opnieuw beginnen.....’

‘Maar, Mijnheer, zonder geld?’

‘Krediet is ook geld, mijn vriend. Indien gij deze gewichtige zaak kunt afdoen zonder in schuld te blijven, zult gij bij iedereen een groot vertrouwen aanwinnen, en het zal u gemakkelijk zijn - wil het geluk u een weinig toelachen - terug te winnen wat gij nu hebt verloren. Ik ken in Antwerpen vier of vijf kooplieden, die nog dieper gevallen waren en nu weder prachtige zaken doen.’

‘Maar indien men verneemt, dat ik mij door eene dwaling, door eene domheid in het verderf heb gestort? Men zal mij uitlachen!’

‘Wees niet onvoorzichtig genoeg,’ zeide M. Waterschoot zeer streng, ‘niet dwaas genoeg om iemand, wie het zij, kennis van uwen misgreep te geven. Het zou u de openbare achting doen verliezen.’

Simon scheen weinig getroost door de woorden van M. Waterschoot. Wat de bedrukte jongeling niet zeide, was, dat hij nu de eenige kans had verloren om zijne lijdende vriendin te redden. Mocht het in de toekomst hem nog mogelijk zijn, zich weder te verheffen, dit late geluk was hem schier onverschillig.

In zijne wanhoop vroeg hij, of M. Waterschoot hem desnoods zijne nederige plaats van magazijnier zou teruggeven.

[pagina 112]
[p. 112]

‘Kom, kom, zooverre zijt gij nog niet,’ kreeg hij ten antwoord. ‘In alle geval, Simon, indien het ongeluk u bleef vervolgen, zoudt gij uwe plaats van magazijnier bij mij kunnen hernemen; ik heb het u beloofd, en daarenboven, ik ben niet tevreden over uwen opvolger.’

‘Ach, Mijnheer, ik dank u uiterharte: het is eene redplank, die gij mij aanbiedt. Zoo zal ik mijne moeder ten minste voor gebrek kunnen behoeden.’

‘Zoudt gij gelooven, mijn goede Simon, dat gij onredelijk zijt?’ morde M. Waterschoot berispend. ‘Gij, ondernemend tot vermetelheid toe, gij laat nu zoo moedeloos het hoofd hangen? Wie zegt u, dat de prijs der koffie op twee, drie dagen niet kan rijzen? Er komt bijna met elke post verandering.’

‘En indien hij nog daalde?’

‘Men moet het afwachten en niet wanhopen, voordat men zeker is van zijn ongeluk. Ga nu gerust naar huis, mijn vriend, en poog moedig te blijven; maar spreek niemand van de 0 te veel, zelfs niet uwe moeder. Treft u de slag, dien gij vreest, gij kent den weg naar mijne woning en weet, dat ik gelukkig zal zijn, u te kunnen helpen.’

Simon drukte met vuur de hand, welke zijn beschermer hem toereikte, en verliet het kantoor onder het uitspreken van warme dankbetuigingen.

Hij keerde inderdaad huiswaarts, min hopeloos misschien, doch diep bedrukt. Aan zijne moeder zeide hij niets van den angst, die zijnen boezem beklemde, en bleef schier tot den nacht alleen op zijn kantoor, onder voorwendsel van haastigen arbeid.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken