Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken 30. Geschiedenis mijner jeugd. Wat eene moeder lijden kan. Redevoeringen (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken 30. Geschiedenis mijner jeugd. Wat eene moeder lijden kan. Redevoeringen
Afbeelding van Volledige werken 30. Geschiedenis mijner jeugd. Wat eene moeder lijden kan. RedevoeringenToon afbeelding van titelpagina van Volledige werken 30. Geschiedenis mijner jeugd. Wat eene moeder lijden kan. Redevoeringen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.96 MB)

Scans (22.04 MB)

ebook (3.28 MB)

XML (0.71 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
verzameld werk
lezing / voordracht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken 30. Geschiedenis mijner jeugd. Wat eene moeder lijden kan. Redevoeringen

(1912)–Hendrik Conscience–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 97]
[p. 97]

Redevoering uitgesproken in de Maatschappij voor Taal en Kunst, in de tegenwoordigheid des Konings en der koninklijke familie, ter gelegenheid van het huwelijk van Z.K.H. den Hertog van Brabant met H.K. en K.H. Maria Hendrika van Oostenrijk.

Deze zaal heeft menigmaal gedreund onder onze vaderlandsche zegekreten: meer dan eens hebben wij, hier vergaderd, den dierbaren naam Zijner Majesteit, onzen goeden koning, en HH. KK. HH. zijne geliefde zonen, in jubelende galmen ten hemel opgezonden als een gebed der vurigste dankbaarheid. Geene enkele van al de oneindige weldaden, door God en den koning aan België bewezen, of zij is hier met godsdienstig gevoel van erkentelijkheid herdacht en gevierd.

Ik hoor nog in mijn ontsteld gemoed de daverende triomfzangen, die onlangs uit deze zaal ter eere van den Kroonprins, - hoop en toekomst des vaderlands, - in de hoogte klommen; ik hoor nog, hoe onze begeesterde stemmen zich paarden aan het reusachtige zegelied, dat uit alle hoeken van België opsteeg en het verbaasd Europa met verwondering sloeg.

Maar de schat van Gods goedheid was voor ons nog niet uitgeput; - en, alsof onze liefde, onze trouw, onze vreugd zelve ons eener hoogere gunst hadden waardig gemaakt, onze dankbare stemmen klonken nog door het ruim, toen reeds daarboven

[pagina 98]
[p. 98]

eene nieuwe weldaad voor ons vreedzaam en gelukkig vaderland werd bereid.

De almachtige beschermer van België wierp den oogslag zijner genade op Europa's Oostergrens; dáár, in den keizerlijken gaard, ontlook eene edele bloem, eene zuivere lelie, eene doorluchtige spruit, versierd met al de gaven der jonkheid, der schoonheid en der deugd..... En God sprak aldus zijne beslissing uit:

‘Er is op aarde een troon, door Mij gebouwd op onwrikbare zuilen van volksliefde en vorstenwijsheid; een troon, glanzend door de Majesteit van hem, die hem bekleedt; een troon, geheiligd door de deugden eener zalige vorstin; een troon, omringd en versierd met het edelst kroost; een troon, voor welks voet de dankbare gebeden van een geheel volk dagelijks te zamen stroomen en van daar opklimmen tot Mij, den God aller natiën..... Maria Hendrika, keizerlijke leliebloem, zoo zuiver in mijn oog, Ik wil mijn geliefd Belgenland eene weldaad schenken. Die Koning worde u een teedere vader; de eerstgeborene zijner edele telgen worde u een dierbare echtgenoot; dat liefderijk volk worde u een verkleefd en dankbaar huisgezin; die troon, waarop mijne genade rust, worde eens uw vorstelijke zetel!!.....’

Luistert, dáár, achter den verren horizont, verheffen reusachtige vreugdegalmen zich in de hoogte! De lucht schijnt er van ontsteld..... Ik zie gansche drommen volks de dorpen verlaten, uit den schoot der aarde opklimmen, uit zwoegende vuurkolken zich vooruitwerpen en met koortsige blijdschap te zamen stroomen. Het zijn onze Waalsche broeders, die hunne bergen en dalen doen daveren onder hunnen

[pagina 99]
[p. 99]

machtigen zegekreet: ‘Daar is zij! Daar is zij, de keizerlijke bruid van onzen geliefden erfprins!.....’

Welhaast richt het ijzeren stoomgevaarte, belast met alles, wat wij meest beminnen op aarde, zijnen snellen loop naar het hart van België; en, alhoewel het vooruitschiet als een pijl, uit eenen reuzenboog ontsnapt, toch staan de bevolkingen aller steden en dorpen langs de baan geschaard en doen den hemel hergalmen van hunnen durenden welkomstgroet.

Oh, het is schoon, wonderbaar schoon en troostend, het schouwspel van een geheel volk, dat zijne duizenden stemmen tot eenen enkelen jubelkreet, tot een enkel danklied vereent. Het is schoon en edel te zien, hoe op onzen geboortegrond alle stammen, alle standen, alle gezindheden eenparig juichen en hunne blijde tranen vermengen, wanneer wij God en den koning om eene nieuwe weldaad te danken hebben. Ah, het is wel waar, dat al de Belgen slechts een enkel broederlijk huisgezin vormen - en daarom rust de zegen des hemels zoo zichtbaar op hen, omdat de heilige vlam der liefde toch in hunne harten blijft branden, al mocht ook hunne strekking naar het goede verschillig zijn.

En nochtans, indien het mogelijk ware, dat een gedeelte des algemeenen vaderlands zich bijzonder gelukkig gevoelde over de doorluchtige echtverbintenis, die men in gansch België viert, dan voorzeker zouden wij het zijn, wij Vlamingen, frissche tak van den Germaanschen reuzeneik, wij broederen van het edele Duitsche volk, in de taal en in den bloede.

Ah! wij zullen de uitverkorene dochter des keizers eeren, niet waar? Wij zullen de doorluchtige dochter Maria Theresia's beminnen, niet waar? Beminnen

[pagina 100]
[p. 100]

zooals het hart der Belgen beminnen kan? En, mocht het nijdig lot soms eene dreigende wolk doen ontstaan, niet waar, dan zou voor ons het historisch Moriamur pro Rege nostro ook eene waarheid worden? En wij zouden toonen, dat het heldenbloed onzer vaderen heden nog den eed onzer liefde bevestigen kan!.....

Maar neen, hebben wij betrouwen op Gods goedheid. Hij, die ons den wijsten koning der aarde gaf, Hij zal het land zijner genade beschermen; Hij zal onzen geliefden erfprins en zijne keizerlijke bruid bewaren voor de minste smart, en hun levenspad met de bloemen des geluks en des roems bestrooien; Hij zal den graaf van Vlaanderen en de prinses Charlotte, teerbeminden onzer zalige koningin en weldoenster Louisa, opleiden en met zijnen zegen vergezellen; Hij zal de dagen van onzen ouden koning vermenigvuldigen, opdat hij lang, zeer lang nog de beschermengel van België moge zijn; opdat onze kleinzonen ook nog het geluk zouden genieten, den grootmoedigen weldoener huns vaderlands te aanschouwen en te danken.

O, ja, zóó zal het lot zijn van hen, die wij beminnen; want, - antwoordt mij in uw hart, - zoo de liefde eens volks de vorsten gelukkig maken kan, wie op aarde kan gelukkiger zijn dan Zijne Majesteit onze koning Leopold en zijn dierbaar huisgezin?..... Welaan, vrienden, geeft getuigenis van dit gevoel! Dat onze stemmen, bezield door liefde en dankbaarheid, ten hemel stijgen; dat onze zegegalm klinke tot voor Gods troon!

Leve de koning! Leve de hertog! Leve de koninklijke familie!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken