Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken 33. Moederliefde. Lambrecht Hensmans (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken 33. Moederliefde. Lambrecht Hensmans
Afbeelding van Volledige werken 33. Moederliefde. Lambrecht HensmansToon afbeelding van titelpagina van Volledige werken 33. Moederliefde. Lambrecht Hensmans

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.73 MB)

Scans (24.38 MB)

ebook (6.66 MB)

XML (0.74 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken 33. Moederliefde. Lambrecht Hensmans

(1912)–Hendrik Conscience–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 37]
[p. 37]

V

Op hetzelfde uur van middernacht verliet een jongeling, met name Jan Bruggelinck, eene herberg omtrent de Vischmarkt. Daar hij later dan naar gewoonte was uitgebleven en waarschijnlijk eene duchtige vermaning vreesde, stapte hij snel door de duisternis heen. Hij was de zoon van den kuiper op de Eiermarkt. Zoo ging hij dan door de Zilversmidstraat, over de Groote Markt, langs het Groen Kerkhof, en naderde welhaast zijne woning. - Maar, gelijk hij nu de hand aan zijne huisbel brengt, hoort hij, in de stilte des nachts, een zonderling gerucht als van een zilveren voorwerp, dat op de steenen valt en klinkt. Hij dringt met zijn oog, zoo goed hij kan, door de donkerheid, en ziet een mensch, die op de teenen gaat, langs de huizen voorbijsluipem. Die man draagt eenen zak op den rug; zijne witte klak is alles wat Bruggelinck van zijne kleederen onderscheiden kan. Misschien ware het hem gelukt dien geheimzinnigen, nachtelijken arbeider beter te herkennen, maar reeds was deze achter den hoek der Zuidstraat verdwenen.

Jan Bruggelinck had geenen moed te veel. Alhoewel hij zich overtuigd achtte, dat men ergens in de

[pagina 38]
[p. 38]

gebuurte eenen diefstal pleegde of gepleegd had, haastte hij zich aan de bel zijner woning te rukken om te worden binnengelaten. Aan den knecht, die hem opende, vertelde hij wat hij daareven gehoord en gezien had. Deze beweerde, dat hij ten minste had moeten schreeuwen: houdt den dief! houdt den dief!’ en dat het nu voor hen nog een plicht was, te gaan zien, waar de dieven aan het stelen waren, en ze te verjagen. Hoe weinig smaak Jan Bruggelinck ook daartoe had, volgde hij echter den knecht op de straat, en wees hem de plaats, waar hij dacht, dat het eerste gerucht zich had doen hooren.

Vóór de woning van M. Standel gekomen, zagen zij, dat de keldermond opengebroken was en de deur wijd openstond. De knecht begon met geweld de bel te doen klinken en wekte hierdoor den heer Standel, die een venster opende en vroeg, wat men begeerde; maar niet zoohaast had de kuipersknecht hem geantwoord: ‘uw huis is opengebroken; gij zijt bestolen!’ of M. Standel trok zijn hoofd terug en begon binnen in zijne woning te schreeuwen en te klagen, als wierd hij vermoord.

Weinige oogenblikken later kwam hij met zijne vrouw beneden. Hij ontsloot de deur en liep dan met zijn licht naar het kleine kamerken aan de straat. De beide echtgenooten huilden erbarmelijk en rukten zich de haren uit van wanhoop: - al het zilverwerk en een goed deel nieuw lijnwaad was verdwenen.

Tusschen hare klachten over het verlies van haar goed, deed de vrouw niet dan uitroepen:

‘Hij zal het bekoopen, de schijnheilige schelm! Hij zal het duur betalen, de dief!’

Terwijl iedereen, zelfs haar man, verwonderd was

[pagina 39]
[p. 39]

over hare onverstaanbare uitroepingen, trok zij met ongeduld al de laden der kast open en zag, tot haar groot verdriet, dat de dieven niets van waarde hadden vergeten weg te nemen.

Op het bovenste schab vond zij een werktuig, dat waarschijnlijk gediend had om het slot der kast open te breken; met bevende gramschap hield zij eenigen tijd het gevonden voorwerp onder haar oog. Haar man vroeg haar op dit oogenblik, of zij den dief dan kende. Voor alle antwoord toonde zij hem het werktuig. Het was een haak van vorm als eene S, waarmede de huisschilders hunne verfpotten aan de ladder hangen.

‘Ha!’ riep M. Standel, ‘het is zoo? Nu weten wij genoeg! Die vervloekte Hensmans! Schijnheilige!’

En zich tot Bruggelinck wendende, vroeg hij:

‘Maar hoe zag hij er uit? Was hij niet lang?’

‘Ja, tamelijk.’

‘Ziet gij het wel?’ riep vrouw Standel.

‘Had hij geen grauw vest aan?’

‘Dat weet ik niet. Alleenlijk heb ik heel goed bemerkt, dat hij eene witachtige klak ophad.’

‘Ja, hij is het de schelm!’ riep de vrouw. ‘Eene witte klak? Hij heeft er geene andere! Ik dacht het wel. Gij zoudt tegenwoordig uwen eigen vader nog niet mogen betrouwen. Maar wij zullen eens zien, of hij er zonder brandmerk zal afkomen, al moesten wij de helft van ons goed er aan verspelen!’

M. Standel zeide niets; maar hij stond dáár, met versomberd gezicht en van gramschap rood, te mompelen en te vermaledijden.

Ziende, dat Bruggelinck en zijn knecht zich bereid

[pagina 40]
[p. 40]

toonden om naar hunne woning te keeren, liep hij haastelijk in eene andere kamer en kwam met twee pistolen terug.

‘Laat ze nu maar komen,’ riep hij, ‘ik geef twee Napoleons aan de armen, als ik vandaag nog een paar menschen mag omverre schieten!’

Nadat hij aan Bruggelinck gevraagd had, of hij voor het Gerecht zou staande houden wat hij daareven gezegd had, bracht hij hem tot bij de straat, legde de keldermond op zijne opening en sloot de huisdeur toe.

 

Ondanks hunnen grooten rijkdom, waren de Standels uitermate gierig en baatzuchtig. Het verlies van eenige zilveren voorwerpen was voor hen een schrikkelijk ongeluk, dat hun het hart met eene grievende pijn vervulde.

Wanneer de twee echtgenooten zich alleen bevonden, begonnen zij niet te weenen; maar uit beider oogen schoot een donkere bliksemstraal van woede: - zij begrepen elkander zeer duidelijk. De gierigheid was de eenige ondeugd dezer lieden niet: boosheid en wraakzucht beheerschten hen met evenveel geweld. Daar zij waanden den persoon te kennen, die hen bestolen had, vergaten zij voor een oogenblik het geleden verlies, om zich gansch over te leveren aan hunnen dorst naar wraak. De dief, die schijnheilige, zou gebrandmerkt, gehangen, geradbraakt, doorstoken worden, al moesten de Standels zich daarvoor verarmen, of schelmen betalen om eenen geheimen moord te plegen. Al konden zij voor het Gerecht hem niet overtuigen, dat zou niets ter zake doen; zij waren overtuigd, dat hun vermoeden

[pagina 41]
[p. 41]

gegrond was, - en zouden zich wreken, al stond heel de wereld tegen hen op. - Zoo vloekte en vermaledijdde M. Standel al voort, terwijl hij de pistolen dreigend in zijne handen wendde en keerde. Zijne vrouw sprak op denzelfden toon, totdat beiden, vermoeid van razen, met meer kalmte doch met evenveel toorn, begonnen te overdenken, welke middelen zij aanwenden zouden om onwederleglijk te bewijzen, dat geen ander dan Lambrecht Hensmans hen bestolen had.

Of deze middelen wettig waren of niet, daarover bekreunden zij zich zeer weinig, als zij maar mochten hopen, hun ontstolen goed weder te krijgen en den dief op het schavot te brengen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken