Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken 33. Moederliefde. Lambrecht Hensmans (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken 33. Moederliefde. Lambrecht Hensmans
Afbeelding van Volledige werken 33. Moederliefde. Lambrecht HensmansToon afbeelding van titelpagina van Volledige werken 33. Moederliefde. Lambrecht Hensmans

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.73 MB)

Scans (24.38 MB)

ebook (6.66 MB)

XML (0.74 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken 33. Moederliefde. Lambrecht Hensmans

(1912)–Hendrik Conscience–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 122]
[p. 122]

XIX

Willem Hensmans aan Karel Moerens, te Parijs.

 

Antwerpen, den 15den Januari 1814.

's Middags.

 

Goede vriend,

 

Mijne zuster was weg naar het postkantoor; ik liep ze achterna, doch heb ze niet meer gevonden. Nu is zij terug; hare boodschap is gedaan. Gij zult dus den hopeloozen brief ontvangen, dien ik u daar straks geschreven heb; het zij zoo: gij moet toch weten, tot wat punt van ellende uw ongelukkige Willem verviel.

Nu is het gedaan; ik ben weder zoo blijde en zoo vroolijk, dat ik het u niet zeggen kan..... en mijn zusterken ligt op sterven! Misschien ben ik zinneloos? Ik weet het niet. Ach, neen, luister wat geluk ons daareven overkwam:

Nauwelijks was mijne zuster uitgegaan, toen eene

[pagina 123]
[p. 123]

oude vrouw op onze kamer trad, - de moeder van Klara! - Eer wij den tijd hadden om onze klachten tot haar te sturen, - ik doorgrondde de edelmoedige oorzaak dier haast, - zeide zij tot mijne moeder, - begrijp wel: niet tot mij, tot mijne moeder: ‘Vrouw Hensmans, ik weet, dat gij op dit oogenblik niet veel middelen hebt; ik kom u het voorstel doen, u eenig geld te leenen, tot betere tijden,’ en zonder ons antwoord af te wachten, legde zij een papieren rolleken op de tafel.

Wij hebben haar ons ongeluk geklaagd; zij heeft over ons geweend, vriend. - En, ach, iets heeft mij tot zaligheid verrukt: zij heeft mijne moeder gekust, - gekust, Karel! Bij dit gezicht zijn de tranen uit mijne oogen losgebroken, maar ik lachte toch; want met dien kus was een gansche hemel in mijn hart gezonken. - De moeder van Klara mijne arme moeder gekust! Er zijn dus nog banden der liefde tusschen hen? Klara, Klara, gij zijt een engel! Niet zelve kwaamt gij om Willem eene aalmoes te schenken; gij zondt uwe moeder, omdat de hand eener moeder alles heilig en zoet maakt; gij gaaft ons geen geld, gij leendet het ons. Ah, ik begrijp en bewonder u! Karel. daar nevens mij blinken nu twintig franken, als glinsterende sterrekens aan den hemel. Wij hebben vleesch gegeten! Verstaat gij wel, Karel, vleesch gegeten! Een vuur ontbrandt in ons binnenste: de koude pijnigt ons niet meer. Ach, vriend, vriend, wat onbekende wellust ligt er besloten in het verzadigen van den scheurenden honger! Arm Trezeken, dat niet eten kan.....

Ik heb haast; want er moet uitgegaan worden om vele zaken te koopen: wij zijn rijk. - Nu behoef ik

[pagina 124]
[p. 124]

niet meer, dat gij gebrek lijdet voor mij. Klara is immers te huis? Zij zal wat zalf geven voor ons Trezeken; hare moeder heeft het gezegd. Zalf van Klara geneest onfeilbaar! - Straks komen er kolen; wij zullen ons warmen aan een blozend stoofken..... ons zusterken zal genezen! Hemel, hemel, een enkel teeken harer hand heeft ons gelukkig gemaakt! Zou de weldadigheid een gedeelte van Gods almacht zijn?

Wees gij nu ook blijde, goede en getrouwe, betreur mijn lot niet meer; maar denk toch aan Klara, als gij bidt.

 

Willem.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken