Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe sprookjes uit alle landen (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuwe sprookjes uit alle landen
Afbeelding van Nieuwe sprookjes uit alle landenToon afbeelding van titelpagina van Nieuwe sprookjes uit alle landen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (487.11 MB)

Scans (487.11 MB)

ebook (8.52 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rie Reinderhoff



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

sprookje(s)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe sprookjes uit alle landen

(1953)–Antoon Coolen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 211]
[p. 211]

Het kind en de poortwachter van het paradijs



illustratie

Er was eens een klein kindje, 's avonds was het geboren, te middernacht was het gedoopt, en 's morgens vroeg stierf het. Toen zweefde het omhoog en kwam aan voor de poort van het paradijs, daar klopte het met zijn geboren en gestorven vingertjes aan en zei tot de poortwachter:

- O poortwachter van het paradijs, open mij je poorten, opdat ik met jou in het paradijs verblijve!

Maar de poortwachter antwoordde:

- Neen, mijn kind, ga heen, ga met God. Want je hebt de smarten, die je moeder om jouwentwille geleden heeft, nog niet verdiend. Ga naar de Zwarte Bergen, waar het boompje Knerseboompje staat, daar moet ge in verblijven drie en dertig jaren, drie en dertig dagen en drie en dertig uren en drie en dertig minuten.

Toen ging het kleine kindje naar de Zwarte Bergen, daar zette het zich in het lover van het boompje Knerseboompje neer, en de winden wiegden het en de regen waste het. Maar toen kwamen er twee broers, dat waren rovers, die wilden de boom Knerseboom omhakken met scherpe bijlen. Een stemmetje klonk echter uit de boom, dat zei:

- O mijn twee broeders rovers! Hak niet het boompje Knerseboompje om, want ter boetedoening ben ik er in neergezet, om hier drie en dertig jaren, drie en dertig dagen, drie en dertig uren en drie en dertig minuten te verblijven.

De rovers vroegen:

- Hoe zo ben je onze broeder?

Toen vertelde het kindje, dat het 's avonds was geboren en te middernacht was gedoopt en dat het 's morgens vroeg gestorven was en door de poortwachter van het paradijs naar de Zwarte

[pagina 212]
[p. 212]

Bergen was gestuurd, omdat het de smarten die zijn moeder om zijnentwille had geleden, niet had uitgeboet.

Daarop werden de rovers bedroefd in hun hart en zij zeiden:

- Als een onschuldig kind dit reeds moet lijden, wat staat ons dan te wachten, wij, die zulke grote rovers zijn?

Zij gingen heen, zij gingen naar de woestijn, daar schreiden zij over hun zonden en deden boete.

En toen het kleine kind zijn boetetijd had volbracht keerde het terug naar de poort van het paradijs, klopte aan en zei:

- O poortwachter van het paradijs, open je poorten, opdat ik met je in het paradijs verblijve! Maar de poortwachter zei:

- Neen, mijn kind, ga heen, ga met God. Want nog heb je de smarten, die je moeder om jou heeft geleden, niet verdiend. Ga daarom naar de Zwarte Bergen, naar de diepe put, die daar is, en haal daar een kruik water om de poorten van de hemel te wassen.

En het kind ging naar de Zwarte Bergen, daar, aan de voet van een berg, vond het de put, op de lage ringmuur van grote stenen stond een kruik, die liet het neer in het water, het vulde ze en keerde, de kruik op zijn schoudertje tegen zijn hoofdje aan, naar de poort van het paradijs terug. En het waste de poort, het waste ze helemaal rein en helder en klaar, en toen zei het kind:

- O poortwachter van het paradijs, open je poorten, opdat ik met jou in het paradijs verblijve! Maar de poortwachter zei:

- Neen, mijn kind, ga heen, ga met God. Want nog heb je de smarten, die je moeder om je leed, niet uitgeboet. Ga daarom naar de velden, verzamel rozen en versier er de poorten mee van het paradijs. En het kleine kindje ging naar de velden, daar bloeiden rozen rood en diep, het kind plukte ze en borg ze aan zijn borst, maar de rozen vielen neer. En toen zei het kind:

- O lieve, lieve moeder, die mij in het graf hebt gelegd, gij hebt mij niet getekend met het kruis en niet met de gordel omgord toen je mij in het graf neerlegde. En opnieuw plukte het rozen, zoveel als het in zijn twee armpjes kon dragen, daarmede ging het naar de poort van het paradijs, het tooide er de drempel mee, daar lagen zij, bloeiend en rood, en toen zei het kind:

- O poortwachter van het paradijs, open mij je poorten, opdat ik met jou in het paradijs verblijve.

Toen opende de poortwachter de gewassen poorten en over zijn rozen schreed het kindje de eeuwige vreugde en de eeuwige vrede in van het lichtende paradijs, zoals God het bestemd heeft, amen.

[pagina t.o. 212]
[p. t.o. 212]


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken