Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dat des Duyvels wet swaar is ende lastigh (1631)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dat des Duyvels wet swaar is ende lastigh
Afbeelding van Dat des Duyvels wet swaar is ende lastighToon afbeelding van titelpagina van Dat des Duyvels wet swaar is ende lastigh

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.65 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/filosofie-ethiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dat des Duyvels wet swaar is ende lastigh

(1631)–D.V. Coornhert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

vj. Capittel.
Vanden Duyvel.

Ghehoort dan wat swarigheyt is en̄ waar inne gheleghen, eyscht nu oock gheseyt te werden eerst vanden Duyvel ende dan oock van sijne Wette: op dat dese dinghen by malcanderen gevoeght zijnde, te lichtelijcker blijcken mach of des Duyvels Wetten swaar zijn dan nyet.

Tot verscheyden plaatsen inder Schrifturen vindtmen den Duyvel met veele sonderlinghe namen ghenoemt, die alle sijnen boosen aart verclaren: als Sathan, dats Overtreder of Wedersaker, Behemoth dats een Dier (‘twelck men breydelen ende toomen moet, Psal.31.) Belial, dats Heerloos, Diabolus, dats Beschuldigher of Wroegher, Item een Coningh over den Kinderen des hoomoets, Iob.41. Den gheest des wraecx, Eccles.39. Een briesschende verslindende Leeuwe, 1.Petri 5. Een gheest der dolingen, 1.Tim.4. Een gheest der onkuysheyt, Oseas 4.5. Een slaperighe gheest, Esa.29. Een Zaeyer van oncruydt, Matth.13. ende een Prince der duysternissen, Ephes.6. met duysent dierghelijcke schandtnamen. Maar boven al beschrijft hem de Mout der Waarheyt klaarlijck met twee namen, te weten Moordenaar ende Loghenaar. Want daar inne nyet alleen uytgebeeldt en is wat hy inden Menschen werckt, dats moorderye der Zielen, maar oock mede de middel waar deur, dats de Loghen, daar sijne Wetten ende Gheboden inne bestaan: soo ter contrarie de Geboden van onsen Salighmaker inder Waarheyt bestaan. Het quade zaadt des Duyvels twelck hy inden slaperigen, traghen ende onachtsame Menschen zaeyt is misbruyck der dinghen, die in sich selfs nootdruftigh ende goet zijn, tot een verdruckinghe van’t goede zaedt des Godtlijcken woorts in ons. Want hy menght in’t eten ende drincken Gulsigheyt, int kinder-telen Onkuysche geylheyt, int geselschappe Twist, int oordeelen Ionste, int coopmanschappen Valscheyt, ende in alle menschelijcke wercken Eygensoeckelijckheyt. Alle dit volbrengt hy indē roeckeloosen Menschen soo bedecktelijck dat oock onder sijnen Dienaren de vruchten van sijnen helschen zade, met deughtlijcke namen gheblancket werden. Alsoo noemtmen den Hardtneckighen stantvastigh, den Partijdighen yverigh, den Gierighen vroedt, ende den Deurbrengher

[Folio 233r]
[fol. 233r]

mildt. Hier door werdt Hoovaerdije voor grootmoedigheyt, pluymstrijckerije voor vrundelijckheyt, ende hypocrisie voor Christelijckheyt gehouden ende gheacht. Is dit nyet Ga naar margenoot+ te recht in een Engel des lichts vermomt ghegaan? Dese helsche Engel bracht tweedracht inden Hemele, bedrogh int Paradijs, nijdt ende moort tusschen d’eerste ghebroerders, ende het verderflijcke eygen behagen in alder menscher herten. Of hier geen ander bewijs meer by ghevoeght en werde, wat bot of ruydt verstandt en soude nyet konnen mercken dat het wel lastige wetten moetē zijn die sulcken bloedighe, valsche ende boose Pharao ende Tyran sijne ellendige slaven opten neck bindet? Maar om dese verkeerde opinie, dat het licht ende lastich is den Duyvel te dienen (soo vele in my is) te nyet te doen inden ghemoeden der goetwillighen, en sal ick de vordere moeyten nyet sparen, ende sulcken voort van des Duyvels Beloften ende Wetten.

margenoot+
2.Cor.11.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken