Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Recht ghebruyck ende misbruyck van tydlycke have (1585)

Informatie terzijde

Titelpagina van Recht ghebruyck ende misbruyck van tydlycke have
Afbeelding van Recht ghebruyck ende misbruyck van tydlycke haveToon afbeelding van titelpagina van Recht ghebruyck ende misbruyck van tydlycke have

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.38 MB)

ebook (9.10 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Recht ghebruyck ende misbruyck van tydlycke have

(1585)–D.V. Coornhert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 22]
[p. 22]

X X.
Heerlyck leven.

 
De heerlycke doet kóst, veel meer dan hond, valck óf paerd
 
Dan aanden beelden Góds, die lidtmaten Christi waerd.
 
Zyn hóghe hert, bout hóógh, voor hóghen, t'klein blyft buyten,
 
Christus was noyt zyn ghast, die zal hem óóck uyt sluyten.
 
ANdere willen leven in gróótachtbaarheyd heerlyck,
 
En zyn slaven veracht van haar hómoed begheerlyck.
 
De burgher bout huyzen als een Prins óf Koning,
 
Zyn ziel blyft een vuyl graf, der duyvelen woning.
 
Ist niet misbruyck dit graf uytwendigh te verghulden,
 
Alst binnen blyft vol stanx, vól helwaardighe schulden.
 
Heerlyck bout hy Gode in zyn ziel een kamer,
 
Die arme huyskens bout, dits Gode aanghename:
 
Maar wy bouwen voor ons ghemackelycke lusten,
 
D'arme Christus heeft niet om zyn hóófd op te rusten.
 
De Heer leyt inden stal by t'ghedierte vertreden,
 
De knecht woont int paleys, is dit nóch al reden.
 
Waarom boutmen zó hóógh, menen wy dat de dóót
 
Trap onbreeckt om klimmen in onze huyzen gróót?
 
Zegghen wy niet zelve in gróót huys woont gróót kruys,
 
Gróót ghezind, gróót bewind, met dat lastigh ghespuys.
 
Behalven dat de Heer met hertsmoeyelyck verdriet,
 
Zyn haaf van t'onnut vólck onnutlyck verslinden ziet,
 
Óóck van paerd, hond en valck die hy moght ontberen,
 
Wat gheniet hy doch meer dan zyn kóst en kleren.
 
Zórghvuldigh bezórght hy die lastighe overvloed,
 
En bevindt hier zyn zonde haar zelfs straf en boed.
[pagina t.o. 22]
[p. t.o. 22]

X X.
Vita splendida.

Vidésne quòd ego habitem in domo cedrina, & arca Dei posita sit in medio pellium?

2. Reg. 7. 2.



illustratie

 
Plus canibus lauti praebent nitidisque caballis,
 
Quàm membris Christi, quae simulachra Dei.
 
Quae reserant magnis occludunt ostia paruis.
 
Christus eis claudet templa serena poli.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken