Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bezwaren tegen den geest der eeuw (1823)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bezwaren tegen den geest der eeuw
Afbeelding van Bezwaren tegen den geest der eeuwToon afbeelding van titelpagina van Bezwaren tegen den geest der eeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.49 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/pamflet-brochure


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bezwaren tegen den geest der eeuw

(1823)–Isaäc da Costa–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 90]
[p. 90]

Besluit.

Maar uit deze duisternis zal wederom licht te voorschijn komen. Geloovige Christenen! het woord des Heeren verzekert het ons. Wy weten het, dat hoe akeliger de uitzichten zijn, hoe hulpeloozer de toestand der zaken naar de wegen van den kortzichtigen mensch, zoo veel te zekerder, zoo veel te nader de bystand is van Hem, die Zijne Kerk door de poorten der helle niet zal laten overweldigen. Het was in den tijd van den diepsten jammer en van de drukkendste slaverny van het Joodsche volk in Egypte, dat de Wetgever door God gezonden werd, die het uit de hand van Faraö redde, en tot het aan de Aartsvaderen beloofde Canaän geleidde. Het was in de dagen van het schriklijkst zedebederf en van het bedroevendste verval in de Godsdienst onder de Joden, zoo wel als van den hoogsten overmoed en verregaanste afdwalingen van de overige volkeren der aarde, dat Hy verschenen is, die

[pagina 91]
[p. 91]

voor Jood en Heiden beide de weg ter Zaligheid en ter hereeniging met Zijnen en onzen Vader is geworden. Het was in de tijden der ijsselijkste verbastering van de uiterlijke Kerk, in de tijden van de afschuwlijkste buitensporigheden in die Roomsche Gemeente, waar in het Christendom gedurende zoo vele eeuwen bewaard is geworden, dat het heerlijke Hervormingslicht doorbrak, en dat die eenvoudige en Godvruchtige mannen optraden, wier heilige en door Gods hand bestierde werkzaamheden tot herstel van de zuivere Evangelieleer niets gemeen hebben met de vrijheids- en verlichtingswoede van deze eeuw, waarvan zy gegruwd zouden hebben, eindloos meer nog dan van het verregaandste Phariseïsmus in het Pausdom!

Zoo zal het ook in dit tijdvak van 's menschdoms geschiedenis wezen! Wy mogen in Christus op een naderend herstel van de afdwalingen en van de gruwelen die wy betreuren, hopen. Te midden van eene algemeene overstrooming over de aarde verheft zich een eiland uit de baren, waarop Godsdienst en waarheid op nieuw gevestigd zullen worden. Reeds zijn aan verschillende kanten de kiemen zichtbaar van een beter tijd, van een tijd van herstel en hereeniging, van een tijd van geloof, en liefde, en onderwerping aan de machten van God, van een tijd, waarin het Jodendom zal erkennen dat Jezus is de Christus, en de Roomsche wereld zal belijden, dat Hy-alleen door Zijnen Heiligen Geest het Hoofd is van de Algemeene Christelijke Kerk, en dat Hy-alleen onze rechtvaardigmaking, buiten eenige ver-

[pagina 92]
[p. 92]

diensten van menschen, met zijn bloed verkregen heeft; van een tijd, waarop alle de schoone kunsten hulde zullen bieden aan het Christendom, en alle de wetenschappen getuigenis zullen afleggen van Zijne Waarheid. De bekeeringen tot het waarachtige Christendom vermenigvuldigen zich zoo uit Joden als uit Heidenen. In het binnenste van het Pausdom vormt zich mede van langzamerhand een kern van zuivere en oprechte Evangeliewaarheid, die op haar tijd uit de omwindselen, die haar nog voor onze oogen verbergen, heerlijk zal te voorschijn komen. By alle Christelijke Gezindheden begint de zedert zoo vele jaren miskende en verdrukte rechtzinnigheid de kracht harer waarheid wederom uit te oefenen. Doch dit alles geschiedt in het verborgen en door wegen, die niet de wegen der voorbarige menschen zijn. Daarom vermoedt ook de trotsche Geest der Eeuw niets van dit alles, en, terwijl hy met hersenschimmen van steeds toenemenden voortgang en steeds vernieuwde zegepralen zijne verbeelding onophoudelijk streelt, bemerkt hy volstrekt niets van dat leger, hetwelk onder zijne oogen wordt zamengesteld, en hetwelk, ieder oogenblik aangroeiende, eenmaal onder de aanvoering van Hem, die de wereld overwonnen heeft, de woedende krijgsbenden van Ongodistery en Menschenhoogmoed moet ten onder brengen en in ketenen slaan. De hand des Almachtigen bereidt dat groot werk in stilte en langzaam, even gelijk zy, onder het hart van de moeder, ongezien en in het verborgen, het schepseltjen vormt, van wiens zichtbare gedaante zich niets vermoeden laat, eer het tijdstip

[pagina 93]
[p. 93]

daar is van zijne rijpwording voor het licht dezer wereld. Zullen wy nu in dwazen hoogmoed, of in blinde drift Zijne wegen trachten te verbeteren, of ons verbeelden die te kunnen bevorderen? Geen menschlijke ontwerpen derhalve! Geen menschlijke vereenigingen tot doeleinden, die God alleen kan doen bereiken! Maar laten wy afwachten, laten wy vertrouwen, laten wy bidden, laten wy waken, laten wy onze dagelijksche plicht vervullen, ieder in de betrekking waar in hem de Voorzienigheid geplaatst heeft, of in de roeping, waarmede hy begenadigd is; en laten wy dit betrachten met ootmoedig vertrouwen op God, met inwendige nederigheid, met Godsdienstigen moed en met onwankelbare standvastigheid!

Onze plicht is dus voor allen dezelfde in haar beginsel, maar in het oneindige verscheiden naar mate de verschillende betrekkingen, waar God ons aan verbonden heeft. Een ieder dan volvoere de bevelen, hem door den Oppersten Veldheer der hemelschen legerscharen opgedragen. Het groote ontwerp is door Hem voorbepaald, wy mogen het niet beoordeelen, wy mogen het niet trachten te doordringen! Wy zijn hier op aarde om te gehoorzamen, niet om te bestieren; om te leeren hoedanig Gods Schepping is, en Zijne Wijsheid, en Zijne Heiligheid, en Zijne Genade, en Zijne Heerlijkheid, niet om die naar onze zwakke vermogens en verdorven inborst af te meten; om door Gods Geest in Zijnen Eeniggeboren Zoon hervormd te worden, en niet om te hervormen; om God te eeren, te dienen, te loven, en lief te hebben, niet

[pagina 94]
[p. 94]

om Hem wetten voor te schrijven, noch om Zijn raadsbesluit tegen te werken of te bedillen!

Vorsten! het is dan uw plicht, uw eenige plicht, waardoor alle uwe handelingen en beschikkingen, ook ten aanzien van uwe regering, moeten bestemd worden, Christen te wezen! Geen menschlijke wijsheid zal u den scepter tot behoud en zegen uwer onderdanen leeren voeren! van God-alleen komt de wijsheid, die u onontbeerlijk is, maar die wijkt van u, en laat u over aan de duisternisse dezer eeuw, en aan de nietigheid van aardsche vermogens en menschlijke voorzieningen, indien gy u voor uwe daden aanspraaklijk stelt aan dat Volk, hetwelk gy geroepen zijt te regeren, en niet als uwen lastgever te ontzien. Christus alléén is uw Lastgever, aan Hem alleen zijt gy gehoorzaamheid, eerbied, ontzag, verandwoordlijkheid schuldig. Weest voedsterheeren van de Gemeente hier op aarde, bevordert hare uitbreiding, onderwerpt alles aan de beginselen van het Christendom, hebt God in jezus lief met geheel uw hart, en met geheel uw verstand! Hier door alléén zult gy die rust van het geweten en dien hemel van inwendige tevredenheid en hoop verkrijgen, die geen wereldsche luidruchtige of wulpsche vermaken, geene vergaderde schatten, geen uitbreidingen van macht en gebied, geen glans van zegepralen in den krijg behaald, maar vooral niet de bedriegelijke vleieryen en verraderlijke loftuitingen van die menschen, die u de verloochening uwer heiligste plichten en rechten met eigen hand willen doen onderteekenen, immer kunnen te weeg brengen!

[pagina 95]
[p. 95]

Staatslieden! het is thands meer dan ooit de tijd, om met de voorzichtigheid der slangen de onnoozelheid vooral der duiven te vereenigen. In gewone tijden mogen gewone middelen baten: wy leven thands in buitengewone! De oude berekeningen en kunstgrepen hebben hare vermogens verloren; en hy alleen kan in deze dagen triumferen, die met goede trouw in standvastig vertrouwen op den Almachtigen den weg van Christenplicht, ook in zijn staatkundigen loopbaan opgaat, en zich niet stoort, noch aan de verlokkingen van eigen grootheid of voordeel, noch aan de bekrompene Staatkunde der wereld, noch aan het woedende geschreeuw der hedendaagsche verlichters. Uw doel zij de handhaving der Godsdienst, uw richtsnoer zij het voorschrift van de Godsdienst; en zy zal u krachten en middelen ten goede in het oneindige vermenigvuldigen, waar alle zamenzweringen van heerschzuchtige oproerlingen of dweepende Ongodisten op zullen afstuiten en in rook verdwijnen.

Krijgslieden! bewaart de getrouwheid aan uw Vorst, bewaart de krijgstucht, bewaart de orde der maatschappy! Op deze aarde van jammer en dood, alwaar de oorlog-zelve een in Gods hand genezend middel kan wezen, is uw beroep eerbiedwaardig en heilig, zoo lang gy, op het voorbeeld van Josua, van Gideon, en van David, de wapens voert onder den Oversten Leidsman ter Zaligheid! Maar zoo gy het zwaard uit de schede trekt om, ter gunste van eenige volksverleiders, de eeden, die u aan uwe wettige Overheden verbinden, los te breken, zoo

[pagina 96]
[p. 96]

is het vervloekt van den hemel. Nergens is ongehoorzaamheid, wanorde, en ongodsdienstigheid gevaarlijker en verfoeilijker dan in uwe stand en betrekkingen. Wacht u voor de drogredenen van de negentiende eeuw! Reeds willen de filosofen u beduiden, dat aan elk uwer het oordeel toekomt over het recht of onrecht der zaak, waarvoor gy door uwe Vorsten ten strijde wordt gezonden. Zy misleiden u, zy willen u ten verderve van u zelven en van de geheele maatschappy werkzaam maken! Gy! hoort naar het woord van God, en gehoorzaamt uwe Overheden; en gy zult in alle voorkomende gevallen voldoende inlichtingen voor uw geweten ontvangen.

Leeraars der jeugd! keert te rug van den weg, waarop de verderflijke Tijdgeest het onderwijs heen gevoerd en voortgesleept heeft. Geen ijdele theoriën meer van menschlijke verdiensten, van menschlijke zelfgenoegzaamheid, van menschlijke volmaakbaarheid! Geen prikkelingen meer van een dwazen en onbehoorlijken hoogmoed om op te wekken tot een koude en gevoellooze deugd, en tot eene onvolkomene en van God onafhanklijke wijsheid! Geen vertooningen meer van oppervlakkige kennis! Bereidt de harten uwer kweekelingen, om de invloeden van het Christendom te ontfangen, en niet die van een dorre wijsbegeerte, die althands voor een toekomende wereld geen vruchten dragen kan. Wee u! zoo gy wijzer meent te zijn dan de eenvoudige en oprechte vereerders en liefhebbers van Gods Woord! Maar zalig zijt gy, indien gy het onkruid des ongeloofs

[pagina 97]
[p. 97]

van uit de jeugdige harten uitwiedt, om er de zaden aan te kweeken van Geloof, van liefde, en van Getrouwheid aan hunnen God en aan hunne Overheden!

Maar gij vooral, Bedienaars van Gods Heilig Woord, en Herders van Zijne kudde! Heerlijk is in deze dagen uwe roeping! Heerlijke vruchten kunnen, te midden van de dorheid dezer eeuw, op uwe akkers rijp worden! Vreest de wereld dan niet, maar vreest God, van wien de wasdom komt! Gedenkt aan het bevel dat u gegeven is om het Evangelie te verkondigen, en om te doopen in den name des Vaders, des Zoons, en des Heiligen Geests! Zoo schaamt u dan ook niet de Alvoorzienigheid van den Vader, en den kruis- en zoendood van den Zoon, en de allesdwingende Gemeenschap van den Geest! Zoo leert het met nadruk, met ijver, met aanhoudende kracht aan ieder die tot u komt en naar u luistert, dat alle gevoel van eigenwaarde by den verdorven mensch verloochening is van den Vader, en alle vertrouwen op eigengerechtigheid, verloochening van den Zoon, en alle roem op een eigen wilvermogen ten goede, verloochening van den Heiligen Geest. Wat is voor u de wijsheid der eeuw, of de wijsheid van den natuurlijken mensch? Dwaasheid, ijdelheid, verdoemenis! Gij, noch wy behoeven iets te weten dan Jezus Christus, en dien gekruisigd!

En wy allen, laten wy Christenen zijn! Bidden wy daartoe om geloof, om liefde, om nederigheid, om zelfverloochening, om heiliging, om ijver, om

[pagina 98]
[p. 98]

moed, om standvastigheid, om vertrouwen, om den Heiligen Geest!

Het is vooral in dagen, gelijk wy thands beleven, dat de geloovigen opgeroepen worden met de woorden van den Profeet: De verstrooijer trekt tegen uw aangesichte op, bewaart de vestinge: besichtigt den weg, sterkt de lendenen, versterkt de kracht seer.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken