Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kompleete dichtwerken. Deel 1 (1861)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kompleete dichtwerken. Deel 1
Afbeelding van Kompleete dichtwerken. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Kompleete dichtwerken. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.50 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Editeur

J.P. Hasebroek



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kompleete dichtwerken. Deel 1

(1861)–Isaäc da Costa–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 359]
[p. 359]

De gaaf der poëzy.aant.

 
Gevoel, Verbeelding, Heldenmoed,
 
Tot ééne ondeelbre kracht verbonden,
 
Te zaam gesmolten tot één gloed,
 
En door den boezem uitgezonden
 
Op vleugelen van melody,
 
Om al wat ademt te betooveren,
 
Om al wat hart heeft te veroveren -
 
Zie daar de gaaf der Poëzy!
 
 
 
Gevoel, dat plotseling ontwaakt
 
By ieder indruk uit den hoogen,
 
Zich uitbreidt, meêdeelt, brandt en blaakt
 
Met telkens aangegroeid vermogen!
[pagina 360]
[p. 360]
 
En ieder zenuw trillen doet
 
Door fijner dan lichaamlijk prikkelen,
 
En hemelwellust weet te ontwikkelen
 
Uit ieder druppel van ons bloed!
 
 
 
Verbeelding, grijpende om zich heen,
 
Om voedsel voor die vlam te vinden,
 
En machtig, het Heelal tot één,
 
Eén enkel denkbeeld te verbinden!
 
De buit, die zich haar kracht vergaârt,
 
Is, beide, Toekomst en Verleden,
 
Haar buit, natuurs verborgenheden,
 
Haar buit, de hemelen en de aard!
 
 
 
Des Dichters hand stort wel geen bloed,
 
(Hy is geen gruwzaam tweedrachtstichter!)
 
Maar echter is zijn wezen - moed!
 
En zonder heldenmoed geen Dichter!
 
Moed, die waar recht of waarheid spreekt,
 
Tyrannen vreest noch schandschavotten,
 
Noch voor het woedend zamenrotten
 
Eens God vijandig' volks verbleekt!
[pagina 361]
[p. 361]
 
Moed, die de snaren hymnen vergt
 
By 't lasteren der Ongodisten;
 
En 't oproer met de hulde tergt,
 
Die 't Gods gezalfden durft betwisten!
 
Moed zonder steun, dan in zijn God,
 
En zonder wapen, dan die zangen,
 
In Goddelijke drift ontfangen,
 
Waar meê hy inrukt tegen 't lot!
 
 
 
Zie daar de gaaf der Poëzy!
 
Wie roemt zich dat zy in hem leve?
 
Die oefene zijn heerschappy,
 
Dat Dwaas- en Boosheid voor hem beve!
 
Hem juicht de brave te gemoet!
 
Gods wenk verzekert hem viktorie!
 
Gods Almacht schiep hem tot haar glorie!
 
Het leed der wereld is hem zoet!
 
 
 
Versmade hy de lauwerkrans,
 
Hem door een aardsche hand gevlochten!
 
Geen and're zege geev' hem glans,
 
Dan die op d' Afgrond is bevochten!
[pagina 362]
[p. 362]
 
Geen menschenblaam mag hy ontzien!
 
Hy moet hun ongenade dragen!
 
Niet streelen moet hy, niet behagen,
 
Maar overwinnen, maar gebiên!
 
 
 
Hy dwing' met reuzenovermacht
 
Den geest der eeuw te rug te treden!
 
Hy leere ons zinnelijk geslacht
 
Den weg tot hooger zaligheden!
 
Aan 't hoofd der menschheid streve hy
 
Om alle zelfheid te verdelgen,
 
En Englenwellust in te zwelgen,
 
Van wereldsche verleiding vrij!
 
 
 
Zie daar de gaaf der Poëzy!
 
Het ideaal van dichtvermogen,
 
Verwant aan heilge profecy,
 
Als zy, gezante van den hoogen!
 
Wat is, by dit, het maatgeluid
 
Van ongewijde cithertonen;
 
Die de aarde toejuicht, waar we op wonen,
 
Geen ziel, die uit den hemel spruit?
[pagina 363]
[p. 363]
 
Wat, dan het nederige riet
 
By den standvasten vorst der boomen?
 
Wat, dan een namelooze vliet
 
By Donau-, Rhijn, of Wolgastroomen?
 
Wat, dan, by zomermiddaggloed,
 
Het wufte hupp'len der kapellen
 
By 't aarde- en luchtverbazend snellen
 
Des Aadlaars, die de zon ontmoet?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken