Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kompleete dichtwerken. Deel 2 (1862)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kompleete dichtwerken. Deel 2
Afbeelding van Kompleete dichtwerken. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Kompleete dichtwerken. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.27 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Editeur

J.P. Hasebroek



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kompleete dichtwerken. Deel 2

(1862)–Isaäc da Costa–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 149]
[p. 149]

Aan Ds. Egeling.aant.

 
Herboren door het Woord, uit wien de wereld werd,
 
En uit der zonde macht voor 't hemelsch Licht gewonnen,
 
Gewasschen door den Doop op 't voorhoofd en in 't hert
 
In 't vlekkelooze bloed van 't Lam des Onbegonnen, -
 
 
 
Wien hoort de dank van 't hart, dat van verrukking smelt?
 
Wien, dan aan Hem-alléén, wien de Englen driemaal loven,
 
Als Schepper van 't Heelal, als zegepralend Held
 
Op d'Afgrond, en als Geest, die 't harte trekt naar boven?
 
 
 
Den Vader, die 't geen is, vóór 't was, heeft voorbepaald,
 
Wiens eeuwig Raadsbesluit, slechts voor den Zoon ontzegeld,
 
Der schepslen lotbedeel, wiens wijsheid nimmer faalt,
 
Eer Tijd of Ruimte was, met één trek heeft geregeld!
[pagina 150]
[p. 150]
 
Den Zoon, die, God uit God, als vleeschgeworden Woord,
 
Voor 't zondige Adamskroost zijn bloed verkoos te plengen,
 
Hy, Vorst van 't Jodendom, door 't Jodendom doorboord,
 
Om Jood en Heiden beî tot God terug te brengen!
 
 
 
Den Geest, die, waar Hy wil, naar vrije keuze werkt,
 
Geen aardsche wijsheid acht, noch aardsche deugdbetooning,
 
Maar naar Zijn wijsheid 't hart geloovig maakt en sterkt,
 
En heiligt uit genâ, niet tot verdienstelooning!
 
 
 
Aan U behoort de dank, U ziel en zin en bloed,
 
Jehova! Jesus! Geest! Aan U zijn wy geheiligd!
 
Aan U de lofgalm van het overstelpt gemoed,
 
Dat Uw verlossingsdoop voor 's Afgronds macht beveiligt.
 
 
 
Maar ô! gy wraakt het niet, volheerlijk Wereldvorst!
 
Zoo in het dankgebed, dat we in verrukking zingen,
 
De heilwensch mede stijg' uit de opgekropte borst
 
Voor hem, door wien wy 't pand van Uw genade ontfingen.
 
 
 
O! zegen de achtbre hand, die 't zoenbloed van Uw Zoon
 
Neêrdruppelde op ons hoofd, als vruchtbren zomerregen,
 
Ja! als het zalfsel, dat ons de onvergankbre kroon
 
Verzekert.... o mijn God! bewaar ons op Uw wegen!
[pagina 151]
[p. 151]
 
Ja! zegen Gy die hand, en zegen Gy den mond,
 
Die van geen andren roem, dan dien Uws Naams, kan spreken!
 
Geen harte, zoo versteend, als U zijn stem verkondt,
 
Of 't moge voor 't geloof des heilwoords openbreken!
 
 
 
Rechtschapen Egeling, getrouwe dienstknecht Gods!
 
Wees lang nog op deze aard een werktuig van Genade.
 
Meld aan heel Israël zijn Koning en de Rots
 
Zijns heils, en sla de God van Abraham U gade!
 
 
 
En wijs den volken op hun heerlijke banier,
 
Op Jesses Wonderspruit, tot 's werelds heil geboren!
 
Verkondig lang dat heil, verlicht door 't hemelsch vier
 
Van Liefde, Hoop, Geloof, den schat der Uitverkoren!
 
 
 
Wees ons nog lang een gids op 't pad der zaligheid,
 
Hoe vreemd uw ziel ook zij aan 't ijdel stofgewemel,
 
Tot dat de zegekroon, den Christen weggeleid,
 
Aan d' eindpaal van uw baan u toeblinke uit den hemel!
 
 
 
O! mogen wy ons daar uit 's werelds duisternis,
 
In 't licht van 's Heilands troon, gezaligd wedervinden!
 
In dat Jerusalem, waar Jesus Koning is,
 
En waar geen vreemde macht ons oog meer kan verblinden!
[pagina 152]
[p. 152]
 
Bid voor ons, dat de Doop, ontfangen van uw hand,
 
Niet opdorre in ons hart, maar 't immer blijf' besproeien,
 
En, als een morgendaauw de pas ontloken plant,
 
In liefde door 't geloof voor 's Hemels hof doe bloeien!

1822.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken