Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Antiek toerisme (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Antiek toerisme
Afbeelding van Antiek toerismeToon afbeelding van titelpagina van Antiek toerisme

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

Scans (9.61 MB)

ebook (3.03 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

historische roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Antiek toerisme

(1911)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 63]
[p. 63]

VI.

Het waren treurige dagen. Lucius lag op zijn bedde, snikte als een kind, rees dan plotseling op, in razende driften, scheurde zijn kleederen, hief een schabel op en wierp dien tegen een marmeren beeld, dat neêrviel in gruis. Hij wees Thrasyllus de deur, en oom Catullus hield zich schuil. Lucius had eindelijk Tarrar gekwakt tegen een tafel en het slaafje had zich in zijn voorhoofd een diepe wonde gevallen. Kaleb, die goed dokterde, had Tarrar zelve verbonden.

In den palmentuin, angstig, fluisterden de reizende kooplui over den rijken Romein, die ziek was van smart, en oom Catullus fluisterde met hen. Thrasyllus troostte zich met naar de boekerijen te gaan van het Muzeum en het Serapeum. Muziek wilde Lucius niet hooren. En hij kwam niet van zijn bedde. En at niet. En sliep niet. En ongeschoren zag hij er uit, mager van wangen en hol van oogen, als éen, die heel ziek was.

Het waren treurige dagen. Het eerste belang van Alexandrië was voorbij en Lucius vloekte zijn reis, het geheele leven en iedereen. In zijn machtelooze versmachting kreunde hij, snikte hij, raasde hij. Om zijne kamers beval meester Ghizla stilzwijgen en rust. Geen sandaal kraakte er, geen stem weêrklonk....

Lucius luisterde uit naar die stilte. Het was na de cena, die oom Catullus alleen met Thrasyllus genut

[pagina 64]
[p. 64]

had. En in die brandende zonnestilte van de òpgloeiende zomermaand, plots, hoorde Lucius een kind, dat snikte.

Hij stond op. De snik kwam uit den achtertuin en Lucius hief het gordijn en zag uit. Daar, gehoorig naar den gongslag zijns meesters, zat Tarrar gehurkt, als een aapje, in een bont rokje. Hij had een doek om zijn hoofd als verband. En hij huilde, met snikjes, als of hij een groot verdriet had.

- Tarrar! riep Lucius.

Het slaafje schrikte op.

- Heer! riep hij, en rees en naderde met kluchtigen eerbied en snikte.

- Tarrar, zeide Lucius. Waarom huil je? Huil je, omdat je pijn hebt?

- Neen, heer, zeide Tarrar. Ik vraag vergeving, heer, dat ik huil. Ik mag niet huilen in uw geëerbiedigde prezentie. Ik vraag u wèl vergeving, heer. Maar ik huil, omdat ik.... omdat ik.... zoo heel veel verdriet heb....

- En waarom heb je verdriet? Omdat ik je heb geslagen? Omdat je pijn hebt? Omdat je je een gat in je hoofd hebt gevallen?

- Neen, heer, zeide Tarrar, die zich poogde te vermeesteren. Niet omdat u mij heeft geslagen. Ik ben uw slaafje, heer, en u mag mij slaan. Ook niet omdat ik pijn heb, heer....: het is maar een beetje, dat het nog gloeit, want Kaleb heeft mij van morgen met koele zalf verbonden.... Het gat is ook niet zoo heél diep en als het genezen

[pagina 65]
[p. 65]

is, zal het litteeken mij herinneren, die ik u toehoor, heer, en uw slaafje ben....

- Maar waarom huil je dan, Tarrar, en waarom heb je verdriet? vroeg Lucius.

- Ik huil, heer.... begon Tarrar; omdat....

En toen kon hij zich niet meer, kluchtig eerbiedig trouw aapje, vermeesteren, en snikte het uit.

Lucius legde hem de hand op zijn kroesbol.

- Waarom huil je, kind? vroeg Lucius.

- Omdat de slangetjes niet meer hebben willen dansen!! snikte Tarrar het uit, radeloos. Omdat nu het éene slangetje dood is, en het andere verdwenen, want het is uit zijn velletje gekropen, en het heeft zijn velletje achter gelaten! Omdat, hoe ik ook, op het fluitje, achter in den tuin, om geen leven te maken en ù niet te storen, heer, het tooverwijsje gefloten heb.... de slangetjes nièt meer hebben willen dansen.... zoo, als toen de koopman floot! En omdat nù.... heer, het eene slangetje dòod is, en het andere weg gekropen is in zijn velletje....!

En Tarrar, door wanhoop overmeesterd, snikte het uit en toonde zijn meester het slangetje en het ebbenhouten kistje, waaruit, als een lintje, een velletje hing, met op den kophuid een stukje vierkant glas geplakt.

Lucius glimlachte weemoedig. Was, als Tarrar, hij niet zelve wanhopig, omdat ook hem zijn speelgoed verstoord was? En hij zeide:

- Kom meê, Tarrar....

En bij de hand nam hij het slaafje mede naar zijn vertrek.

[pagina 66]
[p. 66]

Hij zette zich en Tarrar stond voor hem.

Toen zeide Lucius:

- Tarrar, ik heb berouw, dat ik je zoo een pijn heb gedaan. Vergeef me, Tarrar....

Maar Tarrar schudde het hoofd, van neen.

- Ik heb u niet te vergeven, heer, zei Tarrar ernstig, met groote, natte oogen. U is de meester...

- Tarrar, ging Lucius voort. Als wij terug zijn in Rome.... zal je vrij zijn. Zal ik je brieven van vrijlating geven. En zal je geen slaafje meer zijn. Maar op de school gaan: het paedagogium voor vrijgelatenen. En van allerlei leeren. Knap worden als Thrasyllus is. En ik zal je geld geven. En je zal kunnen doen, wat je wilt.

Tarrar was een beetje ontsteld.

- Het is heel vriendelijk, heer, zei Tarrar. Maar als ik op school ga, wie zal dan uw kleederen vouwen? En luisteren naar den gong? U jaagt me toch niet weg, heer, omdat ik zoo een verdriet had?? Ik blijf liever maar dicht bij u, heer, ik blijf liever maar uw slaafje.... en ik zal nooit meer zoo oneerbiedig zijn om te huilen.... Ik blijf liever maar uw dom slaafje....

- Je zal vrij zijn, Tarrar.... Maar je zal me tòch mogen bedienen....

- Ik wil maar liever niet vrij zijn, heer. Wat zoû ik doen met mijn vrijheid. Ik ben uw slaafje. Ik zoû toch altijd uw slaafje zijn.

- Vraag mij dan iets anders, Tarrar. Iets, wat je héél gaarne zoû hebben....

[pagina 67]
[p. 67]

Tarrar grijnslachte met witte tanden door tranen heen.

- Mag ik het zeggen, heer?

- Ja.

Tarrar aarzelde.... Toen zeide hij schuchter:

- Twee andere dansende slangetjes, heer....

Lucius lachte zacht.

- Kind! zeide hij. Ik zal je twee andere slangetjes geven.... Maar ik vrees, dat ook diè niet zullen willen dansen, zoo als alleen de Indische koopman ze kan laten dansen.

- Ik vrees het ook, heer, zei Tarrar nadenkend. Het nog levende slangetje is zeker naar den koopman terug gekropen, uit zijn velletje, dat hij achter liet. Ik vrees ook, dat de nieuwe slangetjes niet zouden willen dansen.... Dan heb ik maar liever niets, heer. Ik heb niets noodig. Als ik u alleen maar dienen mag....

- Bereid dan alles om mij te scheren.... en zeg de slaven het bad te bereiden.

- Ja, heer, zei Tarrar verheugd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken