Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De berg van licht (1993)

Informatie terzijde

Titelpagina van De berg van licht
Afbeelding van De berg van lichtToon afbeelding van titelpagina van De berg van licht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.16 MB)

ebook (4.36 MB)

XML (0.92 MB)

tekstbestand






Editeurs

Gerard Nijenhuis

Jan Robert

H.T.M. van Vliet



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De berg van licht

(1993)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 425]
[p. 425]

VerantwoordingGa naar voetnoot*

[pagina 427]
[p. 427]

In zijn ‘Brief uit Rome’ van januari 1894 noemde Couperus voor het eerst Heliogabalus: ‘[...] de zonnepriester van Emeze, die zóo vrouweschoon was, dat de soldaten, zoodra ze hem in den tempel zagen, verliefd riepen tot keizer, en vooruit zonden naar Rome zijne wonderbeeltenis...’Ga naar voetnoot1 Ruim tien jaar later kwam deze keizer opnieuw ter sprake, toen Couperus op 5 september 1904 aan zijn uitgever, L.J. Veen, schreef: ‘Mijn groote idee voor het volgende jaar is Heliogabalus (ik ben erg verdiept in Romeinsche Historie); en deze roman wil ik niet in Groot-Nederland zetten, want wij moeten een beetje rekening houden met onze “fatsoenlijke” lezers. Je krijgt dus de primeur: ik zal het niet te erg maken en denken aan mijn Hollandsch publiek: ook zoû ik de roman wel tegelijk met de Hollandsche uitgave, in een Fransche vertaling willen geven.’Ga naar voetnoot2

Veen reageerde pas op 2 november op Couperus' voorstel. Omdat Couperus' laatste boeken zeer slecht verkocht werden en hij het volgende jaar al diens roman Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan... zou uitgeven, wilde hij nog niet ingaan op de uitgave van een volgend boek.Ga naar voetnoot3 Couperus antwoordde: ‘Je brief is niet zeer opwekkend. Ik heb er ook genoeg van en schei er meê uit. Daar ik geen lust heb mijzelve en jou te ruïneeren door boe-

[pagina 428]
[p. 428]

ken, die niet verkocht worden, heb ik de eer je vaarwel te zeggen. Beleef nog pleizier, zoo mogelijk, van Oude Menschen, en laat het daarmeê gedaan zijn. Ik schrijf, of liever ik geef voortaan geen letter meer uit in het Hollandsch. Ik schrijf in het Hollandsch, maar laat me dadelijk vertalen in het Fransch. Mijn Hollandsche manuscripten leg ik verzegeld weg. Na mijn dood kunnen ze er meê doen wat ze willen, meêbegraven misschien. Maar ik heb er meer dan genoeg van, van die eeuwige klachten, dat ik niet verkocht word, en mijn besluit staat vast.’Ga naar voetnoot4 Omdat Van oude menschen volgens Veen een roman was voor het grote publiek, dacht hij dat de verkoop daarvan wèl weer goed zou gaan. Hij meende dat Couperus, de honoraria van de afgelopen jaren in aanmerking genomen, geen reden had zo te reageren. Hij kon Couperus echter voor boeken als de laatste drie minder betalen dan voorheen. Couperus moest zeker proberen zijn romans in het Frans te publiceren, maar het leek Veen het beste dan gelijktijdig een Nederlandse uitgave te laten verschijnen, om ongeautoriseerde en slechte vertalingen te voorkomen.Ga naar voetnoot5

Begin 1905 schreef Couperus: ‘Boos ben ik waarlijk niet, en ik moest onredelijk zijn om het te wezen.’Ga naar voetnoot6 En op 23 januari liet hij aan Veen weten, dat hij voor korte tijd naar Rome ging, om ‘wat studie's te maken’ voor zijn ‘historischen roman’.Ga naar voetnoot7 Veen vroeg hem: ‘Zoo gaat gij een hist. roman schrijven? Voor Frankrijk of voor Nederland?????’Ga naar voetnoot8 Couperus antwoordde: ‘De historische roman is De Berg van Licht. (Helegabalus.); natuurlijk schrijf ik in Holl: maar ik hoop hem in het Eng. en Fransch vertaald te krijgen, en uit te geven als oorspr: werk. Wilt ge een maand daarna de roman in het Holl: hebben, goed, maar ik treed absoluut niet in zoogenaamde “verminderde prijzen”, mocht ge het boek rekenen onder de minder verkoopbare. Ik, voor mij, heb geen oordeel, of

[pagina 429]
[p. 429]

het verkoopbaar is of niet. De smaak van het publiek blijft mij een beminnelijk raadsel. Het wordt een boek, ik zal zeggen, genre: Quo Vadis. Ik geef het niet aan Gr. Nederl., want daar zijn de zeden van Helegabalus niet geschikt voor. Ik zal er zeker nog wel dit jaar aan schrijven. -’Ga naar voetnoot9

Begin maart 1905 liet Couperus aan Veen weten dat hij een vertaalster had gevonden, met ‘invloed en vele relaties’, zodat met hard werken de roman dat najaar nog in Frankrijk zou kunnen verschijnen. ‘Wilt gij daarna den Hollandschen roman hebben, dan heb ik hier natuurlijk geen bezwaar tegen. Het zijn drie deelen [...]. In Groot-Nederland zal niet meer komen, dan hoogstens eén of twee fragmenten: het boek is èn te lang, en niet geschikt voor “de huiskamer”. Wilt ge er dus, voor de eerste uitgave, voor geven f 4500. - [...] dan is het het Uwe. [...]

Nog dit: het eerste deel zoû bijna als apart boek kunnen gegeven worden: het is Helegabalus te Emessa tot zijn uitroeping tot keizer. Kunt ge dus misschien iets arrangeeren, dat het eerste deel apart verkrijgbaar zoû zijn, dan zoû dit misschien voordeelig zijn. Ik weet het niet. Het is alleen een suppositie. Maar het eerste deel is een afgerond geheel [...] en bijna geschikt voor de huiskamer: de andere deelen niet.

Ik hoor gaarne gauw uw beslissing, daar ik uw opinie zoû willen weten voór ik définitief met Fransche uitgevers onderhandel.’Ga naar voetnoot10

Veen antwoordde op 13 maart dat hij De berg van licht graag wilde uitgeven, maar dat f 4500, - voor hem een te hoog honorarium was: ‘Eerstens moet ik de oplage verkleinen want uw oude getal halen wij niet meer en dan zal het onderwerp, zooals gij schrijft niet voor de huiskamer, zeker ook invloed uitoefenen op het debiet.

Ik heb het eens goed becijferd en zou ik het honorarium willen stellen op 3300 gld. [...] Wanneer dacht gij gereed te zijn om ongeveer gelijktijdig te kunnen verschijnen met de Fransche

[pagina 430]
[p. 430]

[...].’Ga naar voetnoot11 Couperus ging niet akkoord met het geboden bedrag. Hij was bereid concessies te doen met kleinere werken als Imperia en Endymion, die hij zelfs om niet wilde afstaan.Ga naar voetnoot12 Maar met De berg van licht was dat anders: ‘Het is een groote, historische roman, die vrij veel studie en veel arbeid vertegenwoordigt, ik denk leesbaar en verkoopbaar (al is het niet voor de huiskamer) en waarvoor ik je niet meer dan een normalen prijs vraag [...]. Je moet begrijpen, beste vriend, dat zoowel mijn trots als mijn waardigheid daar tegen op komen. Ik verminder niet en nooit de normale prijs van mijn groote proza-romans. Dat staat vast, ook al zoû ik het boek niet uitgeven en in een lade wegsluiten. Kàn je mij die prijs er niet voor geven, omdat je er geen winst uit zoû halen, na betaling van dit honorarium, dan spijt het mij meer dan ik zeggen kan, maar dan nemen we afscheid van elkander, zonder boosheid en zonder rancune.’Ga naar voetnoot13

Om de uitgave voor Veen aantrekkelijk te maken, stelde Couperus nogmaals voor het eerste deel van De berg van licht als een apart boek te publiceren. Dit zou de verkoop bevorderen. Ook kon Veen de in december 1904 voltooide roman Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan... uitgeven nà De berg van licht, als de uitgever dit gunstiger achtte met het oog op een gelijktijdige publikatie met de Franse uitgave. De voorgenomen Franse uitgave van De berg van licht zou echter voorlopig nog niet verschijnen.Ga naar voetnoot14

Veen wilde Couperus graag zijn zin geven, maar hij kon onmogelijk ingaan op diens eis: ‘Heusch het debiet in Holland is zoo klein dat een honorarium zooals jij hebt nog nooit is voorgeko-

[pagina 431]
[p. 431]

men.’ Hij verhoogde zijn bod, tot f 3900, -, in de hoop dat Couperus aldus het verschil wilde delen.Ga naar voetnoot15 Deze antwoordde: ‘Het is zeer moeilijk voor jezelve, dat begrijp ik, mij meer te geven, dan je geven kunt - maar, voor mij, is het ook ondoenlijk het honorarium, dat ik eenmaal ontving, los te laten, omdat er een paar boeken minder goed zijn verkocht.

Ik hoop dus van harte, dat een laatste berekening je nog optimistiesch moge stemmen en dat wij het nog eens worden. Den roman hoop ik dezen maand af te krijgen. Ik werk er aan met ijver en met pleizier. Het worden drie flinke deelen. [...] Misschien zoû je drie aparte deelen kunnen geven, en apart verkoopbaar. Het eerste deel is apart te lezen, en wellicht voor grooter publiek. Toch zoû het mij verwonderen, als dit boek niet verkocht wordt.’Ga naar voetnoot16

Op 27 april 1905 schreef Couperus aan Veen: ‘De Berg van Licht is af, dat wil zeggen, ik zal er nog den geheelen zomer aan moeten werken en overwerken, maar dat gebeurt al overschrijvende. [...] ik hoop van harte, dat je na beraad en berekening, aan mijn niet anders dan normale eischen zult kunnen toegeven. Het zoû mij heusch verwonderen als je van deze drie deelen geen pleizier zoudt hebben. Ik las er veel van voor in intiemen kring: men vindt het nu niet “zoo erg shocking”, door de heel ernstige wijze, waarop ik de zeden van den tijd heb behandeld. Ikzelve geloof, dat dit boek een van mijn belangrijkste werken zal blijven.

[...] Zoû je het werk willen uitgeven in het najaar? St. Nicolaascadeau is het niet... ik vind ook, dat een boek verzwolgen wordt door die St. Nicolaas-rommel, maar daar ik klaar zal zijn, kan je het geven vóor Oude Menschen als je wilt.’Ga naar voetnoot17 Toen Veen niet direct reageerde, maande Couperus hem begin mei opnieuw tot spoed omdat hij met Franse uitgevers wilde onderhandelen.Ga naar voetnoot18

Veen gaf ten slotte toe: ‘[...] daar gij zoo stijf op uw stuk blijft,

[pagina 432]
[p. 432]

zal ik uw vroeger voorstel maar aannemen en met Imperia en Endymion er bij de 4500 gld er voor uittrekken.

Maar liefst geen fragmenten in Groot-Nederland, want dat is geen reclame zooals gij denkt.’Ga naar voetnoot19 Couperus reageerde onmiddellijk: ‘Beste vriend, soms denk ik dat je me te productief vind, maar ik kan er heusch niets aan doen. Ik werk veel, dat is waar, maar ik roffel niets af: en al mijn werk is met liefde gedaan. Aan dezen roman (erg paganistiesch!!) is heel veel zorg en studie besteed. Ik schrijf hem nu met heel veel aandacht, al overwerkende, over.’Ga naar voetnoot20 Over een Franse uitgave van De berg van licht werd niet meer gesproken; zij is ook niet verschenen. Op 11 mei zond Veen het contract. Hij wees Couperus' verzoek, toch een fragment van de roman in Groot Nederland op te nemen, af.Ga naar voetnoot21 Wel werd een door Couperus uitgezocht fragment uit het eerste deel van De berg van licht gepubliceerd in Het jaar 1906, het bij Veen sinds 1904 jaarlijks verschijnende overzicht van zijn fonds.Ga naar voetnoot22

De berg van licht verscheen, in drie aparte delen, bij L.J. Veen te Amsterdam: deel i en ii in november 1905, deel iii in februari 1906.

In 1916 vertelde Couperus aan André de Ridder over zijn werkwijze: ‘In één jaar heb ik de drie lijvige deelen van De berg van licht afgemaakt [...]. Ik wilde in den beginne alleen den dans van den jongen keizer Helegabalus beschrijven, 't moest een novelle van 20, 30 bladzijden worden... Maar voor dien dans had ik vele studies moeten maken, en toen is langzamerhand de hypnose over me gekomen, en is uit al die oude documenten de figuur van den keizer-knaap zoo levendig voor mijn oogen komen spoken, dat ik als een dwang op me heb voelen wegen... Ik heb weerstand geboden, maar ik ben onder de aantrekking bezweken...’Ga naar voetnoot23 In hetzelfde interview verklaarde hij dat hij in De berg van licht ‘[...]

[pagina 433]
[p. 433]

heel wat fijner en vollediger psychologie’ gegeven had dan ‘Flaubert in Salambo - [...] qua ernst en documentatie en waarheid en qua vorm bovenal...’Ga naar voetnoot24 Couperus rekende zijn historische roman tot het kleine gedeelte van zijn werk waarvan hij nog steeds ‘werkelijk’ hield.Ga naar voetnoot25

Bronnen

Voorzover ons bekend, zijn van de roman De berg van licht de volgende door de auteur geautoriseerde bronnen overgeleverd:

A. een volledig kladhandschrift en een volledig kopijhandschrift van de hand van Couperus. Het eerste bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (sig. c.383 h. 1), het tweede in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. kb 76 d2).Ga naar voetnoot26

Het kladhandschrift van De berg van licht bestaat uit drie delen van in totaal 354 gelinieerde bladen van eenzelfde formaat, die eenzijdig zijn beschreven.Ga naar voetnoot27 Het eerste deel telt 101 bladen. Het eerste, ongenummerde, blad heeft het opschrift Heliogabalus; de volgende bladen zijn genummerd 2-47, 47-48, 50-85, 85/86-101.Ga naar voetnoot28 Het tweede deel telt 141 bladen. Het eerste, ongenummerde, blad heeft het opschrift De Berg van Licht Tweede Deel; het tweede, eveneens ongenummerde, blad heeft het opschrift De Berg van Licht; de volgende bladen zijn genummerd 2-140. Het derde deel telt 112 bladen. Het eerste, ongenummerde, blad heeft het op-

[pagina 434]
[p. 434]

schrift Derde Deel; de volgende bladen zijn genummerd 2-112.Ga naar voetnoot29 Het kladhandschrift is geschreven met zwarte inkt. Het bevat veel doorhalingen, verbeteringen en toevoegingen in zwarte inkt en in potlood. Couperus heeft de eerste versie van de roman zonder veel onderbrekingen op papier gezet. Er zijn geen grote verschillen in ductus.

Het kopijhandschrift van De berg van licht bestaat uit drie delen van in totaal 434 gelinieerde bladen. Het eerste deel telt 142 bladen van eenzelfde formaat, die eenzijdig zijn beschreven.Ga naar voetnoot30 Het eerste, ongenummerde, blad heeft het opschrift Helegabalus. De Berg van Licht; de volgende bladen zijn genummerd 2-41, 41a, 42-55, 1-86.Ga naar voetnoot31 Het tweede deel telt 140 bladen van eenzelfde formaat, die eenzijdig zijn beschreven.Ga naar voetnoot32 Het eerste, ongenummerde, blad heeft het opschrift Tweede Deel; de volgende bladen zijn genummerd 2-140. Het derde deel telt 161 bladen van verschillend formaat (vanaf blad 95 een groter formaat), die eenzijdig zijn beschreven.Ga naar voetnoot33 Het eerste, ongenummerde, blad heeft het opschrift De Berg van Licht. Derde Deel; de volgende bladen zijn genummerd 2-160, 160a.Ga naar voetnoot34 Het kopijhandschrift is geschreven in zwarte inkt en heeft betrekkelijk weinig doorhalingen, verbeteringen en toevoegingen. De ductus is gelijkmatig. Het is als kopijhand-

[pagina 435]
[p. 435]

schrift te herkennen onder andere aan de zwarte vegen die op de zetterij zijn ontstaan.

De tekst van het kopijhandschrift wijkt inhoudelijk niet erg af van de gepubliceerde versie van De berg van licht. Meestal gaat het om kleine, vooral stilistische, varianten. Het kladhandschrift van De berg van licht verschilt daarentegen aanzienlijk van de gepubliceerde versie. Toen op 27 april 1905 de eerste versie voltooid was, schreef Couperus aan Veen dat hij er nog de hele zomer aan moest werken.Ga naar voetnoot35 De tekst van de roman is tijdens het overschrijven grondig bewerkt en uitgebreid. Talrijke woorden, zinnen en alinea's zijn toegevoegd. In november 1905 was de definitieve versie voltooid.Ga naar voetnoot36

B. een uitgave in boekvorm: Louis Couperus: De berg van licht. Amsterdam, L.J. Veen, [november 1905/februari 1906]. 3 dln.

De boekuitgave van De berg van licht is gezet naar het kopijhandschrift van Couperus. Op 27 april 1905 kondigde Couperus aan dat de roman was voltooid en door hem in het net zou worden overgeschreven en omgewerkt. Hij deed ook een aantal voorstellen voor de uitgave: ‘Drie aparte deelen?? Het wordt anders een onhandelbaar formaat. Je zal zien, het Eerste Deel is een mooi boekje apart. Zoû je willen portretten van de keizers (naar beelden) die in den roman voorkomen, als iets van illustratie?? Ik heb die fotografieën ervan expres ervoor gekocht.’Ga naar voetnoot37 Veen ging akkoord met het opnemen van de foto's, waarvoor Couperus de onderschriften verzorgde.Ga naar voetnoot38

Begin mei 1905 stuurde Couperus de eerste kopij. Omdat Veen de gehele roman nog dat jaar wilde uitgeven, drong hij aan ook de rest te sturen. Couperus antwoordde op 18 mei: ‘Ik kan nu niet anders dan copie bij kleine gedeelten zenden, want ik heb heel veel werk met het overschrijven en overwerken, hoor! [...] maar ik heb

[pagina 436]
[p. 436]

den heelen zomer daarvoor!’Ga naar voetnoot39 Eind mei stuurde hij opnieuw kopij: ‘1 October zal je het geheele boek in copie bezitten: eerder kan het niet. Je kan dus 1 Oct. of 1 Nov. het Eerste Deel uitgeven; en spoedig daarop de beide anderen. Wel, het eerste deel kàn nog voor St. Nicolaas dienen. Maar de twee anderen niet, hoor.’Ga naar voetnoot40

Veen verzond begin juni het eerste gedeelte van de kopij naar drukkerij Thieme, die direct met zetten begon.Ga naar voetnoot41 Couperus ontving de drukproeven in gedeelten ter correctie. Ook de afdrukken van de cliché's van de foto's ontving hij; hij vond ze ‘zeer geslaagd’ en hoopte nog twee foto's op te sturen: ‘[...] een mooi portret van het jonge keizertje, en een van zijn tante.’Ga naar voetnoot42 Op 18 juli zond Couperus het slot van de kopij van het eerste deel. Hij gaf aan waar de foto's in de verschillende delen van de roman moesten komen. De nieuwe foto's zouden in deel twee worden opgenomen. Ook wees hij Veen erop dat achterin ieder deel de Latijnse woorden uit de roman zouden worden verklaard; dit voornemen is echter niet uitgevoerd.Ga naar voetnoot43 De kwaliteit van de twee gereproduceerde nieuwe foto's was volgens Couperus te slecht: ‘[...] ze geven waarlijk niets weêr en de uitdrukking, waarom ik ze had willen geven, is totaal weg!’ De afbeeldingen werden niet in de roman opgenomen.Ga naar voetnoot44 Op 1 september ontving Thieme de afgedrukte foto's van de Boek- en Kunstdrukkerij v/h Roeloffzen-Hübner en Van Santen.Ga naar voetnoot45

Couperus corrigeerde de proeven en vervolgens de revisie. Op 19 september stuurde hij Veen het laatste vel van het eerste deel terug: ‘Het eerste deel kan nu geheel afgedrukt worden, niet waar? Moge de God Helegabalus maken, dat er geen drukfouten in blijven staan!! - De fotografieën en onderschriften zijn in

[pagina 437]
[p. 437]

orde. -’Ga naar voetnoot46 Couperus wilde per se een exemplaar van de afgedrukte vellen controleren.Ga naar voetnoot47 De laatste kopij van het tweede deel stuurde hij eind september naar Veen.Ga naar voetnoot48

Tijdens het corrigeren van de drukproeven en het nakijken van de revisie van de eerste twee delen was Couperus nog steeds bezig de tekst van het derde deel al omwerkend over te schrijven. Ook kreeg hij tussendoor de proeven te corrigeren van zijn roman Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan... Hij raakte hevig geïrriteerd toen hij begin oktober de laatste afgedrukte vellen van deel i nog niet had ontvangen en bovendien in het wèl ontvangen gedeelte toch nog een zetfout ontdekte: ‘Nu weêr [...] koppen voor knoppen. Dat moet met een erratum verbeterd worden, achter, want het is te dol. Misschien vind ik nog meer. Dan zullen wij een lijstje maken. Ik merk nu waarom een Fransche auteur altijd een secretaris er op na houdt! Ik kàn een boek als dit niet heelemaal alleen doen. Enfin, dan maar mèt drukfouten.’Ga naar voetnoot49 Ook in de laatste vellen van deel i vond hij nog een zetfout: ‘Enfin, een boek schijnt niet zonder fouten te kunnen verschijnen, maar het is heel vervelend.’Ga naar voetnoot50 Achterin het derde deel werd een lijstje opgenomen met correcties op het eerste deel. Ook maakte Couperus een overzicht van de in de roman genoemde keizers: ‘Dat is gemakkelijk voor den lezer.’Ga naar voetnoot51

In de tweede week van november stuurde Thieme de laatste afgedrukte en door Couperus nagekeken vellen van deel i en ii naar de binder.Ga naar voetnoot52 De laatste kopij van deel iii ontving Thieme eind november.Ga naar voetnoot53

[pagina 438]
[p. 438]

Couperus had Veen begin mei 1905 geschreven over de band voor De berg van licht: ‘[...] wat ik je bidden mag, geen art-moderne band. Iets heelemaal in antieken stijl, niet waar.’Ga naar voetnoot54 Hij reageerde verontwaardigd toen hij het ontwerp onder ogen kreeg: ‘Ik val omvèr van dat schetsje. Het is wel heel kinderlijk, maar het heeft er niets van, hoor! Beste kerel, laat je goede smaak je in den steek, dat je me zoo iets kan opzenden!! Wat Romeinsch-Grieksche (??) tempeltjes, met wat sterretjes erboven! Neen hoor! Ik wil iets heel moois. Dit had ik zelf nog beter kunnen teekenen. Heelemaal liever geen tempelmotief. Mijn tempel daarenboven is te Emessa, de bouworde is Syriesch-Perziesch (in het genre van het paleis van Artaxerxes-Mnemon) dat men nog in het Louvre te Parijs bestudeeren kan.

Misschien heb ik nog te weinig gezonden, opdat de teekenaar (maar niet deze!) zich een idee zou kunnen vormen.

Symbolen van de Godsdienst der Zon zouden beter zijn. Maar daar moet je iemand voor vinden, die zoowel teekenaar is als iemand van intelligentie.

Ik vind de band van Theo Neuhuys zoo mooi (kleine Zielen); zoû die niet wat kunnen?

De titel is De Berg van Licht. (Geen ondertitel Helegabalus).

Helegabalus of Helegabalos is de Syrische oorspronkelijke naam van den god, die zich incarneerde in zijn hoogepriester. Heliogabalus is vergriekscht. Ik neem den oorspronkelijken naam. [...]

Misschien, dat als Toorop zich een beetje wilde inwerken in de idee van het boek, hij iets moois zoû kunnen doen. Ik weet het niet. Dit, in alle geval, vind ik niets.’Ga naar voetnoot55 Neuhuys noch Toorop maakte ten slotte een bandontwerp; Couperus en Veen kwamen overeen dat op de banden van de drie delen een van de afbeeldingen uit het desbetreffende deel geplaatst zou worden. In september 1905 vroeg Veen aan Thieme de omslagen met de afbeeldin-

[pagina 439]
[p. 439]

gen te zetten. Hij adviseerde hem daarvoor de eerder gemaakte cliché's te gebruiken.Ga naar voetnoot56 Op 17 oktober moest Thieme voor de binder met spoed exemplaren drukken van drie van de afbeeldingen, zonder onderschrift. Veen had reisexemplaren van de roman nodig voor zijn vertegenwoordigers.Ga naar voetnoot57 Deze drie afbeeldingen verschenen ook op het voorplat van de gebonden uitgaven uit 1905/1906.Ga naar voetnoot58 Ze werden afgedrukt in hetzelfde formaat als de foto's in de boeken. Couperus vond de band niet mooi: ‘Het is zelfs niets, dezen keer. Ik dacht, dat we een klein medaillon, met figuurtje auriga in goud zouden krijgen?? Ik zal nu mijn exemplaar in Rome maar laten inbinden, perkament en goud, volgens het Romeinsche model, waarin ik ook mijn klassieken heb.’Ga naar voetnoot59

Couperus wilde, als de kritieken en ‘uitscheldpartijen’ in kranten en tijdschriften na het verschijnen van de eerste twee delen van De berg van licht interessant genoeg waren, een brochure schrijven, ‘als studie hoe een roman over homosexualiteit in Holland ontvangen wordt. Geen antikritieken, maar een placide brochure! Hier in Frankrijk is het motief een motief als een ander, maar bij ons is het natuurlijk verboden waar...’Ga naar voetnoot60 Een dergelijke brochure is niet verschenen.

 

De uitgave van 1905-1906 is de eerste en enige druk van De berg van licht die tijdens Couperus' leven is verschenen. De oplage was 2500 exemplaren.Ga naar voetnoot61 In november 1905 liet Veen van de eerste twee delen van De berg van licht 400 exemplaren inbinden en 1500

[pagina 440]
[p. 440]

exemplaren innaaien.Ga naar voetnoot62 Het restant werd in plano bewaard. Met het derde deel werd begin 1906 waarschijnlijk hetzelfde gedaan.

Om de verkoop van De berg van licht te bevorderen waren Couperus en Veen al in juni 1905 overeengekomen dat er een aparte prospectus zou worden gepubliceerd. Couperus was eerst van plan een ‘voorrede’ te schrijven.Ga naar voetnoot63 Dit ging niet door. In juli schreef hij aan Veen: ‘De tekst van den Prospectus zal ik opmaken, maar je moet hem overwerken; ik geef je alleen de stof, die ikzelf anders in een voorrede geplaatst zoû hebben.’Ga naar voetnoot64 Begin augustus stuurde Couperus de tekst, ‘[...] door mijn vrouw met mijn hulp opgemaakt; je mag er nog wat bij maken als dat noodig is.’Ga naar voetnoot65 Het leek Veen ‘het eenvoudigst en ook het duidelijkst’ om Couperus' tekst onveranderd over te nemen.Ga naar voetnoot66 Couperus vroeg wel een drukproef, want hij wilde de tekst ‘beslist nazien’.Ga naar voetnoot67 Hij corrigeerde deze in september en ontving ook een revisie. De prospectus verscheen eind oktober/begin november 1905, in een oplage van ruim 34.500 exemplaren.Ga naar voetnoot68 Daarvan waren er 16.000 bestemd voor Nederlands-Indië.Ga naar voetnoot69 Van de overige exemplaren wilde Veen er 2100 in een aflevering van De gids laten leggen.Ga naar voetnoot70

Veen presenteerde de tekst als een brief van Couperus: ‘Over dezen roman schreef mij de auteur het volgende:

“De roman van Heliogabalus, Helegabalus, Elegabalus (alle die

[pagina 441]
[p. 441]

namen hebben recht van bestaan) speelde mij reeds tien jaren lang door den geest. Van af het eerste oogenblik, dat ik de ruïnes van Rome zag. De keizerstijd van 2de en 3de eeuw na Chr. is zoo mooi te evoqueeren tusschen de ruïnes. Iedere tourist die Forum en Palatijn heeft gezien met eenige aandacht, zal het décor van de scène der aanbidding van 's keizers beeltenis (einde Eerste Deel) zich goed kunnen voorstellen... Tusschen de keizers heeft mij het meest altijd getroffen de figuur van het mooie zonnepriestertje, dat tot keizer werd uitgeroepen, omdat het Leger verliefd op hem was en omdat hij zoo mooi kon dansen. Het was een antieke ziel, zoowel van éen persoon, als van een geheele Menigte, die ik me moest denken. Dat scheen mij heel interessant. Maar ik dacht telkens, gedurende al die jaren: ik ben geen érudit, een “historische roman” te schrijven is niets voor mij... Toch liet de idee mij niet los, kwam telkens weêr terug... Ook dacht ik: het boek is niet een boek voor een Hollandsch publiek... En ik schreef het niet... Toen las ik l'Agonie van Jean Lombard (dezelfde periode). Gedurende die lectuur dacht ik: Nu schrijf ik zeker mijn boek niet: het is al geschreven en mooier dan ik het doen kan... Maar na de lektuur dacht ik: neen; Lombard geeft den roman van Rome in dien tijd, en niet den roman van het keizertje; niet de ziel van het priestertje, dat zoo mooi dansen kon. En zoo ben ik er toe gekomen het boek te schrijven, en die ziel te geven, zoo goed ik kon.”Ga naar voetnoot71

“Bronnen waren Herodianus en Lampridius; voornamelijk Herodianus geeft een kort verhaal; Lampridius heel veel détails. Beiden keuren af, kritizeeren, veroordeelen, zonder eenige zielkundige analyse. Maar de détails van Lampridius (vermoedelijk vele waar) zijn interessant en de “ziel” schuilt er achter. Ik vind achter de drooge opsomming van allerlei trekjes de ziel van het jonge priestertje: Aziatiesch (geen Romeinsche ziel) (hij was ook geen Romein); heel vroom (aan de zon), bijna dweepziek, ingewijd in de mysteriën der Magiërs en de geheime wetenschap-

[pagina 442]
[p. 442]

pen der Kabbala; een vrouwelijke ziel in een bizonder schoonen mannelijken vorm, zoo dat de Magiërs in hem zagen de illuzie van de weer op aarde geïncarneerde Man-Vrouw; zoo bekoorlijk en innemend in al zijn uitingen, dat een geheel Volk, een geheel Leger van ruwe soldaten hem aanbad; geniaal in zijn danskunst, in het spreken van talen (zoodra hij Keizer was, oefende hij zijn Latijn en sprak het dadelijk zuiver); zoowel vroom in zijn godsdienst, als dol vroolijk van kinderlijke jeugd... Nog tal van schakeeringen meer, die telkens een nieuw facet laten vonkelen... Het lachte mij toe, dat alles te geven, vooral omdat ik de eerste zou zijn, die Helegabalus zoo opvatte. Niemand die over hem schreef, of hij heeft hem gelasterd, zelfs Lombard. Het jongetje was een bedorven Kind en zeker hysteriesch in zijn man-vrouwelijkheid, maar hij was niet enkel “liederlijk” en meer niet. Hij was geniaal, en artiest in alles wat hij deed. Hij is de laatste weerschijn van de Antieke Schoonheid en de Antieke (Egyptisch-Chaldeeuwsche) Wijsheid. Wie zegt ons, dat de quintessens van zijn godsdienst niet zuiverder is dan die van het Christendom?... De Zwarte Steen is symbool (voor het volk) van de Zon, die zelve symbool is (voor den priester) van het Licht, (dat weer symbool is, voor de Magiërs en Ingewijden, van den onuitsprekelijken God). Er schuilt een diepe mystische Wetenschap achter dat alles, en vermoedelijk hebben onze latere Christelijke Eeuwen heel veel verloren, vergeten, verwaarloosd, van wat de “heidenen” reeds zuiver, niet “geloofden”, maar “wisten”.

Onze modernste wetenschappen, ze waren den Magiërs bekend. Helegabalus (de jonge keizer genoemd naar den God) was opgevoed in die mystische kennis.

Wat wij alleen als “liederlijk” en “immoreel” beschouwen, was in den Zonnedienst even natuurlijk, gewoon en lofrijk, als op dit oogenblik, voor den Roomsch-Katholiek, het opdragen van de Mis...

Dit alles is geen idealizatie van mijn hoofdpersoon; het is alleen zielkundige eerlijkheid, die recht laat wedervaren... Mijn boek is een boek voor enkelen, zonder vooroordeelen van godsdienst en

[pagina 443]
[p. 443]

vooropgestelde moraal. Zij, die vooroordeelen hebben, doen beter het niet te lezen, want ze zullen ge-ergerd worden; en waarom een roman lezen, als het boek geen genoegen geeft, artistiek of psychologisch genoegen?...”’Ga naar voetnoot72

Ondanks de prospectus was de verkoop van De berg van licht niet succesvol. Van de eerste twee delen waren in januari 1906 slechts 600 exemplaren verkocht aan de boekhandel, en volgens Veen was de navraag ‘nihil’.Ga naar voetnoot73 Nog tientallen jaren na het verschijnen waren exemplaren van de eerste druk uit voorraad leverbaar.

Tekstkeuze

Voor deze uitgave van De berg van licht is de eerste en enige tijdens Couperus' leven verschenen druk gekozen: deze vertegenwoordigt de laatste door de auteur actief geautoriseerde versie. Couperus heeft de kopij ervan geleverd en de proeven ervan zelf gecorrigeerd. Voor de tekstsamenstelling is gebruik gemaakt van het exemplaar van de eerste druk dat zich bevindt in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 566 k40-42).

Correcties

Omdat het kladhandschrift van De berg van licht inhoudelijk sterk afwijkt van de gepubliceerde tekst van de roman is het niet betrokken in de tekstvergelijking voor de nieuwe editie. Het is alleen geraadpleegd bij tekstuele problemen in de basistekst die

[pagina 444]
[p. 444]

niet met behulp van het kopijhandschrift waren op te lossen.

In de tekst van deze uitgave zijn, mede op grond van een woord-voor-woord vergelijking van het kopijhandschrift (h2) van De berg van licht met de eerste druk van de roman en in sommige gevallen met het kladhandschrift (h1), de hieronder volgende correcties aangebracht. Verder zijn de correcties verwerkt uit het erratum in de eerste druk (e), en zijn de veranderingen die Couperus in een van zijn exemplaren heeft aangebracht, ten dele overgenomen (c).Ga naar voetnoot74 Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de verbeterde versie gegeven; na de ‘Duitse komma’ (/) volgt de oorspronkelijke, foutieve lezing van de eerste druk. De laatste is voorzien van een asterisk (*) als zij ook in het kopijhandschrift voorkomt. Als de correctie uit het erratum afkomstig is of uit Couperus' eigen exemplaar, is dat tussen haakjes aangegeven, en is ook de lezing van het kopijhandschrift vermeld; hierbij is de volgorde c, e, h2 aangehouden.

8,10 Zontempel/zontempel (Zontempel c, e, zontempel h2)
8,26 reëel/reeël
8,30 zuilengeschachte/zuilengeschachtte*
9,2 reëel/reeël
9,5 gestyleerd/gestylizeerd (gestyleerd c, gestilizeerd h2)
15,12 te gelijker tijd/tegelijkertijd (te gelijker tijd e, h2)
15,34 Zoû/Zoù
19,6 honderdduizend/honderduizend*
20,1 bloed/bloedt*
21,19 dier/diens
24,12/13 sensueel-mystieke/seksueel-mystieke (sensueel-mystieke c, h2)
28,22 die,/die
28,28/29 te gelijker tijd/ tegelijkertijd (te gelijker tijd e, h2)
28,33 begrijp.../begrijp.,..

[pagina 445]
[p. 445]

29,27 zoû/zoù
29,33/34 menschelijkeren/menschelijker (menschelijkeren c, menschelijker h2)
30,32 geïnitieerde/geinitieerde
30,33 Uitverkoren Ziel/Uitverkoren*
31,3 Bassianus, o/Bassianus o
31,24 Lìcht/Licht
31,31 Westerkim/westerkim (Westerkim c, westerkim h2)
34,24 Zonnepriesters/zonnepriesters (Zonnepriesters e, zonnepriesters h2)
35,15/16 danseressen/de danseressen
39,17 vasthielden/vasthield*
39,34 ìs/is
40,1 ìs/is
40,19 had/hadden
41,23 Zonheerlijkheid!/Zonheerlijkheid
41,27 Zonpoorten/zonpoorten (Zonpoorten e, zonpoorten h2)
41,34 Zonnepriesters/zonnepriesters (Zonnepriesters e, zonnepriesters h2)
43,5 Zonnepriesters/zonnepriesters (Zonnepriesters e, zonnepriesters h2)
43,32 Zonnepriesters/zonnepriesters (Zonnepriesters e, zonnepriesters h2)
44,19 Zonzuilen-ingang/zonzuilen-ingang
45,12 Zonzuilenpoort/zonzuilenpoort (Zonzuilenpoort e, zonzuilenpoort h2)
45,15 voor/van*
45,17 geschubkurast/geschubkurasd (geschubkurast e, geschubkurasd h2)
45,27 Zonzuilenpoort/zonzuilenpoort (Zonzuilenpoort e, zonzuilenpoort h2)
45,33 Tyr,/Tyr;
46,25 Menigte/menigte*
46,30/31 bezweete/bezweette (bezweete e, bezweette h2)
47,10 vloer,/vloer

[pagina 446]
[p. 446]

47,19 gebade/gebaadde*
49,33 Praefekten/Prefekten*
50,16 alleen/àlleen
54,2 Heiligschennis, hèiligschennis/ Heiligschennes, hèiligschennes (Heiligschennis, hèiligschennis c, e, h2)
54,6 te gelijker tijd/tegelijkertijd (te gelijker tijd e, h2)
54,27 te gelijker tijd/te-gelijkertijd (te gelijker tijd e, te gelijkertijd h2)
55,26 Praetoriaansche/Pretoriaansche (Praetoriaansche e, Pretoriaansche h2)
55,29 Praefectus-Praetorio/Praefectus-Pretorio (Praefectus-Praetorio e, h2)
57,6 Eerwaarde/Eerwaardige (Eerwaarde e, Eerwaardige h2)
58,18 om/van
58,29 Optocht/optocht
59,24 volgde/volgden
59,24 Menigte/menigte
60,1 blanke/blanke,
60,4 te gelijker tijd/te-gelijkertijd (te gelijker tijd e, tegelijkertijd h2)
62,23 te gelijker tijd/tegelijkertijd (te gelijker tijd e, h2)
63,10 teêr/teer*
64,3 Middelaar/Middellaar (Middelaar e, h2)
64,8 te gelijker tijd/te-gelijkertijd (te gelijker tijd e, ontbreekt h2)
66,2 militaire toga's/militaire-toga's
70,3 eén/eén,
70,4 drìe/drie
70,14 éven/even
71,19 iv/iii*
71,30 Praefekten/Prefekten*
73,13 tempelpleinen,/tempelpleinen
73,18/19 Zonnepriesters/zonnepriesters (Zonnepriesters e, zonnepriesters h2)
74,19 ìedereen/iedereen

[pagina 447]
[p. 447]

79,20 zònlìcht/zònlicht
80,2 blij-vroolijk/vroolijk blij
81,20 zich,/zich
81,22 Noodlot/noodlot
81,29/30 zoo zoû zijn/zoû zijn (zoo zijn zijn h2, zoo zoû zijn hi)
84,18 uur! Het was/uur! Het wat
86,3 nu!/nu (nu! c, h2)
86,5 zalig/zalig, (zalig c, h2)
86,26 te gelijker tijd/te gelijkertijd (te gelijker tijd e, tegelijkertijd h2)
87,17 hinnikend/hinnekend (hinnikend c, h2)
88,8/9 den baard [...] het nu snellere/om den baard [...] het snellere
88,24 zeeë-gelijk/zeëe-gelijk (zeeëgelijk h2)
89,3 Kamp/kamp
89,8 v/iv*
90,4 noordelijken/noordelijke
90,24/25 vergode/vergoodde*
92,29 Zonnekinderen/zonnekinderen (Zonnekinderen e, zonnekinderen h2)
95,1 Zonnekind/zonnekind (Zonnekind e, zonnekind h2)
95,2 te gelijker tijd/te gelijkertijd (te gelijker tijd e, te gelijkertijd h2)
96,15 te gelijker tijd/te gelijkertijd (te gelijker tijd e, tegelijkertijd h2)
100,1 vi/v*
102,16 knoppen/koppen knoppen c, e, h2)
103,12/13 wie - om welken reden ook - thuis moest blijven,/ wie - om welken reden - ook thuis moest blijven, (wie - om welke reden ook thuis moest blijven - h2)
109,7 gevierd.../gevierd.,..
110,34 hebt/heb*
113,9 pij,/pij;
114,24 aan/en
116,14 weêrszijden/weêrszijde*

[pagina 448]
[p. 448]

117,23 Antoniniaansche/Antoniaansche (Antoniniaansche e, h2)
118,1 Kamp/kamp
118,15 Kamp/kamp*
121,7 Kamp/kamp*
121,27 hinnikende/hinnekende
123,30 Antiochianus/Antochianus
125,3 Zonnepriesters/zonnepriesters (Zonnepriesters e, zonnepriesters h2)
125,7 congiarium/congiarius*
127,35 twee-,/twee-
128,22 den/dien
129,9 Zonnepriesters/zonnepriesters (Zonnepriesters e, zonnepriesters h2)
129,10 Zonnedeernen/zonnedeernen (Zonnedeernen e, zonnedeernen h2)
129,10 Zonnekinderen/zonnekinderen (Zonnekinderen e, zonnekinderen h2)
129,13 neef,/neef;
129,33 zien,/zien
131,1 vii/viii*
131,7 verscheurend/verscheuren (verscheurend e, h2)
131,10 richten/richtten*
131,22 bestraten/bestraatten*
132,28 -enormiteit/enormiteit
138,2 leêren/leeren*
139,10 mysterie!,/mysterie!
143,22 minder brutale/minder brutaler
148,25 was, - /was, - -
149,28 scheen hij/scheen .hij
150,34/35 veronbewegelijkt.../veronbewegelijkt,...
154,12 te gelijker tijd/te-gelijkertijd (te gelijker tijd e, tegelijkertijd h2)
156,5 hen/hem*
159,12 Libyers/Lybiërs*
163,8 zittende,/zittende

[pagina 449]
[p. 449]

164,13 Ik verzorg/Ik verzorg (Ik verzorg h2, Ik verzorg h1)
166,4 Thraciër/Traciër
166,6 zien!/zien?
167,11 antwoordde/anwoordde
168,2 twee,/twee
172,22 staande!/staande?
174,6 ceremonie,/ceremonie
174,27 maand!,/maand!
175,4 adelaarsveêr/adelaarsveer (veer h2)
175,15 badvertrek/bad vertrek
176,1 naar/haar
179,11 paarden/paard
182,31 Broeh!,/Broeh!
185,20-23 zwierven de Priesters-der-Zon, beloovend, biedend den heel rijken slechts, de openbaring van vreemde mysteriën te-gelijk met godsdienstige wellust; langs de straten zwierven de danseressen/ zwierven de danseressen
186,12 wachtten/wachten
189,14 volgden zich op/volgden op
190,26 reus.../reus...:
192,10 thronus,/thronus
192,16 rings-om-rond/rings-omrond
193,24 maken/naken*
199,3 geleden?/geleden. (geleden. h2, geleden? h1)
202,12 Helegabalus,/Helegabalus
204,5 Livilla/Livilla; (Livilla; h2, Livilla h1)
205,2 riep/ríep
209,12/13 te voorschijn,/te voorschijn
211,30 vervreemdden/vervreemden*
215,15 flamingo's/flamingos
220,2 Severus,/Severus'
221,25 kwijnende,/kwijnende*
228,5/6 pasteibakkertje;/pasteibakkertje:*
230,7 Korinthische/Korintische

[pagina 450]
[p. 450]

234,13 weidt/wijdt*
234,17 weidt/wijdt*
235,1 x/xi*
238,13 roode-roozen-omkransd/roode-roozen omkransd
238,16 praefekten/prefekten
238,23 terugzien/teruggezien*
240,15 Praefekten/Prefekten
242,5 koste, al koste/kostte, al kostte*
244,8 xi/xii*
246,29 extaze.../extaze,...
249,12 wéêr/wêér*
249,19 nooit,/nooit
250,13 xii/xiii*
251,13 evenwicht...'/evenwicht...
251,29 nog/noch
252,2 zoû/zou
252,32 waàr/waar
254,14 paneelen.../paneelen - -
256,29 xiii/xiv*
258,34 menigte/menige
262,14 zoû/zou
266,31 je!/je?
276,21 kolonaden/kollonaden
276,35 kolonaden/kollonaden
277,13 strengere/stengere
278,35 drukken/drukten*
280,29 onvoldaan:/onvoldaan.
281,7 struisveêrschermen/struisveerschermen*
282,29 harst/harts (harts h2, hars h1)
285,3 daarvoor/daarom
285,20 harst/harts*
289,21 heb/had
289,31 niet/nièt
292,21 anderen./anderen; - *
293,25 zoû/zouden*

[pagina 451]
[p. 451]

296,34 epicurisme,/epicurisme
306,19 duizendtallen,/duizendtallen*
306,30 als/àls
307,9 ooren/woorden (woorden h2, ooren h1)
317,14 strooide/strooiden*
318,19 koste wàt het koste/kostte wàt het kostte*
322,6 [alinea] Semiamira/Semiamira
323,25 Monolieth/Monoliet
327,24 zij was levend, zij had/zij had
327,31 schim/schìm
332,15 madelief-overspikkeld/madelief overspikkeld
334,34 aanbidt/aanbid
335,1 mij wel/wij wel
336,16 hier niet/hier nìet
339,32 geweest... En/geweest. ...En
342,2 congiarium/congiarius
344,29 maar - / - maar
345,6 moeder.../moeder.,..
350,9 zenuwachtig,/zenuwachtig
351,3 heil!,/heil!
351,7 Augustus/Angustus
352,28 geschacher/geschagger*
353,15 vluchten/vluchtten*
353,29 harstgeurigen/hartsgeurigen*
356,33/34 waar door/waardoor*
357,23 verbazing/verbazìng
359,36 schilden:/schilden.
360,22 congiarium/congiarius
363,25/26 zichzelven,/zichzelven
367,34 lichtenden/lichtender
368,25/26 duisterder/duisterer*
369,27 er uit!/er uit
371,20 diè erft/dìe erft
377,4 Zijner/Zijne
378,11 Kamp/kamp

[pagina 452]
[p. 452]

380,25 uur.../uur...,
385,15 zadelloos,/zadelloos
387,14 voelt zich/voelt
389,9 heftiger/heftig
393,3 Aristomachos/Antiochianus
397,6 Alexander:/AlexanderGa naar voetnoot75
398,21 zoû/zoù
400,35 jij/Jij (Jij h2, jij h1)
401,24 daàr,/daàr*
404,21 Moeder/moeder
405,20 Daàr?/Daàr!
405,21 bang!/bang?
408,15 eerst.../eerst.,..
409,33 hen/hem (hen c, h2)
411,3 bindt/bind*
413,3/4 Herinner je je/Herinner je*
419,8 weêrechoënd/weêrchoênd

Couperus heeft in de marge en in de tekst van zijn eigen exemplaar veranderingen aangebracht in potlood en in zwarte en paarse inkt. Een deel daarvan is in de editie als correctie opgenomen. De overige veranderingen volgen hieronder. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de in deze editie gehandhaafde versie gegeven; na de vierkante haak (]) volgt de door Couperus gewijzigde versie; tussen haakjes wordt de versie uit het kopijhandschrift (h2) gegeven indien deze van de eerste druk afwijkt.

7,2 den zoelen ] de zoele
7,17 glans aangegeven ] glans-aangegeven
7,18 afzonderlijken ] afzonderlijken,
9,29 den ] de
10,20 vrijling ] vrijgelatene (vrijeling h2)
10,23 den nacht, en den nacht ] de nacht, en de nacht
10,25 dezen ] deze

[pagina 453]
[p. 453]

12,22 den heelen ] de heele
12,27 slapeloozen ] slapelooze
14,19 den ] de
15,10 den nacht ] de nacht
15,16 de ] den
20,7 den ] de (de h2)
21,17 vrijlingen ] vrijgelatenen
25,29 den ] de
26,8 eigenste ] eigensten
26,10 helle ] helle,
26,33 Alle ] Allen
31,26 reveleerde ] openbaarde
34,1 den ] de
35,9/10 tinkelende ] tintelende (tintelende h2)
37,9 Goed ] Goed,
38,14 de opperhuid ] den opperhuid
39,17 de ] den
39,17 frissche ] frissche,
86,4 hem ] zich
86,8 kleine opene ] kleine, opene,
87,5 hem ] zich
88,7 hem ] zich
90,7 zelve ] zelven
90,24 lotosomkransde ] lotosomkranste
91,2 Triomf ] Triomf,
95,17 hem ] zich
100,22 schaduw sloeg neêr ] silhouet rees bovenGa naar voetnoot76
169,9 Milo van Crotone ] Milon van Croton

Varianten

De eerste druk van De berg van licht vertoont ten opzichte van het

[pagina 454]
[p. 454]

kopijhandschrift de hieronder volgende woordvarianten. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de lezing van de eerste druk vermeld; na het ‘ontstaan-uit-teken’ (<) volgt de vroegere handschriftversie.Ga naar voetnoot77

[3],2 De berg van licht < Helegabalus. De Berg van Licht
9,15 haar < zijn
9,23 roze < blank
10,23 en < in
11,13 want u < want je
12,9 opdat < omdat
14,11 Moor < Ethiopiër
14,27 Syrische < Perzische
14,29 den < dien
16,32 zij in < zich[?] in
17,9 onzer < van onze
18,10 langs < aan
19,7 lasteraars of < lasteraars,
19,28/29 Julia Domna < Julia
20,30 heen < weg
20,31 parken < parken heen
20,35 scheen < scheen waarlijk
21,5 grootere < hoogere
21,21 Julia Domna, Keizerin < keizerin Julia
22,10/11 Zonnetempel, waar het Hoogepriesterschap erfelijk was in haar geslacht. En had < Zonnetempel. Maar had
23,1 sympathie < vreemde sympathie
26,19/20 van de < van
26,33 om den < de
27,15 om < voor
31,5 in evenwicht versmolten < versmolten
31,34 Moor < Ethiopiër

[pagina 455]
[p. 455]

32,3 toortsdrager < Ethiopiër
32,34 op, en trad < open, trad
33,35 druiping < plooien
34,8 de < en de
34,15 zij met hertehoom < met hertshoorn zij
34,22 Syrische en Perzische < Perzische
35,8 van < der
35,13 hooger < voller
37,17 Moor < Ethiopiër
37,29 Deborah < Xylitta
37,32 Deborah < Xylitta
38,12 Deborah < Xylitta
38,14 van de < der
40,34 vóor < in
40,34/35 erbarmende Ziel < Ziel
40,35/41,1 neêrdaalde en zich incarneerde in den Middelaar tot Man-Maagd - < neêrdaalde in den Steen en hem stràlen deed -
41,32 de driemaandelijksche Uitoefening van het Sacerdotium < het driemaandelijksch Sacerdotium
42,6 vóor < en
42,6/7 het Sekselooze Licht < de Man-Maagd, Adam-Heva,
42,12 rond < wijd
44,31 carpenta < karren
44,32 muilen aan basternae gespannen, < muilen
45,8 gevloek en getwist < gevloek, een getwist
45,16 kavallerie der loricati < cavallerie
46,13 den Grooten Dienst < het Groote Sacerdotium
46,14 zonnefeest < zinnefeest
48,30 zien dansen < dansen zien
50,33-35 verrukking, [...] ziel. < verrukking.
51,33 Julia Domna < Julia
52,1 Soemis < Ze
52,10 Syrische legioenen en Klein-Aziatische auxilia < Syrische en ge-allieerde klein-Aziatische legioenen

[pagina 456]
[p. 456]

53,12 met hen < hun
53,13 auxilia < geallieerden
53,15 auxilia < geallieerden
53,17 fluisterde < zei
53,27 wel zoo < zoo
53,28 Jood twijfelachtig < Jood
53,35 hulpsoldaten < gealliëerde soldaten
55,13 Klein-Aziaten < geällieerde klein-Aziaten
55,19 of < of over
55,21 en < en vooral
56,15 naderde vooral < vooral naderde
56,17 stieren < stierkoppen
59,32 uit < in
61,9 zeer stijve < gem-stijve
64,5 op < op nù
64,5 op en neêr < over en weêr
64,7/8 de naar hem hongerende en dorstende Aarde als Man en als Maagd te gelijker tijd < de Aarde als man, aan de Zon zelve als maagd
64,13 heen < heen en weêr
64,34 hulptroep-cohorten < geällieërde Cohorten
65,6 dien < dien zij dreunden, dien
65,13 schreeuwen < te schreeuwen
65,20 roepen < te roepen
66,23 tot < der toch
67,5 Alexianus < Alexianus... Het sekselooze Licht daalde neêr
67,17 dubbelsekse < sekse
67,34 splitsen < worden
68,1 Man-Maagd < Middelaar
68,14 strekten daar < strekte het
68,15 erbarmenden < neêrdalenden
68,26 want < want ook de
69,16 er het < het
70,11 staart < staat stil

[pagina 457]
[p. 457]

70,29 de < de àl
72,33 heerlijkheid < mijn heerlijkheid
75,10 zien < zien. Zoo zullen zij hem hier niet zoeken
78,1 mijn Sacerdotium < het Groote Sacerdotium
79,33/34 dubbelheid < perversie
81,5 der < zijner
81,32 zijn < zijn; het zoû zoo zijn
82,14 Hydaspes < hij
82,16 meest tragiesche < allertragieste
82,24 een enkele < enkele
83,18 trilling < trillingen
86,18 naar < naar hèm toe, naar
87,3 onderging hij < onderging
87,9/10 hij liet zich door de Moeders omhelzen < hij omhelsde de Moeders
87,23 om < om hem te hèbben, om
89,2 cohorten < legioenen
91,16 bracht < bracht; zijn voet en zijn hand te kussen, dat tot aanzien bracht
92,18/19 in het Praetorium < uit het heiligdom
92,33 de deernen < ze
92,35 dat < dit
93,17 leger, < leger en
94,31 teêre < kleine
97,10 vloeide < stroomde
97,21 chlamys, het < Chlamys en
97,26 weigerend < weigerde
98,28 allen < het volk
98,35 talentvol, geniaal en < talentvol en
99,14/15 den driemaandelijkschen Dienst < het driemaandelijksche Sacerdotium
100,21 zijn < haar
100,21 zijne < hare
101,4 enkele < drie
101,21/22 En zij verdrongen zich voor de hier en daar ten toon

[pagina 458]
[p. 458]

  gestelde nieuwsbladen < En zij rukten uit de handen der schreeuwende dagbladverkoopers de nieuwsbladen
101,33 Optocht < Optocht van den Triomf
101,34 standplaats voor den Triomf < standplaats
102,5 vergunning < kaarten
102,15 toga < toga's
103,3 en < en van
103,24 jongelieden < rijke jongelieden
104,12 en die < en
104,19/20 Petronius < den Petronius
104,30 Goddelijkheid < Eeuwigheid
104,32 Eeuwigheid < Goddelijkheid
108,24 Julia Domna < Julia
108,28 gedoopt < gekweekt
110,17/18 uitkijkende < uitkijkende over den weg
110,32/33 om door < door
112,1 zwarte slaven < slaven
113,15 Het < En het
113,18 Toen < En toen
114,8 dikke < grove, dikke
114,31 het nà < het dus nà
116,23 acta-diurna, de nieuwsberichten, < acta diurna
116,26 moeten < dagen
117,7 cryptoporticus - geheime gang < cryptoportici - geheime gangen
119,7 Psylli en Indiërs < Indiërs
119,23/24 Barbaren, [...] uitstak: zij < Barbaren: zij
119,25 de kortere < of kortere
120,24 den kleinen < de
120,31 voor hen < hen
120,31 nieuwe kwartieren < kwartieren
121,19 sigma's - aanligbedden - < sigma's
122,25 hoop < wanhoop
122,30 opgeheven < opgehaald

[pagina 459]
[p. 459]

123,15 hem, die troont op < hem:
124,12 oogenblik - als je maar durft - ik, ik durf niet altijd - < oogenblik
124,22 den centurio < de centuriï
128,18 nieuwen dag < dag
128,34 plakkatenkurassen en < plakkatenkurassen, de
130,28 in < uit
131,29 de laticlavia-drom van den Senaat < de Senaat
132,17 lectieken, - draagstoelen - < lectieken,
133,10 besliste < zekere
133,11 haar kreet < een kreet
133,32/33 Magiesch symbool, dat < magische symbolen, die
135,16 pauwen in de parken < pauwen
135,19 als nooit nog was < nooit nog
138,12 korenblond < blond
138,32 Ginds < Maar
138,35 op < van
138,35 staat < staart
143,9 tot < als
143,19 overal < vooral
145,31 bovenarm < over arm
146,5 beroemde bibliotheek < bibliotheek
146,7 het < de
146,13/14 wandversieringen; < wandversieringen, en
146,16 geluid < stem
146,19 zonnedans -: < zonnedans - maar
146,20 hij had < en
147,15 door < tusschen
147,31/32 acta-diurna, groote [...], - of keken < acta-diurna en keken
149,25 En < Maar
150,6 decurio-cubiculariorum < dignitarius
150,15 priesterlijkheid < goddelijkheid
153,20 koelen < even koelen
159,27/28 mysteriën < de mysteriën

[pagina 460]
[p. 460]

164,18 waarvoor < waarom[?]
165,28 van < aan
167,6 zestien < vijftien
168,9 Braaf < Dat was braaf
168,25 wreed blauwe < waterblauwe
174,28 eten < lachen en eten
175,4 adelaarsveêrGa naar voetnoot78 < veer
178,7/8 Antoninus < hij
182,19 der < van de
183,5 minder < vijf, zes bestormingen
183,31 de < die
186,1 illuzie < desilluzie
188,29/30 heimwee en voorgevoel < heimwee, half voorgevoel
190,2 die < zij
190,19 der < dier
192,11 lag < zat
196,4 dan dat ik gelukkig ben om < dan om
196,25 dien < wie
197,5/6 Toren der Gemmen < Toren
197,6 dien < den Toren
199,8 dus < nu
199,20 van morgen < van daag
200,10 Niet, Meestertje? < Neen, Meestertje.
200,22 in het Helegabalium stroomde < stroomde
201,6 om den kleinen Caezar, die < omdat de kleine Caezar
203,20 zoen < zoen te samen
203,30 dommeling < wachting
205,27 doet nu den loop van een straatjongen na < doet-na den loop van een straatjongen
207,7 wolk < walm
207,17 maar < waar
207,24 die < dat
209,31 aanzagen < herkenden

[pagina 461]
[p. 461]

210,20 oertijds < eertijds
211,11 in de hoop < hopende
212,4 haar < hen
212,12/13 redeneering < redeneeringen
213,25 aan < van
218,8 doen en spreken < te doen en te spreken
219,20 witte < dikke
220,6 talrijk < tal
221,29 altijd < eeuwig
223,14 en < zij
223,26 in hem een god < hem, een god,
224,27 paludamentum < palla
225,13 Te streven < O, nu te streven
227,17 een keizer < de keizer
229,30 telkens en telkens < telkens en telkens en telkens
229,31 langs < af
230,26 waarheen < waarom
230,33 niet < niet het zelfde, het is niet
231,29 waar < nu
233,23 O, dàt < O, dit
233,23 o dàt < o dit
235,24 schijnbaar < blijkbaar
235,27 de Menigte < die Menigte
237,35 struisveêrschermen < struisschermen
238,3 galm, roep < galmroep
238,9 de Bron en de Berg < de Berg
241,17 zichzelve < henzelve
244,11 Mammea < door Mammea
247,26 zeggen, dat < zeggen. Hij durft niet zeggen, dat
248,9 meest nutlooze < nutlooze
251,10 menschelijkeren vorm eerst < menschelijksten vorm
253,28 menschelijkeren < menschelijksten
255,31 niemand < niet
258,2 hare < hunne
258,33 tot < voor

[pagina 462]
[p. 462]

260,27 omhoog wezen < wezen
261,7 golving < regelmatige golving
261,28/29 was bezoedeld van de roode < stonk naar de roode
276,24 want < maar
277,31 en van parfum < en wijnen
278,21 met < in
279,21 spande < ontspande
279,28/29 schittering < flikkering
281,10 wierook < geuren
281,20 om de < en de
286,1 pauwegebraad < pauwegerecht
286,7 ronddwalende < lonkend ronddwalende
286,18 heen van < heen der
287,21 het < ze
287,22 de essences < ze
289,13 liefhebbende < liefkoozende
289,33 een < de
290,15 Als < Nooit! Want als
292,4 wijn < een beker wijn
292,4 En < En breng mij
295,18 met < in
295,24 tot < met
297,23 omhelzend < omprangend
298,9 zich < haar
298,30 den < dien
303,23/24 rondgezocht... < rondgezocht...
  - Om te zoeken de mannelijkste onder de mannen...
304,4 hij in zijn engen tuniek < hij naakt en
306,25 grijpende < al grijpend
307,10 zeventien < zestien jaar
308,10 athletenlijf < naakt athletenlijf
311,15 braken < kotsen
312,3 wankelen < wankel
313,1 ronde < naakte
313,22 van < om

[pagina 463]
[p. 463]

313,23 van < om
313,29 hij < hij uit
315,2 bedwelming < beneveling
318,6 weêr < weêr en weêr
318,25 met < in
323,6 van met < van
324,13 lange < lange, lange
324,33 haatte den Caezar < den Caezar,
325,28 en Alexander < Alexander
327,3 zoeken < te zoeken
327,14 orgie < orgie van de Bruiloft
332,12 wegliepen < boogliepen
335,5 Hierocles < Hierocles, wien
335,6 Wat? < Wie wat...
336,15 barstte Hierocles dadelijk los < bralde Hierocles
337,27 als hamer < al, hamer,
338,31 maar < slechts
340,18 heiligen < hoogst heiligen
340,30 komen zegevierend < zegevierend komen
341,29 zeventien < achttien
342,7 zoû < kon
344,35/345,1 kalmpjes < rustigjes
345,28 weldadige < zachte
346,4 Een weldadige rust was het < Het was een zachte rust
347,10 zich niet < niet zich
349,9 want < maar
349,27 niet < nièts
350,21 niet hier! < hier niet!
350,35 diens < zijn
351,23 Hoop uit < Hoop
351,31/32 purpergerande < purpergebande
355,27 door < heen
356,28 tusschen < onder
357,13 nachtduister < nachtdonker

[pagina 464]
[p. 464]

359,23 Hydaspes... < Hydaspes, en...
360,3 om hem heen < om hem
361,4 niet < nooit
362,28 hun < die
362,29 volksmassa < volksmassa's
366,26 oogenblik < oogenblik... en staart
367,20 slaat < sluit[?]
367,30 wenscht < wil
367,30 wil < durft
371,25 ex-Christen < ex-Jood en ex-Christen
372,26 van < vol
374,29 den < het
375,7 Nog < Maar
377,1 die < wie
379,3 niet < niet eerder
379,13 eer < eer voor
380,10 als < al
380,25 uur < uur... Met het allereerste krieken
380,26 keert < trekt
382,2 onuitstaanbaar < onweêrhoudbaar
384,7 maar < vooral
385,16 achterlijven < achterhanden
385,23 dringende duwende < dwingende dringende
385,35/386,1 razen de plotse cyclonen < razen, de plotse cyclonen aan
386,12 de < die
387,27 fanfareklanken < de fanfareklanken
388,26 wiegelt < wiebelt
388,26 pluimen < de pluimen
388,31/32 dra voor de vierde maal < voor de vierde maal een prinses
389,2 door < met
389,3/4 duizelen neêr en stuivelen neêr < duizelen om en stuivelen weêr neêr
389,13 is nog < is

[pagina 465]
[p. 465]

389,14 nu < en
389,15 bulderend < bulderen
389,33 nu < na
390,23 over < om
390,28 zullen < zal
391,23 plots < plots in woede
393,18 uit < in
394,23 die < die hen
397,16 gekend < gehad
397,28 dien < den
397,29 van < der
400,31 làffe < màlle
402,3/4 aankijkt met zijn groote oogen < aankijkt
402,27 aan al < al aan
403,6 vrouwen steeds met haar kind bezig < vrouwen van daár gegaan
403,27 den < een
405,30 Moeder... en als Hydaspes < Moeder...
406,29 smartelijk < smartelijk wanhopig
407,32 wankelt < aarzelt
408,24 deernen, slaven < van slaven
410,30 verscheurd < dien morgen verscheurd
411,2 houwt hem neêr < haalt hem hier
411,6 verliefden < verliefden waren
411,17 mannelijkheid < mannelijkheden
412,15 ziet < ziet of hoort
412,16 smart < stank
413,8 om < aan
417,16/17 voor het Imperium en de Tribunicia Potestas < voor de Tribune-macht en het Proconsulaire Gezag
417,24/25 onze munt < aan de munt
419,29 dan aan te nemen den < dan den aan te nemen
420,26 een < den
422,8 wijkt < wijken zal
423,6 Clodius Albinus 192-193 < Albinus 193-194

[pagina 466]
[p. 466]

423,7 Pescennius Niger < Niger
423,11 Macrinus en Diadumenos < Macrinus
423,13 221-233 < 221-234
423,16 Aurelianus, 270-275 < Aurelianus

voetnoot*
Voor de bibliografische gegevens werd onder meer gebruik gemaakt van het Bibliografisch Repertorium Louis Couperus, een door zwo gesubsidieerd project, onder redactie van G. Borgers, E. Braches, K. Reijnders, uitgevoerd door Marijke Stapert-Eggen.
Zie voor de editieprincipes van de Volledige Werken Louis Couperus: Algemene verantwoording van de Volledige Werken Louis Couperus. Utrecht/Antwerpen, 1987. De editieprincipes zijn vastgesteld door Ernst Braches, Jan Fontijn, Karel Reijnders, Marijke Stapert-Eggen en H.T.M. van Vliet.
voetnoot1
Louis Couperus: Reis-impressies. Utrecht/Antwerpen, 1988. Volledige Werken Louis Couperus. [Dl.] 8. p. 19-39; het citaat staat op p. 24.
voetnoot2
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen/Amice; Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever. Ed. F.L. Bastet. 's-Gravenhage, 1977. 2 dln. Dl. i: 1890-1902. Dl. ii: 1902-1919. In: Achter het boek 12 (1973), afl. 1/3 en 13 (1974), afl. 1/3. Dl. ii, p. 56.
voetnoot3
Vgl. Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie. Ed. H.T.M van Vliet. Amsterdam/Antwerpen, [1987]. p. 94. Couperus' laatste boeken waren Over lichtende drempels (1902), God en goden (1903) en Dionyzos (1904).
voetnoot4
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 95.
voetnoot5
Vgl. Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 96-97.
voetnoot6
[Louis Couperus]: Amice, p. 59.
voetnoot7
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 97.
voetnoot8
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 98.
voetnoot9
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 99.
voetnoot10
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 99-100.
voetnoot11
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 101.
voetnoot12
Het onvoltooide Imperia; Een mysterie-spel van de Vijf Zonden. In: Groot Nederland 2 (1904), dl. i [juni], p. 633-637; dl. ii [juli/september/november-december], p. 36-52, 286-308, 544-567, 671-696, en Endymion. In: Groot Nederland 2 (1904), dl. i [februari-april], p. 129-144, 280-288, 420-436; 4 (1906), dl. i [juni], p. 613-624. Imperia en Endymion zijn uiteindelijk niet door Veen uitgegeven.
voetnoot13
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 102-103.
voetnoot14
Vgl. Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 103-104.
voetnoot15
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 104-105.
voetnoot16
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 106.
voetnoot17
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 106-108.
voetnoot18
Vgl. [Louis Couperus]: Amice, p. 64.
voetnoot19
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 109.
voetnoot20
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 111.
voetnoot21
Vgl. Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 112.
voetnoot22
Het jaar 1906. Amsterdam, L.J. Veen, [november 1905]. p. 5-10.
voetnoot23
André de Ridder: Bij Louis Couperus. Amsterdam, 1917. p. 42-43.
voetnoot24
André de Ridder: Bij Louis Couperus, p. 33.
voetnoot25
André de Ridder: Bij Louis Couperus, p. 41.

voetnoot26
Het kladhandschrift maakt deel uit van de collectie, die de erven-Veen in 1961 aan het Letterkundig Museum hebben overgedragen. (Veen kreeg de kladhandschriften van De berg van licht in 1905 en 1906. Vgl. [Louis Couperus]: Amice, p. 79.)
voetnoot27
Op de achterkant van de bladen 15 en 16 van het tweede deel staan enkele aantekeningen en tekeningen en een afwijkende versie van het slot van hoofdstuk v van deel i.
voetnoot28
Couperus heeft zich bij deze nummering een paar maal vergist; dit verklaart het twee keer voorkomen van nummer 47, het ontbreken van nummer 49 en de dubbele nummering 85/86.
voetnoot29
Onderaan het laatste blad staat de datering: ‘nov. 1904 - april 1905’.
voetnoot30
Op de achterkant van het eerste blad en op de bladen 1 en 25 van de ‘nieuwe’ nummering (Couperus begon opnieuw bij 1 te nummeren nadat hij de eerste 56 bladen van de kopij aan Veen had gezonden) staat een adressering aan Veen; onderaan blad 5 staat een aanwijzing voor de zetter; op de achterkant van blad 36 staat een berekening. In het gedeelte met de ‘nieuwe’ nummering staan op de achterkant van de bladen 18, 22, 62 en 72 enkele korte aantekeningen en berekeningen.
voetnoot31
Het blaadje genummerd 41a bevat een op blad 42 in te voegen passage.
voetnoot32
Op de achterkant van blad 29 staat een berekening; op de achterkant van blad 103 staat een adressering aan Veen.
voetnoot33
Op de achterkant van het eerste blad en van de bladen 44, 94 en 113 staan adresseringen aan Veen; op de achterkant van blad 113 staat een adressering aan F.E. Vlielander Hein; op de achterkant van de bladen 61, 63 en 79 staan enkele tekeningen en aantekeningen.
voetnoot34
Door de tekst van blad 63 staat een potloodtekening; boven blad 160a staat in potlood ‘Errata’ en ‘Lijst keizers’.
voetnoot35
Vgl. Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 106.
voetnoot36
Vgl. [Louis Couperus]: Amice, p. 79.
voetnoot37
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 106-108.
voetnoot38
Vgl. [Louis Couperus]: Amice, p. 70.
voetnoot39
[Louis Couperus]: Amice, p. 65.
voetnoot40
[Louis Couperus]: Amice, p. 66.
voetnoot41
Brieven van Veen aan Thieme en van Thieme aan Veen, gedateerd 5 en 6 juni 1905, in het archief-Veen (Letterkundig Museum).
voetnoot42
[Louis Couperus]: Amice, p. 70-71.
voetnoot43
Vgl. [Louis Couperus]: Amice, p. 71-72.
voetnoot44
[Louis Couperus]: Amice, p. 76.
voetnoot45
Brief van Thieme aan Veen, in het archief-Veen.
voetnoot46
[Louis Couperus]: Amice, p. 76. De verdeling van de tien foto's over de drie delen is naar Couperus' aanwijzingen gebeurd.
voetnoot47
Vgl. [Louis Couperus]: Amice, p. 77.
voetnoot48
Vgl. [Louis Couperus]: Amice, p. 77.
voetnoot49
[Louis Couperus]: Amice, p. 77.
voetnoot50
[Louis Couperus]: Amice, p. 79.
voetnoot51
[Louis Couperus]: Amice, p. 79.
voetnoot52
Brieven van Thieme aan Tenthoff, gedateerd 11 november 1905, en aan Brandt, gedateerd 14 november 1905, in het archief-Veen.
voetnoot53
Brief van Veen aan Thieme, gedateerd 21 november 1905, in het archief-Veen.
voetnoot54
[Louis Couperus]: Amice, p. 64-65.
voetnoot55
[Louis Couperus]: Amice, p. 66. De tekenaar van het afgewezen ontwerp was J.A. Wormser.
voetnoot56
Brief van Veen aan Thieme, gedateerd 21 september 1905, in het archief-Veen.
voetnoot57
Brief van Veen aan Thieme, in het archief-Veen.
voetnoot58
Op het voorplat van de gebonden exemplaren in de Koninklijke Bibliotheek (sig. 566 k40-42) en in het Letterkundig Museum zijn respectievelijk de Auriga, Caracalla (op jongere leeftijd) en de Virgo Maxima afgebeeld. Op de ingenaaide exemplaren van de Koninklijke Bibliotheek (sig. 566 k43-45) staan respectievelijk Caracalla, de jonge Caracalla en Annina Faustina.
voetnoot59
[Louis Couperus]: Amice, p. 80.
voetnoot60
[Louis Couperus]: Amice, p. 80.
voetnoot61
Het oplagecijfer is ontleend aan een rekening van Thieme over 1905, en aan de verzending door Thieme aan Brandt, gedateerd 17 januari 1906, in het archief-Veen.
voetnoot62
Deze getallen zijn ontleend aan rekeningen van Brandt en Tenthoff, gedateerd 20 november en december 1905, in het archief-Veen.
voetnoot63
Vgl. Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 111.
voetnoot64
[Louis Couperus]: Amice, p. 71.
voetnoot65
[Louis Couperus]: Amice, p. 71.
voetnoot66
Brief van Veen aan Couperus, gedateerd 14 augustus 1905, in het archief-Veen. Couperus' kopij voor de prospectus is, voorzover ons bekend, niet bewaard gebleven.
voetnoot67
[Louis Couperus]: Amice, p. 75.
voetnoot68
Het oplagecijfer is ontleend aan brieven van Thieme aan Tenthoff, gedateerd 10 en 19 oktober 1905, en aan het overzicht van Tenthoff over december 1905, in het archief-Veen.
voetnoot69
Brieven van Veen aan Thieme, gedateerd 28 september 1905, en van Thieme aan Veen, gedateerd 19 oktober 1905, in het archief-Veen.
voetnoot70
Brief van Veen aan Thieme, gedateerd 28 september 1905, in het archief-Veen. Het is ons niet bekend of dit is gebeurd.
voetnoot71
[Louis Couperus]: Amice, p. 73. Gecorrigeerd is “scéne” in de vierde zin van Couperus' tekst. De hierna volgende, overige tekst van de prospectus is, voorzover ons bekend, niet in het origineel bewaard gebleven.
voetnoot72
Het tweede deel van de prospectus werd geciteerd in een bespreking van De berg van licht door J. v.d. Oude: ‘Onze leestafel’. In: Het nieuws van den dag 24 februari 1906, 2e blad, p. 7. Zie ook: [Louis Couperus]: Amice, p. 72, 74. In Het nieuws van den dag is telkens ‘Magieërs’ geschreven i.p.v. het correcte, in Amice en ook in de roman gebruikte, ‘Magiërs’. De krant heeft verder ‘mysterieën’ en ‘Aziatiesch’; in Amice is dit ‘Mysteriën’ en ‘Aziatisch’. In een bespreking van deel i en ii van De berg van licht door A. de Savornin Lohman (‘Over boeken’ In: De telegraaf 23 december 1905, Zondagsblad, p. 1-2) werd uit de prospectus geciteerd. ‘Magiërs’ is daar correct gespeld; na ‘gewoon’ uit de voorlaatste alinea geeft dit citaat een komma, en na het laatste woord van de tekst ontbreekt het vraagteken: ‘genoegen...’.
voetnoot73
Brief van Veen aan Couperus, gedateerd 8 januari 1906, in het archief-Veen.

voetnoot74
Ze zijn overgenomen voorzover het zetfouten betreft zoals is uiteengezet in de Algemene verantwoording van de Volledige Werken Louis Couperus. Utrecht/Antwerpen, 1987, p. 75-85. De niet-overgenomen veranderingen van Couperus zijn hierna vermeld, p. 452-453. Couperus' handexemplaar bevindt zich in particulier bezit.
voetnoot75
In andere exemplaren van de eerste druk van De berg van licht (kb 566 k45 en kb 1068 f100) staat de dubbele punt wel.
voetnoot76
Vgl. Couperus en de oudheid; Een opstel van Prof. Dr. W.E.J. Kuiper en enkele brieven van Couperus. [Ed. J.B.W. Polak.] Amsterdam, 1961. p. 21. Hieruit kan worden opgemaakt dat Couperus deze verandering heeft aangebracht na lezing van het artikel van W.E.J. Kuiper: ‘Louis Couperus en de Grieks-Romeinsche Oudheid’. De nieuwe gids 32 (1917), dl. 1, nr. 4 (april), p. 615-638.

voetnoot77
De onzekere lezingen van het handschrift worden gevolgd door een gecursiveerd vraagteken tussen teksthaken ([?]).
voetnoot78
Zie voor ‘adelaarsveêr’ de lijst van correcties, p. 449

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken