Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever
Toon afbeeldingen van Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgeverzoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9,37 MB)

ebook (10,60 MB)

XML (1,01 MB)

tekstbestand






Editeur

F.L. Bastet


Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever

(1977)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 181]
[p. 181]

XIV. November 1915-December 1916 (Brief 572-585)

Op 16 November 1915 ontmoet Couperus ten huize van Cyriel Buysse en diens vrouw, die dan uit België gevlucht in Den Haag wonen, voor het eerst Henri van Booven, zijn latere biograaf die deze kennismaking ook beschreven heeft.Ga naar voetnoot220 In de loop van die avond verklaart hij, dat hij nu een secretaris heeft - zijn neef Frans Vlielander Hein -, waarmee een oude wens in vervulling is gegaan. Een week later schrijft hij ook Veen daarover. Op 20 December, als hij een lezing in Hilversum moet houden, ontmoet hij daar opnieuw Van Booven. Hij geeft hem dan enige presentexemplaren. Couperus logeert in Het Hof van Holland, waar hij de rest van de avond met de Van Boovens passeert.

Over 1916 zijn iets minder gegevens beschikbaar. Couperus is bitter gestemd over De Ongelukkige: het boek ‘wordt noch verkocht noch gelezen’, schrijft hij op 4 Januari aan Jeanne Kloos - Reyneke van Stuwe, nadat hij haar eerst gezegd heeft ‘hoe innig warm de waardeering van Willem Kloos voor mijn laatste werk mij aan doet’.Ga naar voetnoot221 Zij heeft hem op de Hoogewal bezocht om hem de Oorkonde te overhandigen, die bij de Nieuwe Gids Prijs behoorde. Couperus had die in 1914 ontvangen voor zijn Antiek Toerisme.

In 1916 verschijnen er van hem geen stukken in Het Vaderland. Wel publiceerde hij van 6 Mei af in De Haagsche Post, dan nog ‘het roze blad met de aardige inhoud’. De uitgever van dit weekblad, S.F. van Oss, die bewondering voor de schrijver koesterde, heeft hem later bewogen tot de reizen naar Noord Afrika, naar Indonesië en China/Japan, die, na in afleveringen verslagen te zijn geweest in het weekblad, tenslotte gebundeld zijn tot boeken.Ga naar voetnoot222

In het begin van het jaar werkt Couperus aan de vertaling van Plautus' Menaechmi, in de tweede helft van 1916 onder de titel De Tweelingbroeders als Dramatisch Bijvoegsel van Groot Nederland verschenen. In deze periode schildert Antoon van Welie zijn portret. Aan Maurits Wagenvoort schrijft hij op 21 April:Ga naar voetnoot223 ‘In principe willen wij gaarne eens bij je komen of je ten onzent zien, maar... tot ± 8 Mei is iedere avond gegeven, zoû iedere avond twee of drie keer kunnen gegeven zijn en het gaat dus werkelijk niet. Betty heeft het druk met de Poppententoonstelling; op iederen vrijen avond legt Van Welie beslag, opdat ik pozeere (hoe kom ik ineens aan die Subjonctif!) en zoo gaat het door, door, door... Het is soms te veel; hoe gezellig Van Welie is, ik zal blij zijn als die zittingen zijn afgeloopen’. Aan het slot van deze brief zegt hij dan nog: ‘Wij

[pagina 182]
[p. 182]


illustratie
Portret van Couperus door Annie de Meester


[pagina 183]
[p. 183]


illustratie
Couperus in rok, tekening door J.M. Canneel


[pagina 184]
[p. 184]

arme menschen! Het is maar goed, dat wij het druk hebben, anders zijn de gedachten te treurig!’.

Door al die drukte, zeker ook door zijn lezingen, voelt Couperus zich duidelijk in het schrijven belemmerd. In een ongedateerde brief deelt hij Veen mede: ‘Ik heb 3 nieuwe ideeën, maar geen tijd te schrijven, door mijn lezingen. Maar die zijn van den zomer gedaan’. Omstreeks April begint hij dan, direct na de Plautus-vertaling, aan De Komedianten. Naar wat de andere twee ideeën op dat ogenblik zijn, kunnen wij alleen maar raden: vermoedelijk De Verliefde Ezel en Het Zwevende Schaakbord, mogelijk ook De Ode. De noodzaak tot het schrijven van deze boeken is waarschijnlijk niet zozeer ‘innerlijke drang’, als wel vooral geldgebrek. Als hij de terugkeer van zijn meubels uit Italië moet betalen, eind April, ziet hij zich gedwongen Veen weer eens om een lening te vragen.Ga naar voetnoot224 Niet alleen de meubels keren terug, maar ook zijn eigen boeken. Misschien dat hij, ze hier in het noorden in zijn boekenkast arrangerend, de rij ineens te vrolijk en te bont vond? In brief 582 bemoeit hij zich namelijk weer zelf met de band-ontwerpen van zijn jongste uitgaven, en maakt de toch wel verbazingwekkende opmerking ‘niemand en ik ook niet, vindt op den duur die kleurige banden mooi. Ze vermoeien en naast elkaâr maken ze elkaâr nog leelijker dan zij zijn’. Een hatelijkheid die Veen, na alle moeite die hij zich in het verleden vaak gegeven heeft het werk van Couperus in adaequate art nouveau of classicistische banden te hullen, niet erg prettig zal hebben aangedaan. Er volgt bovendien nog een schimpscheut in de richting van ‘de Heeren artiesten-bandteekenaars’. Mogelijk is dit negativisme beïnvloed door een pijnlijke gebeurtenis in 1915. Toen Couperus een lezing zou geven in De Roos, op het Rokin, werd daar een tentoonstelling van het werk van Jan Toorop gehouden. Deze, intussen bekeerd tot de Moederkerk, verbood dat Couperus las in de zaal waar zijn oeuvre hing.Ga naar voetnoot225 Nog kort tevoren had Couperus in kunstzaal Kleykamp bij het voordragen uit God en Goden Toorop's band van dat boek uitdrukkelijk geprezen...

In het begin van 1916 heeft Couperus zich tegenover André de Ridder critisch uitgelaten over zijn eigen werk:Ga naar voetnoot226 ‘Van mijn boeken heb ik drie vierden over

[pagina 185]
[p. 185]


illustratie
Geschilderd portret van Couperus door Antoon van Welie


[pagina 186]
[p. 186]

boord geworpen, en van het vierde dat overblijft zijn er slechts enkele bladzijden waarvan ik werkelijk houd... Wat ik tot dat vierde reken?... Laat me even denken...: De kleine Zielen, als zedenroman van onze dagen... De Berg van Licht, als historischen roman... ook wel Psyche... Dan zijn er andere, waarop ik met zeer gemengde gevoelens terugblik: Eline Vere, Extaze... Maar er zijn er die ik niet meer zien kan: Majesteit, Wereldvrede, Langs Lijnen van Geleidelijkheid... die zijn van absoluut geen waarde voor mezelven... ik zie er op neer alsof het werk van een ander was... ik houd er niet meer van...’ Hij voegt daar aan toe: ‘Voor 't oogenblik schrijf ik bijna niet meer, maar nu ben ik met mijn tournee lezingen bezig, en dat interesseert me ten zeerste’.Ga naar voetnoot227

572

Den Haag
2 Hoogewal.
24.XI.XV.

 

Amice

Indien ge de eerste ƒ 500.- bij Scheurleer zoudt kunnen zenden, zoudt ge mij wel verplichten.

En zend mij ook maar zoo spoedig mogelijk de proeven: ik heb nu een jongen man, die een beetje mij mij ‘secretarist’ en die kan dan leeren proeven corrigeeren.Ga naar voetnoot228

 

Intusschen steeds t.à.v.

L.C.

[pagina 187]
[p. 187]


illustratie
Couperus in rok


[pagina 188]
[p. 188]

573

Den Haag
2 Hoogewal
2.XII.XV

 

Amice

Vindt gij het goed, dat ik de ontbrekende kopie er bij voeg als de proeven komen; dan kan ik beter feuilletons uit zoeken, die in het genre der bundels zijn en misschien een feuilleton in een anderen bundel plaatsen, dan ik eerst dacht. Ik zoû dus zeggen: laat maar zetten wat ge hebt, en ik schik de bundels dan samen, dat ze goed zijn. en natuurlijk de vereischte grootte hebben.

Gaarne, als ge de volgende week bij Scheurleer wilt storten.

 

Steeds t.à.v.

L.C.

 

Ik zend je nog tien oorlogsfeuilletons, maar weet niet in welken bundel, die het beste staan;Ga naar voetnoot229 laat dus maar zetten: wij zullen later wel zien.

574

2 Hoogewal. [17.XII.15]

 

Amice.

Vindt je het indiscreet zoo ik je vroeg mij een 20-tal boeken te zenden, die vermoedelijk toch op je zolders liggen te sluimeren; ik geef er nu en dan een cadeau met mijn handteekening, en dat wordt zeer ge-apprecieerd. Zend mij dus wat je missen kunt, wat stil ligt: ik zoû zeggen eenige ex: van Babel, God en Goden, Metamorfoze, Weg der Vreugde, Lichtende Drempels, [ ]Ga naar voetnoot*, Eene Illuzie, Hooge Troeven, of wat je meent, dat toch niet heel erg meer gaat. Mij zoû je er zeer meê verplichten en het werk komt zoo toch ook weêr onder de menschen, wat ook al weêr een reclame is.

 

Saluut!

L.C.

[pagina 189]
[p. 189]

575

2 Hoogewal
Den Haag
Zaterdag [z.j.]

 

Amice

Ik geloof, dat ik je nog niet bedankt heb voor al de ex:, die je mij gezonden hebt. Ik heb het ook zoo druk met mijn lezingen! Ik doe het bij deze (ben een beetje geschrokken van de Braakenziekband om de Lichtende Drempels!!!)Ga naar voetnoot230 wier mystieke sporten zeker nooit gedroomd hadden overschreden te worden door boertjes op klompen!!!)... en ga verder met onbescheiden te zijn. Mijn vrouw wou namelijk gaarne zien of zij, voor Verkade, een stuk kan trekken uit

Extaze

of

Lijnen Geleidelijkheid

of

Eerste Deelen De Kleine Zielen en

(Het Late Leven)

of

De Stille Kracht.

Als je die boeken dus nog eens vindt op je zolder, zend ze ons dan naar ons oorlogskampement en we zullen je dankbaar zijn. Ik ben hier verstoken van al mijn boeken en mis ze zeer. Ik heb hoop door de N.O.T. mijn boeltje einde April uit Italië hier te ontvangen,... ten zij de boel op een mijn stoot... Intusschen met hartelijke groeten

 

Steeds gaarne

Je dienstw.

Louis Couperus.

 

Ik heb 3 nieuwe ideeën, maar geen tijd te schrijven, door mijn lezingen. Maar die zijn van den zomer gedaan.

576

2 Hoogewal [24.I.16]

 

Amice

Zoudt ge zoo vriendelijk willen zijn mij p.o. toe te zenden de 2 deelen Blanke

[pagina 190]
[p. 190]

Steden etc, daar ik hier uit lezen wil (voor het Watersnood-Comité)Ga naar voetnoot231 Ik hoop, dat ik niet indiscreet ben.

 

Steeds gaarne t.à.v.

Louis Couperus.

577

2 Hoogewal
Woensdag [z.j.]

 

Amice.

Zoû het je mogelijk zijn mij, geldelijk, te helpen en mij bij voorbeeld ± ƒ 1200. voor te schieten, b.v. tegen een rente van 5%??

Het gewone leven gaat vrij goed en zonder moeilijkheden maar ik wacht dezer dagen mijn inboedel (uit Italië), die eindelijk arriveert en nooit gedacht had hier weêr te moeten arriveeren. Nu weet ik absoluut niet wat alles kosten zal maar als ik er met ƒ 1000- af ben, ben ik blij. Ik kan het geld bij Scheurleer opnemen, die vraagt 6% (ik geloof), maar als je het mij leenen kondt, zoû ik dat aangenamer vinden. Zeg mij dus ronduit wat je meent; kan het niet, dan sans rancune, niet waar, aan beide kanten.

Ik ben begonnen een historische Romeinsche roman (Romeinsch tooneelleven, ten tijde keizer Domitianus);Ga naar voetnoot232 dan heb ik mijn vertaling van Plautus' blijspel (De Tweelingbroeders) die ik alleen wilde uitgeven als luxe-uitgave, bij inteekening: voel je daar iets voor?? (Verschijnt Juli in Groot-Nederl.) Verder liggen er een paar bundels en ik durf je dus met alle vertrouwen het sommetje vragen: er ligt garantie genoeg voor.

Wil je mij s.v.p. spoedig antwoorden, want als je het niet kunt doen moet ik mij tot Scheurleer wenden en het met hèm afspreken.

 

Intusschen gaarne steeds t.à.v.

Louis Couperus

 

Is er papier voor de twee andere boekjes??

Als ik ƒ 1000, of ƒ 900 noodig heb, is ƒ 1200, niet noodig; kan je het doen, dan meld ik de juiste som nog nader.

[pagina 191]
[p. 191]

578

[18.IV.16]

 

Amice

Ik heb het zeer druk gehad maar zal mij nu aan de proeven zetten en dan heb je ze binnen een paar dagen terug.

Zoû je mij nog kunnen doen toekomen van de drukkerij mijn feuilleton (liefst gezet) De Rots;Ga naar voetnoot233 dat lees ik voor bij Kleykamp, 25 April, als het kan.

 

Steeds gaarne t.à.v.

Louis Couperus

579

[z.j.]

 

Amice.

Ik schaam me die proeven nog niet te hebben terug gezonden. Over een paar dagen zijn ze klaar, en dan zend ik het heele deeltje. Je kunt ze eenvoudig scheiden, zóo, dat de deeltjes even groot worden. Ik laat dat dus aan je over.

 

Intusschen

Steeds t.t.

L.C.

580

[7.VI.16]

 

Amice.

Er werd reeds in het voorgaande stukje gesproken over De Wreede Portretten; ten gerieve van den lezer verzocht ik dus de volgorde te veranderen. Anders geloof ik niet, dat de volgorde er veel toe doet, als je een verandering wilt maken. Titels voor de deeltjes, ja noem ze dan maar bij de eerste stukjes, als de kinderen een naam moeten hebben.

Mijn oogen zijn niet heel goed, daarom duren die proeven zoo lang;Ga naar voetnoot234 ze vermoeien me erg, want al zijn er niet veel fouten in, ik moet ze toch heel aandachtig lezen.

 

Adieu

t.a.t.

L.C.

[pagina 192]
[p. 192]

581

[30.VI.16]

 

Amice.

Titel III zond ik dadelijk terug, postte zelf en is dus verloren. Zend dus even een andere. De Rots zal ik Thieme zenden.

 

Steeds t.à.v.

L.C.

582

[13.VII.16]

 

Amice. Ik zal dan maar me tot S. wenden.

Wat bandteekeningen betreft, ik zoû je sterk raden er meê te breken, want niemand en ik ook niet, vindt op den duur die kleurige banden mooi. Ze vermoeien en naast elkaâr maken ze elkaâr nog leelijker dan zij zijn.

Ik zoû voortaan eenvoudig op zijn Engelsch, heel simpele linnen bandjes nemen met een gouden letter.

Bij wie ik ook mijn boeken hier zie, in zijn boekenkast, zie ik ze ontdaan van hun eerste gewaad en opnieuw gebonden. Heusch, spaar je onkosten uit aan de heeren artiesten-bandteekenaars. Ik kàn die dingen niet meer zien.

 

t.à.v.

L.C.

583

Den Haag
2 Hoogewal
Maandag [z.j.]

 

Amice

Ontving je mijn aangeteekende eerste pak feuilletons?

Zoû het mogelijk zijn, dat ik de eerste ƒ 500- nu reeds ontving, bij Scheurleer, dan zoû mij dit wel te pas komen.

En als het niet indiscreet is, zoû je dan als cadeautje willen zenden van mij aan mijn neef (die altijd al mijn boeken koopt.)Ga naar voetnoot235 een gebonden 5-deelig ex: van Van en Over MijzelfGa naar voetnoot* etc.

Aan dit adres:

Den Heer B. Vlielander Hein

27 Westerkade

Rotterdam

[pagina 193]
[p. 193]

Ik zoû je daarvoor zeer verplicht zijn en voeg er dan bijgaand papiertje bij. Hartelijk dank bij voorbaat en steeds gaarne

 

t.à.v.

Louis Couperus.

584

2 Hoogewal.
Dinsdag [z.j.]

 

Amice.

Ik kreeg van Scheurleer bericht over de eerste ƒ 500; dat is dus in orde, maar als je 1 Dec. de andere ƒ 500. kunt storten, zoo als wij afspraken, dan heel gaarne. Moet er geen contractje worden opgemaakt?

 

Steeds t.à.v.

Louis Couperus.

585

Den Haag
2 Hoogewal.
28.XII.XVI

 

Amice

De Ridder verzoekt mij een goed woord voor hem te doen in zake zijn artikelen over mij, die hij wenscht te herdrukken.Ga naar voetnoot236 Je zal natuurlijk wel handelen zoo als je meent, dat goed is.

Ik zend meerdere copie, zoodra met zetten is aangevangen en ik weet hoeveel er ontbreekt. Zend gerust maar de eerste drukproeven: ik zorg, dat de deeltjes compleet worden.

 

Steeds gaarne je dw.

Louis Couperus.

voetnoot220
Van Booven, Leven en W., blz. 222 e.v. Zie over Couperus en Buysse vooral Vogel, Man m. orch., blz. 184-186.
voetnoot221
Maatstaf, 11, juni/juli, 1963, blz. 175. Willem Kloos besprak De Ongelukkige in De Nieuwe Gids van januari 1916, blz. 114-126. Deze Literaire Kroniek werd, onder de titel Nog eens Louis Couperus, herdrukt in Kloos' Letterkundige Inzichten en Vergezichten IX (= Nieuwere Literatuurgeschiedenis XIV, Amsterdam, z.j., blz. 97-111).
voetnoot222
Zie over Couperus en Van Oss ook Vogel, Man m. orch., blz. 192-193.
voetnoot223
Het portret is in de oorlog verloren gegaan. Over het portret schreef Couperus een Epigram, herdrukt in Proza, III, blz. 203 e.v. Zie ook Van Booven, Leven en W., blz. 234, en vooral blz. 238-239. Vogel, Man m. orch., blz. 191. - Maatstaf, 11, juni/juli, 1963, blz. 176.
voetnoot224
De terugkeer van zijn meubels uit Florence, waar Emma Garzes voor gezorgd had, bereidde hem ook enige onaangename verrassingen. Aan mevrouw L. van Blijenburgh te Hengelo schreef hij (ongedateerde brief, Lett. Mus.): ‘Wij hebben het ook zoo druk tusschen de rommel van ons “rotzootje” dat beschimmeld, gebroken etc. aan is gekomen en waar wij eenige lijn in pogen te brengen, soms met tranen in de oogen!! Drie maanden heeft de boel in den haven van Marseille gelegen en daarbij ontbreekt er ook nog allerlei!! Enfin, maar niet jammeren...’.
voetnoot225
De lezing ging toch door, maar enkele stukken werden voordien weggenomen. Later werden er, niet alleen door Toorop zelf, in de pers hatelijkheden gedebiteerd over de ongewenste combinatie van Couperus' heidendom te midden van Toorop's van diepe devotie getuigende kunst. Zie ook noot 227. Vogel, Man m. orch., blz. 186-187.
voetnoot226
André de Ridder, Bij Louis Couperus, Amsterdam, 1917, blz. 41.
voetnoot227
Op 24 december 1915 schreef Couperus in Het Vaderland een schets Van en over mijn Lezingen, herdrukt in Proza, III, blz. 110 e.v. Hierin o.m. de passage: ‘Ik onthoû alléén de goede dingen in mijn leven en niets en niemand heeft kunnen verhinderen, dat ik van Arti en Kleine-Concertzaal en wèrkelijk, zelfs van “Roos” mij niets anders herinner dan hartelijke waardeering van zóo velen dat ik met een gerust geweten mij vergeven kan, dat ik nimmer Katholiek was’. - Over de lezingen is voortdurend veel te doen geweest, in de pers. Merkwaardig is een opmerking van Frederik van Eeden, Dagboek III (1911-1918), Culemborg, 1971, blz. 1640, die hier curiositeitshalve vermeld moge worden. Van Eeden hield zelf veel lezingen, evenals Couperus niet alleen in de grote hoofdsteden, en tekent op vrijdag 21 december 1917 aan: ‘Op die kleine plaatsjes is Couperus ook vaak vóór mij geweest, en dan denken de menschen dat ik net zulke pretenties heb als hij. Zoo stond er in Gorkum een groote zware club-fauteuil op het podium. Ik wist niet wat dat beduidde tot ik hoorde dat Couperus dat zoo gewenscht had, om er naast te kunnen poseeren’.

voetnoot228
Aan deze, zijn jonge neef Mr. Frans E. Vlielander Hein, droeg Couperus in 1917 De Ode op. Vlielander Hein huwde een jaar later de toneelspeelster Enny Vrede. Op hun huwelijksreis kwamen zij samen om, toen het schip op een mijn stootte. Zie hierover Vogel, Man m. orch., blz. 198.
voetnoot229
Brieven van den Nutteloozen Toeschouwer.

voetnoot*
Doorgestreept: H. Antonius.
voetnoot230
Veen bracht Over lichtende Drempels in 1914 in een bandtekening van Johan Braakensiek (1858-1940); door Van Booven n.b. toegeschreven aan Johan Been (sic).

voetnoot231
In de nacht van 13 op 14 januari 1916 werd ons land geteisterd door een stormvloed, die een deel van Waterland blank zette. Na de ramp werd een watersnoodcomité opgericht.

voetnoot232
De Komedianten, verschenen in 1917 bij Nijgh en Van Ditmar.
voetnoot233
Verschenen in Legende, Mythe en Fantazie, blz. 138 e.v.

voetnoot234
Van omstreeks deze tijd af, zien wij Couperus dikwijls een lorgnet dragen.

voetnoot235
Zie noot 228.
voetnoot*
Couperus bedoelt ongetwijfeld de 5 delen Van en Over Alles en Iedereen.

voetnoot236
Het hier al vaker geciteerde, bij Veen uitgegeven boekje Bij Louis Couperus, waarvan de tekst eerst in afleveringen in Den Gulden Winckel verscheen: 15 dec. 1916, blz. 178 e.v.; 15 jan. 1917, blz. 2 e.v.; 15 febr. 1917, blz. 20 e.v. In het boekje zijn deze drie stukken omgewerkt en uitgebreid.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • F.L. Bastet

  • over L.J. Veen


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 24 november 1915

  • 2 december 1915

  • 17 december 1915

  • 1914

  • 1915

  • 24 januari 1916

  • 1916

  • 18 april 1916

  • 1916

  • 7 juni 1916

  • 30 juni 1916

  • 13 augustus 1916

  • 1916

  • 28 december 1916