Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Metamorfoze (1897)

Informatie terzijde

Titelpagina van Metamorfoze
Afbeelding van MetamorfozeToon afbeelding van titelpagina van Metamorfoze

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.50 MB)

Scans (13.19 MB)

ebook (3.26 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Metamorfoze

(1897)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

IV.

Het was of hij nu op zijn hoogen top beter het leven zag, dan hij ooit gedaan had.

Hij zag nu wijd om zich heen en hij had totnogtoe altijd maar geblikt in zich of maar éven om zich heen.....

Zelfs onder zijne studie van Humanisme, onder zijn onophoudelijke lectuur van vroeger, had zijn blik geen wijderen kring beschreven dan dien van zijne kleine omgeving.

Nu, nu zag hij de eeuwen.....

Nu, nu zag hij wat marmer was en wat doek en hoe het altijd edel gebleven was, onverstoorbaar mooi, onder welke vagen van bezoedeling ook.....

Zuilen en fresco's waren revelatie's.....

De eeuwen openden zich als met reuzenbloemen, die ontloken. De historie ontrolde zich als een drama, geschreven door het Lot.....

Het was het Verleden, dat aangolfde uit de

[pagina 290]
[p. 290]

verre horizonnen: eene schuimende zee....

En hoe dichter ze aangolfde, hoe duidelijker zag hij, dat de dichtste golven het Heden werden.....

Hij zàg het Heden, het einde van deze eeuw.....

Door de fantasmagorie der revelatiën heen, openbaarde zich, in een vreemd, kalm, klaar, koel licht: de eigen Tijd.

En als in een Apocalyps zag hij er de groote dingen van: de tronen, die wankelden; de bloedroode schijnsels aan de kimmen; het aandreunen van de tragische toekomst, die opdoemde, reusachtig spooksel nog onzichtbaar.....

Wàt zoû het zijn....?

Hij was te weinig acute studie-mensch, om zich te omringen met veel boeken en in de geschriften van de menschen op te speuren, wat zoû gaan gebeuren.

Hij zag alleen, hoog, van zijn izolatie, een vizioen, omdat hij niet meer in zichzelven blikte.....

En nu vooral bemerkte hij wat hem ontbrak: hoeveel.

Hij had zich altijd een beetje laten voorstaan op zijne gewoon-menschelijkheid en zich verdedigd tegen artisticiteit, een beetje gebla-

[pagina 291]
[p. 291]

gueerd, dat hij banaal was, geen kunstenaar en een ‘bourgois’, die veel hield van de kleine dingen van de wereld.

En nu, nu zag hij zich heel duidelijk in het kalme, klare, koele licht.

Nu, dat hij ruimer om zich zag, de eeuwen zag, de kunst, het Heden.... nu zag hij, dat hij niet gewoon-menschelijk was.

Hij was een droomer en een dilettant, buiten de menschen om. De menschen - dáár, in zijn vizioen van eigen Tijd, - zag hij ze rond krioelen. Ze deden. Wat ook, ze dachten, ze deden, ze handelden; en ze bewogen zich met reuzengroote beweging.

Dat was het gewoon-menschelijke, het ware: beweging, actie, terwijl de toekomst naderde.....

En hij - die eenmaal zooveel had gedacht van zijne gewoon-menschelijkheid - hij droomde maar en hij deed niets.

Hij stond maar op zijn top en zag met groote, bange oogen - bang, omdat hij eene kleine ziel had, ziel van een kind, dat liever was gekropen in een veilig hoekje van zachte liefde, dan zoo te staan met den wind om zijn hoofd.

Hij zag, zag toe, en zag hoe weinig hij was, als zij waren...

Hij stond maar; meende, dat hij niet anders

[pagina 292]
[p. 292]

kon dan staan, en om zich heen zien, bang uitzien naar de woeste golven, die aanspoelden, terwijl over de kimmen de vreemde silhouetten trokken van voorspelling: bleek violet, optochten, waaruit woeste kreten klonken.

Hij kon niet anders.....

Na de eerste fantazieën - de spelen van zijn ziel - had hem de heilige schrik geslagen.

De witblauwe bliksem van het Noodlot - éens, heel kort, voor zijn oogen gezigzagd door een zwarte lucht - had hem verlamd, voor zijn heele leven.

De wil, drijfveer der actie, hefboom der reuzenimmense menschenbeweging, was in hem lam geslagen.

En als apart van hen, die werkten, déden - omdat de Toekomst naderde, dreigde - stond hij, zag uit, en gevoelde klaar-duidelijk hoeveel hem ontbrak om te zijn eenvoudig en menschelijk en met hen allen meê te doen hun drijven, voor of tegen.

Want bovenal het groote instinct, de reine intuïtie, de drang tot samenwerking, gemeenschapsgevoel ontbrak hem als een orgaan, een zin aan zijne ziel, als ware ze lam of blind....

Eenzamer nog voelde hij zich, al krioelden nu de duizende schimmen binnen den wijden

[pagina 293]
[p. 293]

cirkel, die eerst maar gekarteld was geweest door Italië's kim.

Steeds eenzamer voelde hij zich, lam geslagen door zijn Schrik, droomende, wachtende....

En hij ware gestorven onder een nachtmerrie van zwijgende beklemmende inwanhoop, zoo de Troost al niet gekomen ware: tweevoudig mild Erbarmen, in de ernstige vrouw, die de kunst was,

En zijn geloof aan de Harmonie, dat zijn godsdienst was geworden....


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken