Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Metamorfoze (1897)

Informatie terzijde

Titelpagina van Metamorfoze
Afbeelding van MetamorfozeToon afbeelding van titelpagina van Metamorfoze

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.50 MB)

Scans (13.19 MB)

ebook (3.26 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Metamorfoze

(1897)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

II.

De boeken waren nagezien, velen weggedaan, anderen ingebonden: de kleine bibliotheek stond netjes geschikt. En Aylva genoot ervan, dat hij niets te doen had. De laatste proeven van ‘Anarchisme’ waren nagezien: over een nieuw boek dacht hij niet. Hij had niets te doen. En hij verveelde zich niet, tot groot pleizier van Emilie, die er om schateren kon, dat Aylva zijne dagen, zonder de minste wroeging, in placide niets-doen liet voortglijden. Zij plaagde hem om de langdurige gesprekken, die hij met mama hield - souvenirs uit Indië over alles en niets, samen na het ontbijt in de eetkamer, terwijl Emilie bezig was met het huishouden. Zij plaagde hem, omdat hij daarna den heelen morgen bij haar in haar boudoir zat, terwijl

[pagina 392]
[p. 392]

zij bezig was met het een of ander en hij, de handen gekruist achter het hoofd, op een stoel heen en weêr schommelde. Zij plaagde hem omdat hij nooit uit wilde in die Haagsche straten en die Haagsche Boschjes, die hij vervelend vond, en dat zij hem moest meêsleepen voor een wandeling, werkende op zijn ijdelheid en hem zeggende, dat hij te dik werd in het goede leventje in mama's huis. Na al zijn restaurantkostjes in het buitenland de Indische rijsttafel, die mama zelf maakte, terwijl een geur van Indische kruiden door het huis dreef, of de beroemde schoteltjes en poddingtjes van Pietje! En 's avonds wilde hij nooit meer uit; de comedie was niet de moeite waard; en de diners en soirées van hun kennissen kende hij van buiten, met altijd de zelfde menschen: dat was in tien jaar niet veranderd! Het was veel gezelliger met hun drieën in den salon te blijven hangen, courantje lezen, praatje met mama, niets te doen.... Soms werd Emilie boos: het was te erg; het was geen leven. Maar hij verdedigde zich en zei, dat hij genoot en niets anders wenschte. Hij had al zoo veel geleefd: je ziel brandde af als een kaars van al dat ‘leven’. Emilie wilde hem opwekken weêr iets te schrijven: een kleinigheid, bijvoor-

[pagina 393]
[p. 393]

beeld iets over Rome, iets over den Eros, waarmeê hij dweepte, al beweerde hij, dat hij niet meer dwepen kon: je was van Hugo nooit zeker. Maar hij bedankte er voor en beweerde, dat hij van ‘Anarchisme’ moest uitrusten. En hij rustte uit en mama, waardig, gaf hem gelijk. Toen werd Emilie een oogenblik werkelijk treurig.

- Het is een mooie invloed, dien ik op je uitoefen. Een zielverheffende invloed.... Sedert we getrouwd zijn, voer je niets uit en wordt je van een materialisme....!

- Dat heel gezond is. Een gezond evenwicht. Je moet niet altijd je ziel verheffen.... Maar wees maar niet bang, Emilie. Ik geloof, dat mijn ziel zich al weêr dreigt te verheffen, ten minste als je daarmeê bedoelt....

- Wat?

- De heel geheimzinnige conceptie van wat ik zoû kùnnen schrijven, na ‘Anarchisme’.... misschien, misschien, hoor! ‘Niets is zeker’....

- Wat dan? vroeg ze blij.

- O, nog niets....

- Vertel het me nu?!

- Het is nog niet te vertellen. Het is nog te vaag. Als ik het nu ga vertellen, dan wordt het niet.

[pagina 394]
[p. 394]

Zij was niet treurig meer, al bleef het een geheim.

- Wie weet, ging hij voort. Binnen kort vraag ik misschien aan mama geen rijsttafeltjes meer te maken en word ik weêr mager van louter kunstdrang.

- O, je mag wel rusten, riep zij nu, bang hem te veel te hebben aangedreven, na de inspanning, die de twee zware deelen van ‘Anarchisme’ hem wel hadden moeten kosten. Je mag heusch wel rusten. Misschien is het zelfs niet goed, als je dadelijk weêr begint aan iets groots. Als ik maar niet bang hoef te zijn....

- Waarvoor, Emilie?

- Dat ons huwelijk een slechten invloed op je uitoefent...

Hij glimlachte heel raadselachtig.

- Dus ik mag van avond nog in vrede blijven schommelen? vroeg hij, terwijl hij zijne handen kruiste onder zijn hoofd.

- Waarom lach je zoo?

- Om den slechten invloed, dien ons huwelijk op mij uitoefent.

Zij glimlachten beiden, begrepen elkaâr en het vereffende zich tusschen hen, zooals het zich telkens vereffende in het wiegelend even-

[pagina 395]
[p. 395]

wicht van iedere kwaliteit hunner zielen. Zij zag, dat hij heel gelukkig was, van een gewoon-menschelijk geluk, harmonisch naar de middelmaat van zijne ziel. Dan was het goed, dacht ze....

En ze liet haar gedachten vervloeien. Ze wilde niet meer zenuwachtig zijn, omdat hij genoot van zijn niets-doen en zijn gewoonmenschelijk geluk. En, dacht ze, hoelang zoû het duren....! Zijne stemmingen wisselden elkaâr zoo heel snel af: misschien was morgen al zijn vlaag van materialisme voorbij....

Zij zoû hem maar laten als hij was. Het zoû wel voor iets goeds zijn: een kleine kuur voor zijne ziel....

- Kijk eens, Emilie....

Hij had een drukwerk opengemaakt, dat Pietje juist had binnengebracht.

- Een kritiek van ‘Anarchisme’....

En hij begon vroolijk te lachen.

- Weet je wat ze zeggen? Dat ik moet oppassen voor mijn overgroote productiviteit.... Beste Emilie, terwijl jij je bang maakt over mijn luiheid, laat een ander drukken, dat ik te veel schrijf in den laatsten tijd.... Wie heeft nu gelijk?

[pagina 396]
[p. 396]

Zij lachte, nam het artikel, las....

- Nu? drong hij; wie heeft gelijk? Jij of hij? Ik weet het niet. Jullie moeten het maar samen uitmaken. Maar het is vreemd, hoe eigenlijk niets zeker is: alles schijnt....

- ‘Alles is twijfel’, plaagde zij.

- Is het dan niet waar? Aan jou schijnt het, dat ik niets doe. En aan dezen meneer schijnt het, dat ik me in Rome heb overwerkt en me nu nog altijd overwerk. En ik, het kind van de rekening, ik weet het niet....

- In alle geval zal ik dan maar het verschil deelen en gelooven, dat ik niet bang hoef te zijn....

Zij naderde hem en schommelde zijn stoel heen en weêr.

- Rust maar uit, mijn arme overwerkte auteur van ‘Anarchisme’!

Hij liet zich glimlachend wiegelen, sloot de oogen en zij drukte hem op beiden een kus.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken