Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ongebundeld werk (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ongebundeld werk
Afbeelding van Ongebundeld werkToon afbeelding van titelpagina van Ongebundeld werk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.79 MB)

XML (1.88 MB)

tekstbestand






Editeurs

Jan Robert

H.T.M. van Vliet



Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ongebundeld werk

(1996)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 351]
[p. 351]

De Cykloop
Elfde Idylle van Theokritos

O Nikias, buiten de Muzen helpt geen kruid of zalf tegen de liefde! Troost is heur omgang en vreugd voor alle menschen maar hoe moeilijk is die gunst te erlangen! Gij, die artsenij-meester zijt en tevens liefling der negen Muzen, gij weet dat wel, wil ik gelooven!

Door dezen troost ook verzachtte onze Cykloop, Polyfemos uit de oude tijden, zijne kwellingen, toen, nauwlijks baarddons hem blondende om lippen en kin, hij een nymf der zee, Galatheia, beminde. En hij beminde niet met appelen of rozen of haarvlok; hij beminde met woedenden hartstocht; buiten dien was er niets voor hem. Vaak lag hij, van ochtendkrieken af, op de met zeewier bedekte stranden, terwijl zijne schapen ongehoed van de groenende weide ter stalle keerden. En hij Galatheia bezong en in het diepst van zijn hart de wreede wonde telkens reet, die hem een pijl der machtige Liefde aandeed. Maar toen vond hij de troost en hoor hoe hij zong, gezeten op een hoogen rots en uitziende over de zee:

- O Galatheia, blank meisje, waarom stoot je terug wie je mint? Jij witter dan de melk gemolken, jij lieflijker dan een lammetje en darteler dan een jeugdig kalfje; jij, wier lichaam is als een jonge, harde tros van blonde druiven! Zoodra zoete slaap mij omvangt, nader je mij, maar je ontwijkt mij zoodra zoete slaap mij verlaat en je vlucht voor me als een schaap voor den wolf!

Ik heb je bemind, o meisje, toen, voor de eerste maal, je met moeder kwam, verlangend op de helling te plukken iris en hya-

[pagina 352]
[p. 352]

cinth en ik wees je den weg en sedert laat ik niet af je lief te hebben, nu niet en nooit niet, maar je kommert je er niet om, neen, bij Zeus!

Ik weet wel, lief meisje, waarom je me vlucht! Het is omdat één zware wenkbrauw zich strekt over heel mijn voorhoofd, van het eene oor naar het andere, een enkele, lange wenkbrauw; omdat ik maar één oog heb en een breede neus neêr buigt over mijn lip. Maar zoo als ik ben, weid ik wel duizend schapen en ik melk ze en ik drink hare melk zoo blank als niemand ze drinkt. Kaas heb ik zoowel in den zomer, als in den herfst en zelfs in het hartje des winters: mijn rekken staan altijd vol kazen. En ik speel op de fluit als geen enkele Cykloop het hier kan en dikwijls bezing ik je schoonheid, o mijn lief, zoet appeltje, te gelijker tijd met mijn liefde voor je, tot heel laat toe in de nacht. En elf jonge damhertjes heb ik voor je gefokt, die zijn alle elf met maantjes geteekend en dan nog vier kleine beertjes. Kom bij me en dan krijg je ze allen...?

Laat toch de blauwgroene zee golven over de stranden zoo als zij wil: bij mij, in mijn spelonk, zal lieflijker zijn de nacht. Om mijn grot staan de lauwerieren en wiegelen de cypressen en er klimt donker veil langs en een wingerd met zoete trossen; er ontwelt ook frisch water, dat smaakt zoo heerlijk lekker en de boomenweelderige Etna voedt de bron met zijn blanke sneeuw. Wie zoû de zilte zee en hare golven verkiezen boven dat alles?

En als je wellicht meent, dat ik te ruig en te harig ben, ik heb toch hout van eiken en vuur, dat niet dooft onder de asch? Jij mag mij branden mijn hart en mijn eenig oog, dat is mij dierbaarder dan wat ter wereld! Wee mij, dat mijne moeder mij niet baarde met kieuwen! Ai, waarom kan ik niet omneêr naar je duiken, zoenen je handjes als ik je mondje niet mag en je witte narcissen brengen of broze papavers met purperen klappertjes, maar de eersten bloeien in zomer, de anderen in later seizoen en ter zelfder tijd kan ik je ze niet brengen!

Ja, zeker, meisje, ik wil leeren zwemmen en kunnen zal ik het als een vreemdeling zijn schip hier meert; dan zal ik duiken kunnen en weten wat bekoring er is in den afgrond der zee te wonen.

[pagina 353]
[p. 353]

O, Galatheia, stijg er uit op, en, eenmaal opgestegen, vergeet er weêr neêr te dalen, zoo als ik, die hier zat, vergat naar huis te keeren. En heb er toch pleizier in met mij mijne kudden te weiden en de beesten te melken en de kaas te doen stremmen!

Mijne moeder heeft mij wel kwaad gedaan en ik verwijt het haar. Nooit, neen, nimmer zeide ze je iets, dat gunstig mij zijn kon en toch ziet zij mij iederen dag meer en meer verkwijnen. Ik zal haar zeggen, dat ik hoofdpijn heb en pijn aan mijn beide voeten, dan heeft zij ook eens verdriet!

Cykloop, o Cykloop, waar zijn je zinnen gevlogen! O als je maar weg kondt van hier en je je matten gingt vlechten en de bladeren zamelde om ze je lammeren te brengen, zoû je veel wijzer zijn! Melk het schaapje, dat staat bij je hand: waarom wie je vlucht te vervolgen! Je zal wel een ander meisje vinden en veel mooier misschien dan dat daar onder de zee! Zoo veel meisjes vragen me om te spelen met haar, des nachts, en ze lachen me allen zoet toe als ik ook maar even luister. Ik ben ook niet heelemaal niemendal!

 

Zoo stilde Polyfemos zijn liefdesmart en diende de Muzen.

En zijne dagen verliepen zoeter dan zij verloopen waren zoo hij welk middel ook tegen liefde hadde met goud gekocht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken