Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ongepubliceerd werk (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ongepubliceerd werk
Afbeelding van Ongepubliceerd werkToon afbeelding van titelpagina van Ongepubliceerd werk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Editeurs

Marco Goud

H.T.M. van Vliet



Genre

proza
drama

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ongepubliceerd werk

(1996)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vijfde bedrijf

Middag: Feestelijk en militair prachtschouwspel op het terras voor het paleis. In den Oosterhaven ligt Caezars trireem, zoo weelderig versierd, dat die omlijnd met bloemen schijnt, aan de kade bij de trap, waar Apollodorus zich inscheepte met het tapijt. De Romeinsche lijfwacht is geschaard ter beide zijden van den steiger; roode tapijten bedekken dien tot op het halve terras. Op de breede trappen der paleis-poort staan Cleopatra's vrouwen, feestelijk gedost.
Langs den gevel rijt zich de lijfwacht der koningin, onder bevel der zelfde pracht-officieren, wie Bel Affris zes maanden geleden voor het oude paleis bij den Syrischen grens Caezars komst kondigde. Romeinsche soldaten zetten de Noordzijde af; achter hen rekt het volk zich op de teenen om te zien: de officieren praten en loopen op en neêr. Er zijn onder hen Belzanor en de Pers en de Centurio, wingerdstaf ter hand, verweerd, zwaargelaarsd, steekt zeer af bij de elegante Egyptische officieren.
Apollodorus baant zich een weg door het volk en roept naar de officieren, van achter de Romeinsche soldaten
apollodorus

Zèg eens! Mag ik passeeren?

centurio

Laat Apollodorus, den Siciliaan, passeeren.

De soldaten laten hem door

[pagina 135]
[p. 135]
belzanor

Is Caezar klaar?

apollodorus

Nog niet. Hij is nog op de Groote Markt. Ik kon dat geschreeuw van de soldaten niet meer uithouden! Na een half uur militair enthoeziasme, voel je behoefte aan een beetje zeelucht.

de pers

Zeg ons wat er voor nieuws is. Heeft hij de priesters doen ombrengen?

apollodorus

Wel neen. Zij traden hem te gemoet op de Groote Markt, de hoofden met asch bestrooid en hun goden in de handen. Zij plaatsten de goden aan zijn voeten. De eenige, die kunstwaarde had, was een Apis: een wonder van goud en ivoor. Ik ried hem er den Opperpriester twee talenten voor te bieden.

belzanor
ontsteld

De alwetende Apis voor twee talenten? Wat zei de Opperpriester?

apollodorus

Hij riep Apis' genade in en vroeg vijf talenten.

belzanor

Hongersnood en stormgeweld zullen nu onze landen teisteren!

de pers

Ach wat! Waarom maakte Apis niet, dat Achillas Caezar versloeg? En is er oorlogsnieuws, Apollodorus?

apollodorus

Het koninkje, Ptolomaeus, is verdronken.

belzanor

Verdronken?? Hoe dat?

apollodorus

Met al de anderen. Caezar viel ze te gelijker tijd van drie zijden aan en veegde ze den Nijl in. En toen zonk de bark van Ptolomaeus.

belzanor

Het is een bewonderenswaardige man, die Caezar! Komt hij nu gauw, denk je?

[pagina 136]
[p. 136]
apollodorus

Hij was juist bezig de Joodsche kwestie te regelen toen ik weg ging.

Trompetgeschal uit het Noorden. Ontroering onder het volk; Caezar schijnt te naderen
de pers

Dan heeft hij dat al heel vlug gedaan. Daar komt hij!

Haast zich naar post voór de Egyptische soldaten

belzanor
volgt

Hei daar! Caezar komt!

De soldaten geven acht, richten zich. Apollodorus begeeft zich naar de Egyptische troep
centurio
snelt naar Romeinsche wacht

Geeft acht! Caezar komt!

Caezar komt op, in statie, met Rufio; Britannus nadert. De soldaten juichen, opgewonden
caezar

Ik zie, dat mijn schip wacht. Het uur van Caezars vaarwel aan Egypte is geslagen. En, Rufio, wat is er nu nog te doen voor ik ga?

rufio
aan zijn linkerhand

Ge hebt nog geen Romeinschen praefect voor deze provincie aangesteld.

caezar
ziet hem kluchtig aan, maar spreekt zeer ernstig

Wat zoû je zeggen van Mithridates van Pergamos, die mij zoo goed heeft geholpen, de bewonderenswaardige zoon van Eupator?

rufio

Nu, dat ge hem wel elders zult kunnen gebruiken. Vergeet niet, dat ge nog drie of vier vijandelijke legers te verslaan hebt op uw weg naar huis.

caezar

Het is waar. Wel, wat vindt je dan van jezelf?

rufio
ongeloovig

Ik? Ik praefect? Maar waar denkt ge aan? Weet ge dan niet, dat ik maar de zoon van een vrijgelatene ben?

[pagina 137]
[p. 137]
caezar
vol liefde

Heeft Caezar je niet dikwijls zijn jongen, zijn zoon genoemd?

Roept tot allen
Stilte een oogenblik daar en hoort mij!

romeinsche soldaten

Luistert naar Caezar!

caezar

Verneemt naam, rang, hoedanigheid en verdienste van den Romeinschen praefect van Egypte! Verdienste: Caezar tot schild te zijn geweest; hoedanigheid, Caezars vriend; rang, Romeinsch soldaat!

Romeinsche soldaten juichen
En naam eindelijk: Rufio!
Gejuich

rufio
kust Caezars hand

Ja, ik was Caezars schild, maar wat zal ik beteekenen als ik niet langer aan Caezars arm hang! Nou, we zullen wel zien...

Wordt somber, wendt zich af om ontroering te verbergen

caezar

Waar is die Britsche eilandbewoner van me?

britannus
nadert aan Caezars rechterhand

Hier, Caezar.

caezar

Wie beval jou, woû ik wel eens vragen, je tijdens den slag van de. Delta in het oorlogsgewoel te storten, met die barbaarsche kreten uit je geboorteland en te schreeuwen, dat je vier Egyptenaren uit daagde, en dat alles in zeer onvoegzame bewoordingen?

britannus

Caezar, ik verzoek U te verontschuldigen de woorden, die mij ontsnapten in het heetst van den strijd.

caezar

En hoe wist jij, die niet zwemmen kan, het kanaal met ons over te steken, toen wij het kamp bestormden?

britannus

Caezar, ik hield mij vast aan den staart van uw paard.

caezar

Dat waren geen daden van een slaaf, Britannus, maar van een vrij man.

[pagina 138]
[p. 138]
britannus

Caezar, ik was vrij geboren.

caezar

Maar ze noemen je Caezars slaaf.

britannus

Alleen als Caezars slaaf vond ik waarachtige vrijheid.

caezar
ontroerd

Goed gezegd. Ondankbaar als ik ben, had ik je bijna vrij gelaten, maar nu zal ik niet van je scheiden voor een millioen talenten.

Slaat hem vriendelijk op den schouder. Britannus, een beetje schaamtevol maar toch verheerlijkt, kust Caezars hand onderdanig
belzanor
tot de Pers

Die man weet hoe zich te laten bedienen.

de pers

Ja, door mannen te simpel om ooit voor hem gevaarvolle mededingers te worden.

belzanor

O gij sluwaard! O, gij cinicus!

caezar
ziet Apollodorus bij de Egyptenaren en roept hem

Apollodorus, ik laat Egypte's kunst in je hoede achter. Vergeet niet, dat Rome kunst bemint en mild kunst aanmoedigen wil.

apollodorus

Dat weet ik, Caezar. Rome brengt zelve geen kunst voort maar Rome koopt en neemt wat andere volkeren voort brengen.

caezar

Wat! Rome geen kunst voort brengen! Is Vrede dan geen kunst? Is Oorlog dan geen kunst? Is heerschen dan geen kunst? Zijn kultuur en beschaving geen kunst? Dat geven wij je alles in ruil voor enkele mooie voorwerpen. Maar jullie hebben het leeuwendeel in de zaken, die wij samen doen.

Tot Rufio
En wat heb ik nu nog te doen voor ik mij inscheep?
Poogt zich te herinneren
Er is ièts, dat ik me niet herinneren kan: wat kàn het toch zijn! Nu dan, dan moet het maar ongedaan blijven; wij mogen dien gunstigen wind niet verzuimen. Vaarwel, Rufio.

[pagina 139]
[p. 139]
rufio

Caezar, het doet me leed u naar Rome te laten gaan, zonder uw schild. Daar zijn te veel verborgen messen.

caezar

Dat doet er niet toe; ik zal mijn levenswerk voltooien op mijn terugreis en dan heb ik genoeg geleefd. Daarbij, ik heb het altijd een onaangenaam idee gevonden te moeten sterven op mijn bed: ik wòrd liever gedood. Vaarwel.

rufio
zucht, heft de handen, vindt Caezar onverbeterlijk

Vaarwel.

Zij geven elkaâr de hand

caezar
wuift de hand naar Apollodorus

Vaarwel, Apollodorus en alle andere vrienden! Aan boord!

Caezar wendt zich naar den steiger. Cleopatra, koud en tragiesch, met voorbedachte gedost in het zwart, zonder juweelen, en dus treffend somber tusschen haar schitterenden stoet van vrouwen, komt uit het paleis en blijft staan op de hoogste trede. Caezar ziet haar niet voor zij spreekt
cleopatra

Deelt Cleopatra niet mede in dit afscheid?

caezar
verlicht

Ach ik wìst wel, dat er nog wat was.

Tot Rufio
Waarom hielp jij ook niet me daaraan herinneren, Rufio.
Haast zich tot haar
Als ik gegaan was zonder je te zien, zoû ik mezelf dat nooit vergeven hebben.
Neemt hare handen, voert haar tot midden op het terras. Zij duldt dit, ijskoud
Rouw je om mij?

cleopatra

Neen.

caezar
berouwvol

Ach, dat was dòm van me ook niet te denken...Je rouwt om je broêrtje.

cleopatra

Neen.

caezar

Om wie dan?

cleopatra

Vraag het den Romeinschen praefekt, die je ons achter laat.

[pagina 140]
[p. 140]
caezar

Rufio?

cleopatra

Ja, Rufio.

Zij wijst naar hem met diepste minachting
Hij, die hier regeeren zal in Caezars naam, naar Caezars aard en volgens Caezars hoog geroemde levenswetten.

caezar
twijfelt

Hij zal regeeren naar zijn eigen aard, Cleopatra. Hij heeft het werk op zich genomen en zal het doen volgens zijn eigen wetten.

cleopatra

Dus niet zoo als Caezar gewoon is?

caezar
bedenkend

Hoe meen je, dat ik gewoon ben...?

cleopatra

Zonder straf, zonder wraak. Zonder veroordeelingen.

caezar
goedkeurend

Ja, dat is zeker de goede manier, de groóte manier, de eenige mogelijke manier, ten slotte.

Tot Rufio
Geloof dat vrij, Rufio, als het je mogelijk is.

rufio

Ik geloof het, zeker, Caezar. Al lang geleden overtuigdet gij mij. Maar kijk eens. Gij zet heden koers naar Numidië. Zeg mij nu eens: als ge daar een hongerigen leeuw ontmoet, zult ge dien nièt straffen omdat hij u wel zoû willen op eten?

caezar
weet niet waarnaar hij toe wil

Neen.

rufio

En ook geen wraak nemen op het beest voor het bloed van wie hij al heéft op gegeten?

caezar

Neen.

rufio

Of het veroordeelen als schùldig?

caezar

Neen.

[pagina 141]
[p. 141]
rufio

Maar wat zoudt ge doen om uw leven te redden als het op u af kwam?

caezar
zonder aarzelen

Het dood steken, beste vriend, zonder kwade bedoeling, precies zoo als het mij zoû op eten. Maar wat beduidt die gelijkenis van den Leeuw?

rufio

Wel, Cleopatra had een tijgerin, die op haar wensch wie ook maar doodde. Ik vreesde, dat die tijgerin op een goeien dag ook ù zoû kunnen dooden. Als ik nu niet Caezars leerling geweest was, zoû ik allerlei edelmoedige dingen aan die tijgerin hebben gedaan. Haar gestraft hebben. Pothinus op haar hebben gewroken...

caezar
valt in de rede

Pothinus!

rufio
vervolgt

Haar ge-oordeeld hebben en veroordeeld. Maar ik liet al die dwaasheden na en sneed haar eenvoudig, zonder kwade bedoeling, de keel af. En daarom komt Cleopatra tot u in rouwgewaad.

cleopatra
heftig

Hij vergoot het bloed van mijn dienares, Ftatatita. Het valle over ùw hoofd, Caezar, als over het zijne, indien gij hem niet schuldig spreekt.

caezar

Valle het dan over mijn hoofd, Cleopatra, want het was goèd gedaan. Rufio, als je jezelf gezet had in den rechterstoel en met hatelijke plechtigheid en aanroepen van de goden, die vrouw overhandigd hadt aan den een of anderen gehuurden beul, om voor het volk vermoord te worden in naam der Gerechtigheid, zoû ik je nooit meer zonder een rilling de hand hebben kunnen drukken.

Rufio, tevreden, knikt tegen Cleopatra, als of hij zeggen wil: hoor je?
cleopatra
boudeert, een beetje kinderlijk in haar onmacht

Neen, het was nìet goed gedaan nu het een Romein was, die een Egyptische vrouw vermoordde. De heele wereld kan nu zien hoe verdorven en onrechtvaardig Caezar is.

[pagina 142]
[p. 142]
caezar
neemt liefkoozend haar hand

Kom, wees niet boos op me. Het spijt me heusch van die arme Totatita.

Zij lacht ondanks zichzelve
Aha, daar lach je weêr. Bedoelt dat, dat we weêr goede vrienden zijn?

cleopatra
boos op zichzelf, dat ze gelachen heeft

Neen, neen!! Neèn!!! Maar het is ook zoo gèk als je Totatita zegt.

caezar

Wat, Cleopatra! Ben je nog altijd een klein meisje? Ben je dan nog geen groot mensch geworden?

cleopatra

Neen maar, jij bent een kleine jongen: je maakt, dat ik zot schijn omdat jij je maar niet wat ernstig kunt gedragen. En je bent heel onaardig tegen me geweest en ik ben nog altijd boos op je.

caezar

Zeg me vaarwel.

cleopatra

Neen.

caezar
vleiend

Ik zal je wat moois zenden, uit Rome.

cleopatra
trotsch

Wat moois! Verbeeld je, wat moois uit Rome naar Egypte! Wat kan Rome me geven, dat Egypte niet heeft!

apollodorus

Dat is waar, Caezar. Als het geschenk werkelijk een ding van schoonheid moet zijn, zal ik het voor u moeten koopen te Alexandrië.

caezar

Je vergeet de schatten, om welke Rome beroemd is, vriend. Diè kan je niet in Alexandrië koopen.

apollodorus

En die zijn, Caezar...?

caezar

Haar zonen. Kom, Cleopatra, vergeef me en zeg me vaarwel, en ik zal je iemand zenden, een èchte Romein, van het zuiverste ras: niet oud en rijp voor den dood, niet slap in de armen en koud van

[pagina 143]
[p. 143]

hart en die geen kaal hoofd verbergt onder zijn lauwerkrans van overwinnaar en die nièt krom gaat onder het gewicht van de wereld op zijn schouders, maar stevig en frisch, sterk en jong, vol hoop in den morgen, des middags een onoverwinbaar soldaat en des nachts een onoverwinbaar feestvierder! Wil je dien hebben in ruil voor Caezar?

cleopatra
trillende

Hoe heet die, hoe heet die??

caezar

Zullen we zeggen: Marcus Antonius?

Zij werpt zich in zijn armen

rufio

Het is een slechte ruil, die je doet, Cleopatra: Caezar voor Marcus Antonius.

caezar

Dus, nu ben je tevreden?

cleopatra

Zal je het niet vergeten??

caezar

Ik zal het niet vergeten. Vaarwel: ik denk niet, dat we elkaâr meer zullen zien. Vaarwel.

Kust haar op het voorhoofd. Zij is zeer aangedaan, en grient. Hij gaat aan boord

romeinsche soldaten
terwijl Caezar op den steiger is

Heil, Caezar, en Vaarwel!

Hij treedt aan boord en wuift; Rufio wuift
apollodorus
tot Cleopatra

Kom, geen tranen, liefste Vorstin. Zij maken uw ridder wanhopig. Hij zal nog wel eens terug komen.

cleopatra

Ik hoop van niet. Maar: ik moet er tòch om hùilen...!!

Wuift zakdoek naar Caezar: het schip beweegt...

romeinsche soldaten
trekken en zwaaien zwaarden

Heil, Caezar!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken