Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ongepubliceerd werk (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ongepubliceerd werk
Afbeelding van Ongepubliceerd werkToon afbeelding van titelpagina van Ongepubliceerd werk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Editeurs

Marco Goud

H.T.M. van Vliet



Genre

proza
drama

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ongepubliceerd werk

(1996)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

3 Bronnen

Bij de voorbereiding van de Volledige Werken Louis Couperus is gebruik gemaakt van alle ons bekende overgeleverde primaire en secundaire documentaire bronnen. De eerstgenoemde zijn: handschriften, typoscripten, drukproeven, tijdschrift- en krantepublikaties, en boekuitgaven van Couperus' werk. Onder secundaire bronnen verstaan wij: brieven van en aan Couperus, brieven van en aan derden, voorzover ze gegevens bevatten over het ontstaan en/of de produktie van Couperus' werk, contracten met uitgevers, rekeningen van drukkers, binders, enzovoort.

Dank zij Couperus' uitgever, L.J. Veen, en het Genootschap Louis Couperus zijn er betrekkelijk veel handschriften van Couperus bewaard gebleven.Ga naar voetnoot25 Het betreft zowel klad- als kopijhandschriften.Ga naar voetnoot26 Op 30 april 1901 schreef Veen aan Couperus:

[pagina 409]
[p. 409]

‘Hebt ge de origineele copie nog bewaard van Babel? Zoo ja, gooi ze niet in den prullemand maar geef ze liever aan mij.

Dit laatste is echter wat veel gevergd en daarom schrijf ik het ronduit. Zend mij de copie en hebt ge iemand op het oog om die cadeau te geven doe het dan, maar laat ik er dan een band voor maken, dan blijft ze ten minste bewaard.’Ga naar voetnoot27

Veen liet voor de handschriften van Couperus door binderij Brandt en Zn te Amsterdam speciale omslagen maken waarop het bandstempel van de desbetreffende roman is afgedrukt. De handschriften worden in het Letterkundig Museum nog altijd in deze omslagen bewaard.Ga naar voetnoot28

Toen Veen in februari 1913 het handschrift van Herakles vroeg, antwoordde Couperus: ‘Ook de copie kan ik je niet meer geven, ik bewaar geen copie, maar vernietig die, zoodra het gedrukt is: het zoû te veel papieren rommel geven.’Ga naar voetnoot29 Toch zijn er ook uit de jaren na 1913 handschriften van romans en feuilletons bewaard gebleven. Een gedeelte hiervan is verzameld door het Genootschap Louis Couperus. Volgens de statuten was een van de doelstellingen van het Genootschap: ‘[...] belangstelling te wekken en te bestendigen voor Couperus' leven en werken door [...] het verzamelen en bewaren van manuscripten, brieven en portretten en andere zaken, betrekking hebbende op Couperus [...].’Ga naar voetnoot30 In 1928 hebben de erven-Ram de handschriften die Couperus indertijd aan Jhr. J.H. Ram had geschonken, afgestaan aan het Genootschap.Ga naar voetnoot31 Ook andere particulieren, onder wie mevrouw Couperus, hebben handschriften ter beschikking gesteld of in

[pagina 410]
[p. 410]

bruikleen gegeven. Na de opheffing van het Genootschap is de verzameling handschriften overgedragen aan de Letterkundige Verzameling die de Haagse gemeente-archivaris W. Moll had aangelegd. Via deze Verzameling zijn de handschriften uiteindelijk in het Letterkundig Museum terechtgekomen. Behalve het Letterkundig Museum bezit ook de Koninklijke Bibliotheek handschriften van romans en feuilletons. Verder bevindt zich in de Universiteitsbibliotheek Leiden (bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde) één handschrift van een feuilleton en zijn er nog een paar handschriften in particulier bezit.

Er zijn slechts enkele typoscripten van feuilletons en een van Het snoer der ontferming overgeleverd. Ze zijn niet door Couperus zelf gemaakt. Het snoer der ontferming is overgetypt door mevrouw Van Genderen Stort.Ga naar voetnoot32 Dit typoscript bevat verbeteringen van de hand van Couperus.

Bij de voorbereiding van de nieuwe Couperus-editie konden de editeurs beschikken over het Bibliografisch Repertorium Louis Couperus. Dit repertorium bevat een overzicht van alle titels van Couperus' romans, verhalen, feuilletons en gedichten, met per titel de vindplaats van het handschrift (of de handschriften), indien bekend, de schrijfdata, eveneens indien bekend, en de drukgeschiedenis van het desbetreffende werk. In het repertorium zijn ook de uitgaven die na Couperus' dood zijn verschenen, opgenomen.Ga naar voetnoot33

In de afgelopen jaren zijn enkele exemplaren van Couperus' boeken uit diens bezit met aantekeningen van zijn hand op veilingen of door antiquariaten te koop aangeboden. Voorzover we

[pagina 411]
[p. 411]

deze hebben kunnen achterhalen, zijn ze als documentaire bron voor de editie gebruikt.

Helaas zijn er vrijwel geen drukproeven van Couperus' werk overgeleverd. Het Letterkundig Museum bezit alleen een deel van de drukproeven van Het snoer der ontferming en een revisieproef van De ode.Ga naar voetnoot34 Door het vrijwel ontbreken van drukproeven weten we niet welke (soort) veranderingen Couperus tijdens het produktieproces van zijn boeken nog heeft aangebracht. Dit stelt de editeur van Couperus' werk dikwijls voor onoplosbare problemen.Ga naar voetnoot35

De belangrijkste secundaire bron voor de editie vormden Couperus' brieven aan zijn uitgever, L.J. Veen. Ze werden in 1977 integraal uitgegeven en van commentaar voorzien door F.L. Bastet. Een groot aantal gegevens over het ontstaan en de produktie van Couperus' werk is aan deze brievencollectie ontleend. Hiervoor is gebruik gemaakt van de originele handschriften van de brieven. Op talrijke plaatsen in de brieven zijn wij tot andere lezingen gekomen dan de editie in de serie Achter het boek geeft. Bovendien hebben wij moeten constateren, dat in de gepubliceerde tekst van verschillende brieven woorden, (gedeelten van) zinnen of zelfs hele alinea's ontbreken.

Tijdens het onderzoek voor de nieuwe Couperus-editie werd een groot deel van het archief-Veen in het Letterkundig Museum teruggevonden. Daarin bevinden zich kopieboeken met kopieën van de door Veen gevoerde correspondentie. Ze bevatten ook kopieën van brieven van Veen aan Couperus en bijvoorbeeld aan de drukker G.J. Thieme over de produktie van Couperus' boeken. De teruggevonden serie kopieboeken is niet compleet. Het laatste boek, dat loopt tot en met 21 april 1923, draagt het nummer 45. Maar in het archief bevinden zich slechts achtentwintig boeken. We beschikken onder andere niet over (kopieën van)

[pagina 412]
[p. 412]

brieven van Veen uit de eerste jaren van zijn samenwerking met Couperus.Ga naar voetnoot36

Verder bestaat het archief-Veen uit ruim vijftig ordners met rekeningen en brieven van drukkers, binders, bandontwerpers, auteurs, vertalers, enzovoort. De ordners dateren uit de jaren 1887-1909, maar ze sluiten niet alle op elkaar aan. Zo ontbreken de ordners uit 1893-1895. Uit verschillende andere jaren zijn alleen rekeningen en geen brieven of omgekeerd bewaard gebleven.

Het belang van uitgevers- en drukkersarchieven als secundaire bronnen voor een teksteditie wordt dikwijls onderschat.Ga naar voetnoot37 Naarmate de editeur meer weet over het produktieproces van een boek, is de kans groter dat hij bepaalde bibliografische en tekstuele problemen kan oplossen. De zakelijke correspondentie van een uitgever met de drukker en de binder kan gegevens opleveren over het opnieuw zetten van bepaalde vellen, perscorrecties, ingrepen van anderen dan de auteur in de tekst van het werk, drukken van hetzelfde of van nieuw zetsel, titeluitgaven, verschillende bindpartijen, enzovoort. Ook oplagecijfers en zelfs rekeningen kunnen voor de editeur van belang zijn. Zo stuurde Thieme in 1900 aan Veen enkele rekeningen voor extra-correctie. Deze kosten waren gemaakt bij de produktie van De stille kracht. Uit Couperus' brieven aan Veen blijkt dat een deel van de roman gezet is naar Couperus' moeilijk leesbare kladhandschrift. Door een zorgvuldige vergelijking van de overgeleverde handschriften met de tekst van de boekuitgave kan worden vastgesteld waar de overgang van net- naar kladhandschrift heeft plaatsgevonden.

voetnoot25
Couperus zelf heeft een aantal handschriften van romans en verhalen geschonken aan de Koninklijke Bibliotheek als dank voor de genoten gastvrijheid bij de voorbereidende studie van Iskander. ([Byvanck]: ‘Louis Couperus en de klassieke oudheid’, p. 199.)
voetnoot26
Zie hiervoor ‘Tekstgeschiedenis’, p. 413-414.
voetnoot27
Couperus en Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 49-50.
voetnoot28
Couperus heeft een paar maal in brieven aan Veen gesuggereerd dat diens dochter, Mieke, later nog rijk zou worden door verkoop van de handschriften. ([Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 226 en Amice, p. 24.) De erven-Veen hebben evenwel de handschriften in 1961 om niet aan het Letterkundig Museum afgestaan.
voetnoot29
[Couperus]: Amice, p. 132.
voetnoot30
Een exemplaar van de statuten bevindt zich in het Letterkundig Museum.
voetnoot31
Brief van A. Ram aan H. van Booven, gedateerd 31 december 1928. (Collectie-Van Booven Letterkundig Museum.)
voetnoot32
In 1923 schreef mevrouw A. Campbell aan mevrouw J. Funke: ‘[...] Juffr. v. Genderen Stort die zijn “Het Snoer der ontferming” moest “tikken” omdat zijn handschrift te lastig voor de zetters was.’ (Brief in Letterkundig Museum; vgl. Bastet: Louis Couperus, p. 680, 754.)
voetnoot33
Het repertorium is afgesloten in 1980. Drie jaar geleden is het in de vorm van een privé-uitgave verschenen. (Marijke Stapert-Eggen: Repertorium Louis Couperus. Amsterdam, 1992. 3 dln.)
voetnoot34
In [Couperus]: Amice is een foto afgedrukt van een door Couperus gecorrigeerde drukproef van de tijdschriftpublikatie van ‘De Zonen der Zon’ (p. 25-26). Tot nu toe hebben wij deze drukproef niet kunnen terugvinden.
voetnoot35
Zie hierna, p. 470-476.
voetnoot36
Zie verder Couperus en Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 9, 245-246.
voetnoot37
Helaas ook door uitgevers en drukkers zelf, zoals Bowers constateert: ‘[...] publishers, and printers, have often made little effort to keep their records, or to make them available to investigators. Thus although a bibliographer of modern books might expect to have a mass of external evidence about the numbers of printings and their dates as well as the size of the impressions, bills for plate changes, and so on, in fact it is a rare scholar who can speak with as much authority about these details in a book of the present day as about their equivalents in the Elizabethan age.’ (Bowers: Essays, p. 399.)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken