Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van en over alles en iedereen (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van en over alles en iedereen
Afbeelding van Van en over alles en iedereenToon afbeelding van titelpagina van Van en over alles en iedereen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.95 MB)

XML (1.37 MB)

tekstbestand






Editeurs

Oege Dijkstra

Jan Robert

H.T.M. van Vliet



Genre

proza

Subgenre

reisverhalen
schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van en over alles en iedereen

(1990)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 213]
[p. 213]

Klein-cosmopolis

- Ik zie, zei de Fransche schrijfster tot de dame van het pension, dat u balkons heeft aan enkele kamers. Ik moet een kamer hebben met een balkon, dat uit ziet over het meer. Als ik den zomer in Zwitserland door breng, leef ik op mijn balkon...

- Ik kan u juist een kamer geven met een balkon, zei de gezellige, vriendelijke dame van het pension.

- Maar dàn moet ik nog iets anders hebben...Ik moet Russische anarchisten in huis hebben, want ik schrijf juist een roman over Russische anarchisten: er zijn er in Genève en ik moet absoluut een pension vinden, waar Russische anarchisten zijn...

- Ik heb er geen, zei de dame van het pension ontsteld; waarlijk, ik geloof niet, dat ik onder mijn gasten éen enkele Russische anarchist heb. Hoewel ik wèl Russen heb...maar heel chique...

Juist op dit oogenblik kwam de Hollandsche romancier in den salon van het pension, waar bovenstaand gesprek gevoerd werd.

- Cher maître!! riep de Fransche schrijfster uit.

- Beste vriendin en collega! riep de Hollandsche romancier uit.

Want zij kenden elkander uit Nice.

- Wat een gezellig toeval! zei de romancier.

- Ja, maar ik blijf niet, zei de romancière. Er zijn geen Russische anarchisten in het pension en ik schrijf juist...

De eerste bel voor het diner luidde.

- U zoû misschien een ander onderwerp hier kunnen vinden, bedacht peinzend de romancier.

- Ik zoû ook heelemaal geen roman behoeven te schrijven, peinsde bedenkend de romancière.

[pagina 214]
[p. 214]

- Dat zoû nog beter zijn...

De chique Russen waren binnen gekomen, moeder en zoon.

- Dat zijn de Russen, murmelde de romancier.

- Geen anarchisten? lispelde de romancière.

- Héel weinig. Mag ik je voorstellen, lieve vriendin? Prinses Niatowsky, mag ik u Corisande de Traille voorstellen...De prins Constantijn...

- De schrijfster?? riep de prinses verheugd. Ik dweep met litteratuur.

- De zelfde, zei de romancière. Ik dweep met anarchisme. Prinses, is u niet anarchist? U ook niet, prins?

- Neen, neen, haastten zij zich beiden te ontkennen. Nog niet...

- Ik zocht een pension met Russische anarchisten...om te bestudeeren voor mijn nieuwen roman...Maar ik denk geen roman van den zomer te schrijven...Het is te warm...Vindt u de silhouet van de moderne vrouw bevallig, prinses...?

De Grieksche familie kwam binnen. Zij was als een gezellige invazie. Het was de mooie, lieve, nog jonge, toch moederlijke mama; het was het allerliefste dochtertje met de gazelle-oogen, Aspazia; het waren de twee jonge studenten, die studeerden te Yverdon; het waren de twee nichtjes, die mede reisden, nu tante uit Egypte, waar oom om de zaken bleef, naar Zwitserland, was gekomen om samen met haar zonen vacantie te hebben. En de vrouwelijke stemmen kweelden en lispelden heel snel het Nieuw-Grieksch, als veel te vertellen hebbende vogeltjes, en de twee heel jonge jongens hadden diepe bassen. Maar eene groote bekoring vooral waren hunne namen: zij heetten: Aspazia, Polyhymnia, Demeter, Themistocles, Agamemnon, zoo als gij Piet, Jan en Marie heet en ik Louis, wat niet mooier is.

De Hollandsche romancier kende een beetje Nieuw-Grieksch; hij had die taal gestudeerd, las ze, had er zelfs een tragedie uit vertaald en wist drie, vier woorden te zeggen. Hij naderde de Grieksche familie uit Egypte en begon in het Fransch:

- Heeft u veel gesouffreerd van de warmte? vroeg hij.

Ja, zij hadden veel gesouffreerd. Maar zij waren ook den gehee-

[pagina 215]
[p. 215]

len morgen in hun kamers gebleven - op de zonnezijde - en hadden als vogeltjes gegazouilleerd en loukoumes gegeten, heerlijke Grieksche bonbons, en na het dejeuner hadden zij, in de stad, japonnen en hoeden besteld.

- En u? vroegen Aspazia, Polyhymnia en Demeter den Hollandschen romancier. Heeft u een roman van daag geschreven?

- Neen, antwoordde de romancier. Ik heb den geheelen middag in een hoop afgemaaid gras naar de wolken liggen kijken en ik heb het heerlijk koel gehad in den schaduw van een purperzwarten beuk...

Dat alles zei de romancier in het Fransch, maar hij eindigde in het Nieuw-Grieksch:

- En, heb, heelemaal, geen, last, gehad, van, de, warmte...

Hij had die fraze vooruit met véel zorg bestudeerd. Maar Aspazia, Polyhymnia, Demeter wrongen zich van bevallig lachen, want de Hollandsche romancier had niet alleen zich vergist in vijf woorden van zijn korte zinnetje, maar tevens tien fouten gemaakt tegen de Grieksche accenten, die telkens als vlooien van de eene sylbe op de andere huppen, volgende wijze, tijd en persoon, terwijl hij de R, de D, de T, de U en de M absoluut verkeerd had uitgesproken.

- Ik geef het op, zei de Hollandsche romancier. Laat ons liever in het Fransch een ‘interessant gesprek’ voeren...

Dat deden de jongelui en de meisjes gaarne. Zij spraken, zonder zich meer te wringen, onbevangen over het huwelijk, de liefde, over het aantal kinderen, dat gewenscht was in een huwelijk. Zij warer vóor vrije liefde. Zij waren over het algemeen voor véel vrijheid. Demeter, de oudste van hen, telde twee-en-twintig. De Hollandsche romancier voelde zich héel, heel oud en dorst niet goed zijn opinie's te zeggen, vooral omdat hij er niet vele had...

Maar de bel van het diner luidde.

Zij gingen allen aan tafel.

Aan tafel zat reeds de Amerikaansche mama, met hare twee woest elegante meisjes. Zij waren in den zomer in Genève gekomen om bont te koopen in den Tigre Royal, het mooie bont-

[pagina 216]
[p. 216]

magazijn. En zij vertelden in Fransch, dat over hazelnoten in hare monden te draaien scheen, van groote moffen en lange étoles, van zibeline, hermelijn en zwarte en witte vossen, terwijl de temperatuur in de eetzaal naar de 40o steeg.

De Hollandsche romancier zat tusschen de Amerikaansche mama en naast zijn eigen gemalin. En de Amerikaansche mama zeide, tuk op adel:

- Weet u, de Russische prinses is eigenlijk verwant aan de keizerlijke Russische familie...Om staatsredenen zijn zij niet in Rusland...Ik heb kennis met haár gemaakt,...dat wil zeggen...zij is zoo beminnelijk geweest naar mij toe te komen, want ik wéet hoe ik doen moet, meneer, tegen over menschen van zóo hoogen adel, die nièts dan getitelde kennissen hebben...De prinses is toch zeker ook het eerst naar uw vrouw en ù toe gekomen?

- Ik herinner het mij heusch niet meer, mevrouw, zei de Hollandsche romancier. Ik ken de prinses al sedert tien jaren, uit Nice...

- Maakt het dan zóo weinig indruk op u, een prinses sedert tien jaar te kennen?

- Mevrouw, zei de Hollandsche romancier, fluisterend; laat mij u bekennen, dat ik zelve prins ben en verbannen uit Holland: ik ben zoo wat pretendent naar den Hollandschen troon...

De Amerikaansche dame werd bleek van ontzag. Zij aanbad prinsessen en prinsen, die afstegen in pensions, waar men, trots de balkons aan enkele kamers, matige prijzen betaalde.

- Ik hoû van mooie menschen, fluisterde Corisande, de romancière, tot de gemalin van den Hollandschen romancier. Is er niet met hem te flirten? Ik vind hem bizonder knap.

- Ik denk het niet, antwoordde de gemalin.

- Man en vrouw?

- Neen. Broêr en zuster. Italiaansche kennissen van ons. Maar hij houdt niet van flirten: hij is er te lui toe. Vooral als het zoo warm is.

- Als ik nièt met hem flirten kan, zal ik liever toch maar een roman hier schrijven. Maar dan nièt over Russische anarchisten.

[pagina 217]
[p. 217]

Over zomersche cosmopolieten. Cher maître...jij bent daar toch niet juist aan bezig? Ik wil je geen vlieg afvangen!

- Neen, collega, en al ware dat zoo...het Hollandsch lijkt zóo weinig op het Fransch en is veel eleganter...Maar ik schrijf geen romans meer: ik hèb er geschreven...

- Dat is eigenlijk véel chiquer, zei de collega Corisande.

Nieuw-aangekomenen kwamen binnen, werden ge-installeerd aan tafel. Hij, strak wijd kijkende met Angelsaksische blauwe oogen; zij...vijftig jaren, licht grijzend haar, zacht geel van teint en hard knokig van hals, met een gelukkigen lach over nieuwe tanden en gehuld in een matrozenblouse, een sailor-suit, zoo als lief zoû staan aan uw twaalfjarig dochtertje, mevrouw...

Een heerlijk jeugdige gichel vaart door de gezellige Grieken, maar dadelijk na den gichel hervatten de jongelui hun ernstig gesprek, over liefde, man-en-vrouw, kinderen of geen kinderen, als bereiden zij zich voor op het moeilijke leven...

- Ik hoû dolveel van loukoumes! komt de Hollandsche romancier, wuft, oppervlakkig en lekkerbekkig, in het midden, in zijn Nieuw-Grieksch.

Maar hij heeft drie verkeerde woorden gebruikt; zijne vlooaccenten zijn totaal ongedresseerd op de verkeerde sylben neêr gehupt en alle medeklinkers en klinkers heeft de overmoedige polyglot ditmaal verkeerd uitgesproken.

- Ik spreek maar liever Italiaansch!! roept de Hollandsche romancier terug tegen het heerlijk vroolijke vogelen-gegazouilleer en de daverend diepe jongensbassen in. Als ik fouten in het Italiaansch maak, verbeteren mijn vrienden mij...nooit, omdat ze mijn fouten ‘aardig’ vinden!

- Maar wàt is uw oordeel, meneer, over het huwelijk? vraagt Agamemnon, die zestien jaar is. Gelooft u eigenlijk ook niet, dat het een ouderwetsche instelling is, die op stel en sprong staat van...te springen?

Aspazia, Demeter, Polyhymnia kijken aandachtig den Hollandschen romancier aan: hij is toch een intellektueel mensch! hij mòet een opinie hebben...

[pagina 218]
[p. 218]

- Wat zal ik in Gòdsnaam antwoorden, denkt de Hollandsche romancier, die intusschen, als peinzende, zich éerst kleine ijsgletschers stapelt in zijn glas.

- Zij is gelukkig geen Amerikaansche! fluistert de Amerikaansche mama naar de Italianen en Hollanders toe. Het zijn alleen Engelsche vrouwen, die zich zóo mal kunnen toetakelen...Stel je voor: een sailor-suit, als je vijftig bent...

De atmosfeer in de eetzaal heeft de 40o bereikt...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken