Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wereldvrede (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wereldvrede
Afbeelding van WereldvredeToon afbeelding van titelpagina van Wereldvrede

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.92 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Editeurs

Oege Dijkstra

M. Stapert-Eggen

H.T.M. van Vliet



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wereldvrede

(1991)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 201]
[p. 201]

Verantwoording

[pagina 203]
[p. 203]

In september 1894 berichtte Couperus aan zijn uitgever L. J. Veen dat hij van plan was een vervolg te schrijven op de roman Majesteit.Ga naar voetnoot1 Een maand later vroeg hij Veen hem zo mogelijk materiaal over de ‘Europeesche vredequestie’ te sturen.Ga naar voetnoot2 En op 6 november schreef hij: ‘Ik ben begonnen aan mijn nieuwen roman, die zich bij Majesteit zal aansluiten en waarvoor ik een mooien titel heb: Wereldvrede.’Ga naar voetnoot3 Volgens Couperus vorderde het werk langzaam. Waarschijnlijk om die reden ging hij niet in op Veens aanbod een voorschot te verstrekken.Ga naar voetnoot4

Half januari 1895 was het eerste deel van Wereldvrede voor de helft voltooid en Couperus hoopte de roman nog van de winter af te krijgen.Ga naar voetnoot5 Maar in de maanden daarna stagneerde het werk. Het kwam zelfs korte tijd geheel stil te liggen. In maart verwachtte Couperus de roman in de zomer te voltooien zodat het boek in het najaar zou kunnen verschijnen.Ga naar voetnoot6 Begin mei lag Wereldvrede ‘te slapen’ en twee weken later liet hij Veen weten: ‘Wereldvrede zal denk ik eerst in het najaar komen, maar ik weet het niet: misschien duurt het nog lang, misschien is het in een week af!’Ga naar voetnoot7

[pagina 204]
[p. 204]

Veen wilde Wereldvredegraag onmiddellijk, zonder voorpublikatie in een tijdschrift, uitgeven. Volgens Couperus was dat niet mogelijk. Hij antwoordde op 25 mei 1895: ‘U spreekt van een directe uitgave, maar dit zal niet gaan. Ik ben natuurlijk wel een beetje verplicht het boek aan de Gids te geven,Ga naar voetnoot8 en daarbij geniet ik tegenwoordig een honorarium van de Gids van ƒ64 - per vel (in plaats van ƒ40.); dus daar moet u maar niet meer over denken. Nu hoop ik het boek wel spoedig af te hebben: ik ben den laatsten tijd er meê vooruitgegaan en vóor Augustus [...] moet het af zijn. Nu hoop ik het in de Gids te plaatsen Augustus en September (misschien October erbij). U kan dus in October met drukken beginnen - of als het moet, vroeger: natuurlijk met de belofte, dat u de Gids niet te vroeg inhaalt!

‘Als honorarium van den eersten druk zoû ik U willen vragen: ƒ2000. - (twee duizend). [...] Het boek is eén deel, 5 hoofdstukken [...] en het geheel is iets kleiner dan Majesteit, dat 6 hoofdstukken besloeg. Die hoofdstukken zijn in doorslag van den zelfden omvang. ’Ga naar voetnoot9

Eind mei 1895 hoopte Couperus de roman vóór augustus af te hebben, en inderdaad voltooide hij hem in juli. In diezelfde maand sloot hij met Veen een contract voor de boekuitgave van de roman. De uitgever ging akkoord met het door Couperus gevraagde honorarium van ƒ2000,- voor de eerste druk en ƒ1500,- voor iedere herdruk.Ga naar voetnoot10 Aanvankelijk wilde Veen niet meer dan ƒ1000,- geven voor de herdrukken, maar hij liet in de

[pagina 205]
[p. 205]

geschreven contracten het bedrag nog open. Couperus vulde zelf ƒ1500,- in en stuurde in juli 1895 een getekend exemplaar van het contract naar Veen: ‘Hierbij het contract terug: ik ben maar zoo vrij geweest bij mijn eerste idee omtrent de 2de en volgende uitgaven te blijven en ik denk wel, dat het u zal meêvallen. U weet misschien, in Aug. wordt hier in Scheveningen een Vrede-congres gehouden. Het boek is dus nog al aktueel. [...] Ik vermoed, dat het in Duitschland en Oostenrijk in de Vrede-kringen nog al gelezen zal worden: hoû dus goed acht op de Duitsche vertaling.

‘Het boek wordt in alle geval 1 deel en het kan niet gesplitst worden, want het zijn 5 gedeelten, die nauw aan elkander hangen. Ik dacht het eerst in 2 deelen te schrijven als Majesteit, maar ik moest de stof wat serreeren, anders was het langdradig geworden. Ik ben er nu wel tevreden over, en de hoofdscène van het boek is zoo dramatisch geworden, als ik niet geloof, dat ik nog iets geschreven heb.’Ga naar voetnoot11

Het eerste gedeelte van Wereldvrede werd gepubliceerd in het augustusnummer van De gids. Het tweede gedeelte volgde in het septembernummer. De boekuitgave verscheen twee maanden later, in november 1895, bij L.J. Veen te Amsterdam. Vergeleken met het grote succes van Majesteit viel de ontvangst van Wereldvrede tegen. Couperus ergerde zich zeer aan de recensies van de roman die hij kreeg toegestuurd. Vooral de recensie van Lodewijk van Deyssel, in het novembernummer van het Tweemaandelijksch tijdschrift, wekte zijn verontwaardiging.Ga naar voetnoot12 Op 16 december 1895 schreef hij aan Frans Netscher: ‘Ik ben tegenwoordig, tegen mijn gewoonte, een beetje erg boos op een hoop idiote kritiekjes — dagbladannonces van tien regels — over Wereldvrede. Ik weet wel, dat ik me ze niet moest aantrekken, maar ze treffen me ongelukkig in een week oogenblik, en dan kan het je zelfs

[pagina 206]
[p. 206]

nerveus maken als iemand lang naar je kijkt, of een straatjongen zijn tong uitsteekt, of iemand grinnikt. En zoo ergert me dat domme gegrinnik over Wereldvrede. Litteraire kunst in ons land is al weinig, maar litteraire kritiek is totaal nihil. Het zijn een troep anonymi zonder den minsten geest des onderscheids. En Van Deyssel, met de sublimiteit van zijn krankzinnigheid, van Deyssel, is zoo onrechtvaardig en partijdig mogelijk. [...] lees die kritiek van van Deyssel eens over, en je zal er onrechtvaardigheid bij onrechtvaardigheid in vinden. Ik ben een kleermaker, omdat ik een mondaine vrouw kan aankleeden: is Zola dan ook een kleermaker? Van de architektuur van mijn boek begrijpt hij niets, en daar wordt trouwens nooit iets van begrepen. Hij noemt het 3 losse gedeelten: ik loochen dat. Het is zeer zeker een geheel. Vera is de weêrzijde van het Vrede-motief. Ik zeg dit niet mooi, ik ben misschien een beetje te boos om mooi te zeggen. Vergelijk het bij een stof; aan de eene zijde zijn het de opglinsterende gouden draden van een brokaat; aan de andere de satijnen van het weefsel. Maar het is zoo moeilijk die dingen uit te pluizen. Van het Intermezzo en Estelle Desvaux begrijpt hij ook niets: het is expres zoo gedaan en geen toevallig los gedeelte: het is het onverschillige voortgaan van het onverschillige, héel andere leven, terwijl het eigenlijke Leven dreigt! En dan die laatste valschheid van v.D: “hij had moeten geven een vorst, een klein beeld, in het electrische licht van zijn zaal etc....”; waarachtig zooals ik Othomar gegeven heb!! en hij vertelt me hoe ik hem geven moet, met mijn eigen woorden!! Ik zoû dan bijna denken, dat hij Wereldvrede mooi vindt, maar het niet wil zeggen, en zich onbewust verraadt! Of is het misschien geestige ironie van hem? Alles is mogelijk bij een gek, die mooie zinnen aan elkaâr weet te smeden.’Ga naar voetnoot13

Twee maanden later was Couperus optimistischer over de ontvangst van Wereldvrede. Op 12 februari 1896 schreef hij aan Veen: ‘Wereldvrede zal nu wel gereleveerd worden door Netscher en ten

[pagina 207]
[p. 207]

Brink. Trouwens, die enkele hatelijke artikeltjes van J en X. en N zullen het wel niet zoo deeren. Ik blijf er zeer tevreden over. Het ligt in de lucht af te keuren tegenwoordig.’Ga naar voetnoot14 De uitvoerige en positieve recensie van Wereldvrede door Frans Netscher was eind januari 1896 verschenen in het eerste nummer van het door hem geredigeerde tijdschrift De Hollandsche revue.Ga naar voetnoot15 Veen liet onmiddellijk overdrukjes van deze recensie maken om ze als reclame voor Wereldvrede te verspreiden.Ga naar voetnoot16

Couperus heeft zich later een paar maal zeer kritisch over Wereldvrede uitgelaten. In 1916 verklaarde hij tegenover André de Ridder de roman te rekenen tot de werken die ‘absoluut geen waarde meer’ voor hem hadden: ‘[...] ik zie er op neer alsof het werk van een ander was... ik houd er niet meer van...’ De grote fout van Majesteit en Wereldvrede was: ‘[...] dat de toekomst-staat, welke ik daarin gedroomd heb, te weinig ernstig is verdicht...’Ga naar voetnoot17 En in 1919 noemde Couperus in een open brief ‘Aan Herman Robbers’ het boek een ‘vermetele’ jeugdroman ‘van een jongen man van plm. 27 jaar, geloof ik. Een jonge man, lang niet “geniaal” genoeg om te omvatten de onderwerpen, die hij driest aangreep.’Ga naar voetnoot18

Bronnen

Voorzover ons bekend, zijn van de roman Wereldvrede de volgende door de auteur geautoriseerde bronnen overgeleverd:

[pagina 208]
[p. 208]

A. een voorpublikatie in De gids 59 (1895). Dl. iii [augustus-september], p. 191-290, 395-460.

B. een uitgave in boekvorm: Louis Couperus: Wereldvrede. Amsterdam, L.J. Veen, [november 1895]. Met een bandtekening van H.P. Berlage Nzn.Ga naar voetnoot19

De eerste druk van Wereldvrede is gezet naar de tijdschriftpublikatie. Begin juli 1895 stuurde Couperus proeven van De gids naar Veen, maar hij drukte de uitgever op het hart voor de boekuitgave een exemplaar van de tijdschriftaflevering als kopij te nemen.Ga naar voetnoot20 En op 9 augustus schreef hij: ‘Zie s.v.p. een Gidsnummer te krijgen voor het afdrukken. De voorrede kan vervallen, als u er geen heil in ziet. De proeven echter ontving ik gaarne allen, daar ik dikwijls nog iets verbeter. Vellen van Sept. zal ik u zoo gauw mogelijk zenden. — ’Ga naar voetnoot21 Na het verschijnen van het augustusnummer van De gids ontving drukkerij Thieme een exemplaar van het tijdschrift voor het zetten van het eerste gedeelte van Wereldvrede. Waarschijnlijk eind augustus stuurde Couperus de gecorrigeerde proeven van de eerste vellen naar Veen terug: ‘U ziet, de voorrede is bijgewerkt. Gaarne heb ik daar revizie van. De andere vellen zijn zoo netjes, dat revizie er niet van noodig schijnt.’Ga naar voetnoot22 Op verzoek van Couperus werd aan het begin van elk van de vijf hoofdstukken een blanco pagina toegevoegd, met de titel van het desbetreffende hoofdstuk.Ga naar voetnoot23

Ook voor het tweede gedeelte van Wereldvrede werd gebruik gemaakt van een exemplaar van De gids. De produktie verliep voorspoedig. De proeven die Couperus ontving, bevatten zo weinig zetfouten dat revisieproeven niet nodig waren. Op 7 oktober beloofde Couperus de laatste proeven te sturen. Vóór zijn vertrek naar Italië op 15 oktober wilde hij de afgedrukte vellen

[pagina 209]
[p. 209]

van het gehele boek ontvangen om te zien of een erratalijstje nodig was.Ga naar voetnoot24 Het is niet bekend of Couperus de afgedrukte vellen heeft gecontroleerd. De roman verscheen, zonder erratalijstje, in november.

Couperus had Veen in juli 1895 voorgesteld zijn familiewapen te gebruiken voor de band van Wereldvrede: ‘U zoû misschien mijn wapen nu aardig kunnen gebruiken op den omslag, want het is geheel het symbool van den Vrede??’Ga naar voetnoot25 Als het wapen op de band zou komen, wilde hij de bandtekening van te voren zien om ‘heraldische fouten’ te voorkomen.Ga naar voetnoot26 Berlage, de ontwerper van de band, heeft het wapen niet verwerkt. Of hij op de hoogte was van Couperus' suggestie, is niet bekend.Ga naar voetnoot27 Zijn ontwerp van de band viel bij Couperus niet in de smaak: ‘[...] zeer rouwig, zwart en wit, en het ingebonden zelfs bleek van band’.Ga naar voetnoot28

 

De oplage van de eerste druk van Wereldvrede was waarschijnlijk 3500 exemplaren. In de eerste maanden na verschijnen was de verkoop redelijk succesvol, maar daarna liep het aantal verkochte exemplaren sterk terug.Ga naar voetnoot29 Tot teleurstelling van Couperus moest Veen hem herhaaldelijk berichten dat Wereldvrede niet voor een herdruk in aanmerking kwam.Ga naar voetnoot30 In plaats daarvan bracht Veen in de periode december 1896-maart 1897 een goedkope uitgave in de handel van Couperus' koningsromans, Majesteit, Wereldvrede en Hooge troeven onder de titel Werken. Het was een uitgave in losse

[pagina 210]
[p. 210]

afleveringen van ƒ0,50 per stuk.Ga naar voetnoot31 Couperus was er niet gelukkig mee: ‘U sprak indertijd van een uitgave in afdeelingen van Majesteit, Wereldvrede, en Hooge Troeven; veel sympathie heb ik voor die uitgave niet [...] — hoewel ik natuurlijk geen oogenblik uwe eerlijkheid verdenk: dit is verre van mij — een volgende druk is voor mij.... een volgende druk, en onwillekeurig kan ik er dus mijn voordeel niet in zien. Ik begrijp wel, dat het maar een handelstruc is en het eigenlijk nog maar.... de eerste druk blijft, maar toch: sympathiek is mij de manoeuvre niet.—’Ga naar voetnoot32

Op 11 oktober 1902 schreef drukkerij Thieme aan Veen: ‘Wij hebben hier nog steeds gedrukt liggen een omslag voor Wereld-Vrede. Wat moeten wij met deze omslagen doen en komt het boek zelf niet voor herdruk?’Ga naar voetnoot33 Veen antwoordde op 13 oktober: ‘Omslag Wereldvrede moet gij aan Tenthoff zenden. Boek is gedrukt (1e druk ing.).’Ga naar voetnoot34 De volgende dag stuurde Thieme 1000 omslagen Wereldvrede naar binderij Tenthoff in Amsterdam.Ga naar voetnoot35 Een maand later, in november 1902, bracht Veen de roman tegen een verlaagde prijs opnieuw in de handel. Deze nieuwe uitgave werd ten onrechte als tweede druk aangekondigd.Ga naar voetnoot36 Voor Couperus was het een teleurstellende gang van zaken. Hij schreef aan Veen: ‘Ik begrijp nu wel wat ge mij van Wereldvrede hebt gezegd, maar het is toch vervelend zoo te zien geannonceerd: tweede druk, en er geen cent voor te krijgen!’Ga naar voetnoot37 Veen antwoordde: ‘Ja,

[pagina 211]
[p. 211]

vervelend zoo'n z.g. 2e druk en daarvoor niets te krijgen, maar voor mij nog naarder: op mijn zolder een schep boeken en geen doorkomen aan.’Ga naar voetnoot38

De eerste druk van Wereldvrede werd in 1905 als deel 5 opgenomen in de serie Werken van Couperus.Ga naar voetnoot39 De roman was toen nog verkrijgbaar in de band die Berlage voor de eerste druk had gemaakt, en daarnaast nu ook te koop in de speciaal voor de gehele serie eveneens door H.P. Berlage Nzn ontworpen band, en in losse afleveringen van ƒ0,50 per stuk. Op 26 oktober 1909 schreef Veen aan Couperus: ‘Ik wilde het volgend jaar om weder wat gang in je boeken te brengen eens een goedkoope herdruk geven van [...] Wereldvrede [...] en mischien nog een paar waarvan de oplage nog niet op is.’Ga naar voetnoot40 Maar de herdruk verscheen niet in 1910. Pas op 14 mei 1912 gaf Veen aan Thieme opdracht een herdruk te maken. Deze tweede druk die ten onrechte als ‘derde druk’ is genummerd, is gezet naar een exemplaar van de eerste druk. Maar de goedkope herdruk is gezet uit een kleinere letter en met een grotere zetspiegel. Bovendien telt hij zeven regels per bladzijde meer, waardoor het totale aantal bladzijden aanzienlijk is verminderd. De derde [ = tweede] druk is zonder enige bemoeienis van Couperus tot stand gekomen. De correctie werd op de drukkerij uitgevoerd en Veen besliste, zonder de auteur te raadplegen, dat de ‘Voorrede’ moest vervallen.Ga naar voetnoot41

De herdruk werd in september 1912 afgedrukt en bij binderij Tenthoff afgeleverd. De oplage was 2000 exemplaren.Ga naar voetnoot42 Veen gaf Tenthoff opdracht 500 exemplaren in te naaien, 500 exemplaren

[pagina 212]
[p. 212]

door te sturen naar binderij Brandt, die de gebonden exemplaren verzorgde, en de rest van de oplage in te pakken en op zolder te bewaren.Ga naar voetnoot43 De derde [ = tweede] druk van Wereldvrede verscheen in oktober 1912 als deel 5 van Veens Standaardbibliotheek in de zogenaamde ‘maskerband’ van B.W. Wierink.Ga naar voetnoot44 Couperus was zeer ontevreden over de nieuwe druk. Hij verzocht Veen geen herdrukken meer te sturen ‘als ze zoo leelijk zijn als Wereldvrede!’Ga naar voetnoot45

In december 1913 liet Veen uit de voorraad nog eens 200 exemplaren van Wereldvrede door Brandt in de band van Wierink binden.Ga naar voetnoot46

Tekstkeuze

Voor deze uitgave van Wereldvrede is de eerste tijdens Couperus' leven verschenen druk als basistekst gekozen: hij vertegenwoordigt de laatste door de auteur actief geautoriseerde versie. Couperus heeft de kopij ervan geleverd en de proeven ervan zelf gecorrigeerd. Voor de tekstsamenstelling is gebruik gemaakt van het exemplaar van de eerste druk dat zich bevindt in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag.

Correcties

In de tekst van deze uitgave zijn, mede op grond van een woordvoor-woord vergelijking van de tijdschriftversie van Wereldvrede met die van de eerste druk, de hieronder volgende correcties aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de verbeterde lezing gegeven; na de ‘Duitse komma’ (/) volgt de

[pagina 213]
[p. 213]

oorspronkelijke, foutieve lezing. De laatste is voorzien van een asterisk (*) als zij ook in de tijdschriftversie voorkomt.Ga naar voetnoot47

6,3 sommige/somnige
21,5 beschouwd...:/beschouwd..:
21,7 Liparië...:/Liparië...
22,18 dilettantisme/dillettantisme*
24,9 als schuim scheen/scheen
27,33 zoovele.../zoovele..
30,3 zoû/zou*
30,8/9 ontzettende/onzettende
30,23/24 eenvoudig.../eenvoudig..
41,22 erbij.../erbij..
42,35 Hè/Hé*
45,25 onmiddellijke/onmiddelijke*
45,27 train-de-vie/train-de vie*
47,8 robe-d'intérieur/robe-d'-intérieur*
47,15 robe-d'intérieur/robe-d'-intérieur*
47,17 robe-d'intérieur/robe-d'-intérieur*
56,25 heusch.../heusch..
56,29 lachte/lachtte*
57,28 ontploffen.../ontploffen..
59,7 Vrede-bonden/Vredebonden
61,15/16 veldmaarschalken/veldmaarschaken
66,35 het door onzichtbare/door onze zichtbare
67,17 onbewust/onbewusts*
75,6 ergernis/ergenis
77,34 karyatiden/kariatyden*
84,6 ideëeler/ideeëler
88,19 straten/staten
97,11 iv/ii*
100,17 oppervlakkig/oppervlakkkig
102,13 v/iv*

[pagina 214]
[p. 214]

102,17 dingen.../dingen..
106,15 vi/v*
109,16 leggen./leggen,
110,33 haar.../haar..
111,25 vii/vi*
116,3 vizioen/vizoen
116,21 telegrammen/telegrammen:
121,1 Viii/Vii*
135,30 chèque/chéque
141,22 niet.../niet...,
142,16 genomen.../genomen..
144,7 wet:/wet.
149,3 hij/bij
149,8 nog/noch
149,32/33 meêgeven/meegeven
160,19 weêr/weer
160,28 kist.../kist..
164,20 hè/hé*
167,9 overspanning/overspannning
168,19 greep./greep
169,1 meê/mee
172,22 hunne oogen,/hunne, oogen
173,29 hunne/hune
174,25 kreet...!/kreet..,!
174,28 Congres...?/Congres..?*
174,31 allen/alleen
177,14 onmiddellijk/onmiddelijk
197,4 Januari/Jauari

Varianten

De eerste druk van Wereldvrede vertoont ten opzichte van de tijdschriftpublikatie de hieronder volgende woordvarianten. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de lezing van de boekuitgave gegeven; na het ‘ontstaan-uit-teken’ (<) volgt de vroegere tijdschriftversie.

[pagina 215]
[p. 215]

5,2 waarschijnlijkheid < waarschijnlijkheid en menschelijke berekening
16,22 hare < hunne
22,2 hare < hunne
37,7 zat < in zat
37,20 zich < hem
53,2 vechten < te vechten
65,9 weder < verder
66,27 zich < hem
68,24 te zijn < zijn
75,16 beerenhuid < ijsbeerenhuid
76,18 handen < ongeschoeide handen
88,34 heen < had heen
119,23 zeggen, zelfs < zeggen, niets, zelfs
135,31 de < haar de
137,16 te < in
138,34 uithouden in de < uithouden: de
145,24 hare hengsels < hunne grendels
149,34 afzonderlijk < afgezonderd
152,29 de < een
152,30 hunne < hare
155,7 toch even < toch nog even
163,20 geval < gevallen
164,15 geval < gevallen
167,19 ze haten je, < ze haten je, ze haten je,
169,17 aldoor < altijd door
175,17 bestaan kon < kon bestaan
177,4 En < Maar
186,10 en zelfs < zelfs
188,30 onwel < dikwijls onwel
193,35 schijnsel in < licht
194,21 hij is jong, en < hij is jong, machtig en jong, en
197,3 JanuariGa naar voetnoot48 < April
199,24 geene < er geene

[pagina 216]
[p. 216]

Afbrekingstekens

In deze uitgave van Wereldvrede moeten de volgende afbrekingstekens als een koppelteken gelezen worden:

5,2 Vrede-
19,7 en-
22,19 Vrede-
24,10 ziener-
25,33 niet-
36,31 luitenant-
41,12 Vrede-
43,16 twee-
46,23 Opera-
48,1 Rijkskanselarij-
50,21 chaise-
75,21 Wereldstad-
78,22 Congres-
81,31 anti-
88,13 keizerin-
110,18 direktie-
113,32 keizerin-
116,3 Vrede-
138,11 Mena-
138,21 snel-
178,3 half-
199,18 Vrede-

* Voor de bibliografische gegevens werd onder meer gebruik gemaakt van het Bibliografisch Repertorium Louis Couperus, een door zwo gesubsidieerd project, onder redactie van G. Borgers, E. Braches, K. Reijnders, uitgevoerd door Marijke Stapert-Eggen.

Zie voor de editieprincipes van de Volledige Werken Louis Couperus: Algemene verantwoording van de Volledige Werken Louis Couperus. Utrecht/Antwerpen, 1987. De editieprincipes zijn vastgesteld door Ernst Braches, Jan Fontijn, Karel Reijnders, Marijke Stapert-Eggen en H. T. M. van Vliet.

voetnoot1
Vgl. [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen/Amice; Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever. Ed. F. L. Bastet. 's-Gravenhage, 1977. 2 dln. Dl. 1: 1890-1902. Dl. II: 1902-1919. In: Achter het boek 12 (1973), afl. 1/3 en 13 (1974), afl. 1/3. Dl. 1, p. 80.
De roman Majesteit was in november 1893 bij Veen verschenen.
voetnoot2
Vgl. [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 82.
voetnoot3
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 82.
Wereldvrede is zowel in de tijdschriftpublika tie als in de boekuitgave door Couperus gedateerd: december 1894-juli 1895.
voetnoot4
Vgl. [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 85.
voetnoot5
Vgl. [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 89.
voetnoot6
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 92.
voetnoot7
Vgl. [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 90-91.
voetnoot8
Couperus was in 1894 tot de redactie van De gids toegetreden. Op 30 april 1895 schreef hij aan de redactiesecretaris, J.N. van Hall, dat hij besloten had zijn redacteurschap neer te leggen. Zijn naam bleef tot 1896 op de omslagen van de afleveringen van het tijdschrift vermeld. (F.L. Bastet: Louis Couperus; Een biografie. Amsterdam, 1987. p. 175-177.)
voetnoot9
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 93.
voetnoot10
Een exemplaar van dit contract is in bezit van Veen, uitgevers te Amsterdam en een bevindt zich in de Couperus-collectie van het Letterkundig Museum te Den Haag. Couperus ontving het honorarium van ƒ2000,- reeds in september 1895, enkele maanden vóór het verschijnen van de eerste druk. (Vgl. [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 96-97.)
voetnoot11
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 95.
voetnoot12
Vgl. Karel Reijnders: Couperus bij Van Deyssel; Een chronische konfrontatie in beschouwingen, brieven en notities. Amsterdam, 1968. p. 230-251.
voetnoot13
De brief bevindt zich in het Letterkundig Museum en is gepubliceerd in Maatstaf 11 (1963/64). p. 163-166; het citaat op p. 164-165.
voetnoot14
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 111.
voetnoot15
Vgl. Frans Netscher: ‘Het boek van de maand; “Wereldvrede” door Louis Couperus’. In: De Hollandsche revue 1 (1896). p. 51-60.
voetnoot16
Frans Netscher: Louis Couperus en Wereldvrede. Overdruk uit ‘De Hollandsche Revue’). Amsterdam, L.J. Veen. Met vier portretten van Couperus.
De oplage van deze overdruk was waarschijnlijk 5000 exemplaren. In het archief-Veen (Letterkundig Museum) bevindt zich een brief van drukkerij Roeloffzen en Hübner te Amsterdam, gedateerd 13 februari 1896, over de onjuiste facturering van ‘5000 ex. wereldvrede’.
voetnoot17
André de Ridder: Bij Louis Couperus. Amsterdam, 1917. p. 23, 42.
voetnoot18
Louis Couperus: ‘Aanteekeningen van de redactie (en soms van anderen); Aan Herman Robbers’. In: Groot Nederland 17 (1919). Dl. 1. p. 700-702; het citaat op p. 701.

voetnoot19
Vgl. E. Braches: Het boek als Nieuwe Kunst 1892-1903; Een studie in Art Nouveau. Utrecht, 1973. p. 141, 199, 201, 249, 255, 257, 320n, 322.
voetnoot20
Vgl. [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 94.
voetnoot21
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 99.
voetnoot22
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 94.
voetnoot23
Vgl. [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 96.
voetnoot24
Vgl. [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 98.
voetnoot25
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 95.
In het wapen komt een duif met een olijftak voor. (Vgl. [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 69.)
voetnoot26
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 98.
voetnoot27
In het archief-Veen bevinden zich geen brieven van of aan Berlage betreffende de band van Wereldvrede.
voetnoot28
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 106.
voetnoot29
De voorraadcijfers over de jaren 1895-1898 zijn respectievelijk: 2741, 2540, 2330 en 2240. In die jaren bedroeg de winst uit de verkoop: ƒ2842,27, ƒ511,64, ƒ463,34 en ƒ239,76. (Voorraadlijst en Winst- en verliesrekening van L.J. Veen over de jaren 1887-1898, in particulier bezit.) Zie ook noot 38.
voetnoot30
Vgl. [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 113, 115, 118, 120, 139, 149.
voetnoot31
Voor de goedkope uitgave gebruikte Veen de voorradige losse vellen van de eerste druk. De afleveringen 6-13 van de serie bevatten de roman Wereldvrede: 3 vel per aflevering. Ze verschenen in februari 1897. (Vgl. Nieuwsblad voor den boekhandel 64 (1897). p. 47, 75; Brinkman's alphabetische lijst van boeken [...] 52 (1897). p. 44.)
voetnoot32
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 120.
voetnoot33
Brief in het archief-Veen.
voetnoot34
Brief in het archief-Veen.
voetnoot35
Brief van Thieme aan Veen, gedateerd 14 oktober 1902, in het archief-Veen.
voetnoot36
Vgl. Nieuwsblad voor den boekhandel 69 (1902). p. 569; Brinkman's alphabetische lijst van boeken [...] 57 (1902). p. 45. In aankondigingen en advertenties van Veen wordt de goedkope uitgave van de eerste druk ook wel aangeduid als ‘Tweede uitgave’. Vgl. b.v. Het jaar 1904. Amsterdam, L.J. Veen, [1903]. p. [8].
voetnoot37
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie. Ed. H.T.M. van Vliet. Utrecht/Antwerpen, [1987]. p. 77.
voetnoot38
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 80.
Volgens een inventarislijst van de brandveraekering in het archief-Veen was de voorraad van Wereldvrede in de jaren 1901-1906 respectievelijk: 1961, 1860, 1560, 1253, 1103 en 945.
voetnoot39
In de prospectus van deze serie staat bij Wereldvrede de vermelding: ‘Tweede uitgave’. (Een exemplaar van de prospectus bevindt zich in het archief-Veen.)
voetnoot40
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 116.
voetnoot41
Brief van Veen aan Thieme, gedateerd 6 augustus 1912, in het archief-Veen.
voetnoot42
Brief van Veen aan Thieme, gedateerd 14 mei 1912, in het archief-Veen.
voetnoot43
Brieven van Veen aan Tenthoff en Brandt, gedateerd 22, 28 en 29 augustus 1912, in het archief-Veen.
voetnoot44
Vgl. Nieuwsblad voor den boekhandel 79 (1912), nr. 82 (25 oktober). p. 1394; Brinkman's alphabetische lijst van boeken [...] 67 (1912). p. 64; Het jaar 1914. Amsterdam, L.J. Veen. [1913]. p. 45; Kort overzicht van de geschiedenis van L.J. Veen's Uitgeversmaatschappij N.V. Amsterdam [...]. Amsterdam, [1947]. p. 64.
voetnoot45
Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 139.
voetnoot46
Brief van Veen aan Brandt, gedateerd 8 december 1913, in het archief-Veen.

voetnoot47
In de eerste druk ontbreekt een paragraafnummer aan het begin van de ‘Epiloog’; op die plaats is in deze uitgave een romeinse 1 toegevoegd (vgl. p. 185).

voetnoot48
Zie de lijst van correcties, p. 214.

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken