Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De zwaluwen neêr gestreken... (1993)

Informatie terzijde

Titelpagina van De zwaluwen neêr gestreken...
Afbeelding van De zwaluwen neêr gestreken...Toon afbeelding van titelpagina van De zwaluwen neêr gestreken...

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.69 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

Jan Robert

H.T.M. van Vliet



Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De zwaluwen neêr gestreken...

(1993)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 59]
[p. 59]

Melancholieën

Dit is de laatste maand, dit zijn de laatste dagen...

Over den hemel van Nice is al het lachende blauw weg gevaagd, en gedurende bijna een maand reeds is de lucht een effen, regenzwangere, àltijd regenzwangere grauwte, een lage triestige lucht, waaruit de natte misten neêr sijpelen naar omlaag of de onnatuurlijk lauw zwoele stortbuien gegoten worden uit de gebarsten sluizen omhoog.

De hemel heeft zelfs niet de romantische noordsche, barbaarsche schoonheid der noordelijke regenluchten, die wolklanden schijnen: sombere Walhalla's, waar wij, omlaag, hooren den rit der Walküren dreunen met den zwaren hoefslag van gevleugelde hemelrossen naar wolk op wolk; de hemel is niet violet grauw met immense, vlottende wolkgevaarten, die titanische bergopstapelingen schijnen aan de Hollandsche regenluchten: de hemel van dit land, deze regenmaand, is niets dan een effen, lage, triestige, tintlooze, schoonheidlooze grijsheid, waaruit het sijpelt en waaruit het stort, des morgens, des middags, des nachts...

Waar zijn de feeërieke zonsondergangen: de sprookjes der gouden eilanden, die dreven in rozige etherzeeën??

Zij zijn verzwijmd in de éentonige, lage, water zevende grijsheid...

En tintloos, en schoonheidloos als de lucht, is de zee.

De zee stormt aan, maar zonder schoonheid. Onze prachtige, blauwe zee, òf kalm als een lazuren meer òf opsteigerend met stoeten van poseidonische rossen, is een modderkleurige, stormende watermassa, waaruit stijgen benauwende modderstanken.

[pagina 60]
[p. 60]

De gezwollen, overstroomde rivieren, de Rhône, de Var, de Paillon, hebben slijk en slib mede gesleept en gestort in onze anders heerlijke zee, en de modderzee, onder den lagen effen hemel van natte grijsheid schijnt een helsch meer uit den Inferno: dat helsche Styx-meer van vuilzwarte modder, waarin de zielen gedompeld liggen, die zich tijdens haar aardsche leven overgaven aan de acedia of accidia: het spleen, de melancholie der Middeneeuwen, en klagen:

 
Droef togen
 
We in zoete lucht, door blijde zon beschenen:
 
Inwendig steeds door tragen walm omvlogen:
 
Thands moeten we in den zwarten modder weenen...

Zoo schijnt mij onze anders heerlijke, klassiek schoone zee een modderige poel vol traag verdriet en stinkend slijk, en waar mij anders tusschen de sierlijk omkrullende golven, de sirenen en Nereïden schijnen toe te lachen, zoekt mijn oog nu, in de grauwe nacht, de Danteske, klagelijk zich wringende zielen der in de Hel zwaar gestrafte Melancholieken.

 

* * *

 

Want Dante, in zijn Inferno, doet de Melancholie straffen en dompelt de treurigen in de onderwereldsche modderpoel - en de goden, op de bovenwereld, straffen de Melancholieken door hun te ontnemen de blijheid om de schoonheid des levens...

Maar...het is een cirkelgang. Want als het leven en de bovenwereld niet schoon zijn, kan mijn ziel ook geen blijheid gevoelen, en als zij geene blijheid gevoelt, is zij melancholiek, en omvliegt mij de trage walm en ween ik in den zwarten modder mijner droefgeestigheid...

 

* * *

 

Ik ben uit gegaan, omdat ik iederen dag uit ga. Ik ben gegaan door de plassen der straten tusschen de druipende, droefgeestige, zich

[pagina 61]
[p. 61]

haastende menschen. De modder stroomt in beken langs de trottoirs, de regen stroomt in kralenreeksen van de punten der regenschermen. Ik lees in de vocht wasemende, van menschenasem en natte kleederen doorwalmde dépêche-zalen der dagbladen de laatste telegrammen: zij melden, dat er cholera is in Italië en pest in Mandschoerije; dat een beminde vorstin zwaar ziek is, en dat er een moord is gepleegd in Marseille; zij melden van werkstakingen en overstroomingen en mijnrampen, zij melden treurigheid, en zij vreezen voor nóg meer treurigheid, voor allerlei ellende, ramp, ongeval...En ik haast mij weg, en nu gegaan langs de druipnatte Promenade, langs de modderzee der Melancholie, haast ik mij naar huis...

 

* * *

 

Buiten kletst de regen neêr in een razernij als of de regengeesten daar boven alle hunne urnen in verwoedheid hebben geslingerd tegen elkander: het is een waterval, een Niagara van omhoog.

In mijn haard spelen de vlammen van het houtvuur, traag zich rekkend, als kleine dansende feeën des vuurs, en de omkapte lampen schemeren.

Want ik wil niet werken, ik wil niet meer licht dan deze schemering; ik wil zitten bij mijne kleine, dansende feeën en ik wil mij verdiepen in mijne melancholie...

Ik kan niet anders zijn dan melancholiek. Het leven, de wereld zijn zonder schoonheid, zijn zonder blijheid. Te denken, dat die er zijn, is een droom en illuzie. Er is niets dan leelijkheid, verdriet, ellende en ziekte...

Dit zijn de laatste dagen...

Ik voel mij mat en moê en lusteloos...Ik word zeker ziek...o, zeker word ik ziek...En ik heb deze laatste dagen niet gewerkt en voel een leêgte, een ontevredenheid over mijn werkelooze leven, waarin zich voort sleept van regendag op regendag mijn matte lichaam, dat ziek gaat worden...

Het is spoedig Kerstmis en dan Oude-Jaar, want het zijn de laatste dagen...

[pagina 62]
[p. 62]

Er was wel eens poëzie in Kerstmis - als het sneeuwde en vroor in Holland en een glinsterende, tintelende Kerstboom verblijdde mijn kinderoogen...Wat is dàt làng geleden! Er was wel eens poëzie in Oude-Jaar, aan een lange tafel, met champagne, en glazen, die klonken tusschen heilwenschende familie-leden en vrienden...!

Wat is dat làng geleden...!

Wie zijn die schimmen, die verrijzen, daar in den schemerschijn der omkapte lampen, die tusschen de schaduwen der meubelen uit treden, half belicht door de afglansingen der kleine, dansende vurefeeën over mijn houtvuur...

Het zijn de schimmen der Dooden...Het zijn de schimmen van mijn grijzen Vader, van mijn aanbeden Moeder; het zijn de schimmen van zuster, broêr en vriend...En tusschen hunne schimmen zijn het de bleeke geesten van de Herdenkingen...

Wat vòl is de kamer met geesten en schimmen...

Mijn stille, starende oogen zijn vol tranen en ik voel mij oud en moê en bang.

Ik voel mij bang...

Want nu is het nog zoo lief om mij: er is nog zoo veel liefde rondom mij, zoo veel zachtheid, teederheid, zoo veel innig gevoel...

Maar eenmaal...

Zal ik heelemaal alleen zijn...

Daarvoor...daarvoor ben ik bang...

Eenmaal zal ik waarlijk zijn oud en moê en ziek. En alleen...

Om mij zal iedereen zijn gestorven, die mij nu lief heeft, die nu leeft voor mij en voor wie ik leef...

En ik zal zijn een oude, zieke, verlaten, eenzame man, omringd met enkele boeken, altijd de zelfde, en ik zal huiverig zitten bij een vuur als dit, en mijne kamer zal dan, o, overvol zijn van schimmen en geesten en schaduwen en spoken, op een laatste nacht als deze...

Het zal zijn, ergens in Italië...

Het zal zijn, ergens, in het land, dat ik lief heb als geen land.

[pagina 63]
[p. 63]

Maar het zal, trots die liefde, om mij zijn de eenzaamheid, de verlatenheid, en de doellooze ouderdom.

Ik zal niet meer werken, niet meer scheppen; mijn hand zal loom zijn, mijn oog dof, mijn geest dor, en mijn ziel zal zijn een kwijnende wintertuin.

En lange, lange jaren zal ik zoo nog, in mijn Melancholie en Herdenken, voort kwijnen, terwijl al trager en trager de vuurfeeën voor mij zich zullen dansende rekken over de verkolende blokken...

Dàt is het laatste waarvoor ik bang ben...

Die laatste dagen zullen komen...

Nu...nu is het de vrees nog maar...Nu...nu is het nog lief en teeder en innig rondom mij. Nu...nu is zij binnen gekomen en zij zegt:

- Het zijn de laatste dagen...We zullen Kerstmis niet vieren, en Oude-Jaarsavond zijn we misschien in den nachttrein...naar Rome! Je moet niet treùrig zijn: we gaan immers naar Rome!! En dàar zal je wel dadelijk vergeten, dat Kerstmis dit jaar niet gezellig was, en dat we Oude-Jaars-avond misschien alleen zullen gevierd hebben, met ons beidjes, en een glas Asti-Spumante, in den restauratie-wagen van den nachttrein...

Zoo zal het wellicht zijn, dit jaar. Geen Kerstmis gevierd, omdat de meubels worden weg gebracht, omdat de koffers worden gepakt. Oude-Jaar in den trein naar Rome!

Rome! Rome!!

En toch...

Trots het perspektief van de beminde Stad daar ginds, dompelt mijn ziel in de Melancholie en blijft zij weenen in den zwarten modder...

Is het om mijn geheime vrees, mijn angst, die ik niet zeg?

Is het omdat ik niet heb gewerkt, omdat ik mij ziek voel, traag, en moê en mat...

Is het...omdat het regent..., omdat het éen maand regent dag aan dag, nacht aan nacht, en omdat ik zonder de Zon, die mijn God is, niet leven kan?

[pagina 64]
[p. 64]

Ik weet het niet, ik weet niet...

...Dit zijn de laatste dagen...

...En als ge dit leest, zal de laatste dag zijn gedaan...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken