Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De gemeente-onderwijzer (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van De gemeente-onderwijzer
Afbeelding van De gemeente-onderwijzerToon afbeelding van titelpagina van De gemeente-onderwijzer

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.71 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De gemeente-onderwijzer

(1911)–Johanna Desideria Courtmans-Berchmans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XVII.

Het getik der truweel en het geklop van den hamer, dat men in het ledigstaande huis van den notaris Blommaert hoorde, hielden de voorbijgangers stil, en weldra kwamen ook de geburen uit; want men begon ook den gevel af te krabben, en men droeg het water uit den kelder.

‘Zou het huis van den notaris verpacht zijn; riep de bazin uit den Gouden Leeuw op Tonia Proost, die voorbij

[pagina 104]
[p. 104]

hare wooning slenterde.

‘Anders zou men er zoo druk niet in arbeiden,’ antwoordde Tonia, ‘maar aan wien is het verpacht? Gewis aan eenen vreemdeling; want niemand in deze gemeente kan zulke groote huur betalen. Maar gij vraagt zeker naar den bekenden weg, bazinne, beter dan gij kan toch niemand weten of het huis verpacht is of niet: gij woont er juist regtover.’

‘Ik weet er waarlijk niets van;’ verzekerde de bazinne, ‘want om het huis te bezigtigen is er niemand geweest. Ik zou het eezien hebben.

Nu kwam de molenaarsdochter bij.

‘Het zal u varen, bazinne,’ zegde deze. ‘Gij hebt nu zoo veel jaren op de blootgeregende muren gezien, en nu krijgt gij den schoonsten uitkijk der gemeente. De muren worden op nieuw bezet, en, volgens dat Heintje de schilder mij daar zegt, worden zij daarenboven met witte olieverw, waar men eenig groen heeft in gewreven, geschilderd. Maar wie zal het huis komen bewoonen? Ik heb het reeds aan Jan en alleman gevraagd, maar niemand weet er het fijn van.’

‘Daar komt Mietje van den baardscheerder, en die vrijt met den knecht van den notaris; roept haar eens, die zal het weten,’ zeî Tonia.

‘Mietje,’ riep de bazinne.

‘Bazinne, wat is de roep?’ vroeg Mietje.

‘Is er geen nieuws in het scheerhuis?’

‘Wel, het grootste nieuws van de parochie; zie van door uw venster, ‘antwoordde het meisje.’ Is het dan geen nieuws dat de notaris zijn huis zoo schoon maakt?’

‘Maar wie komt er woonen?’

Mietje haalde de schouders op. ‘Ik weet het niet,’ zegde zij.

[pagina 105]
[p. 105]

‘En de knecht van den notaris heeft het u zeker niet gezegd? Maak dat de gekken wijs.’

‘Hij weet het zelf niet. Maar hij denkt dat juffer Irma gaat trouwen,’ voegde zij er veel stiller bij.

‘En met wien? vroegen de bazinne en de molenaarsdochter en de horlogiemakerszuster te gelijk.’

‘Met den notaris Haveland.’

‘Mis,’ vezelde Tonia Proost. ‘Mijnheer Haveland heeft het schoonste huis dat men wenschen kan op Ste-Kruis, en de man moet toch blijven woonen waar hij zijne fortuin maakt. Er zit iets anders achter, en wrat er schuilt zal ik vandaag nog weten, zoo waar ik Tonia Proost heet.’

Den volgenden dag wist Tonia zoo veel als den dag te voren, en zoo werd het zondag.

Na vespers, zaten de gewoone gasten in den Gouden Leeuw, en bij allen liep het gesprek op het in opbouw zijnde huis van den notaris. Evenals de vrouwen, vroegen de mannen elkanderen af wie de schoone wooning zou betrekken; maar niemand wist de vraag te beantwoorden. Eindelijk kwam meester Savé binnen.

Na de helft van zijn glas genever geledigd te hebben, nam de vermaarde kostschoolhouder de gazet van achter het venstergordijntje: vaagde de glazen van zijn bril af, nam twee snuiven achtereen, kuchte een paar malen, trok dan zijn onedel gelaat in eene deftige plooi, en begon het politiek nieuws te lezen, vervolgens het stadsnieuws, en zoo kwam hij eindelijk aan het artikel: besluiten en benoemingen.

Plotseling werd zijn gebochelde neus zoo purper als de wijndruiven in september; de gazet ontviel zijne ontvleeschde hand, en hij sloeg in zijne wanhoop zoo geweldig zijne twee vuisten tegen zijn hoofd, dat er zijn bolivardhoed van blutste.

[pagina 106]
[p. 106]

‘Waagt gij dan uw leven voor uw vaderland,’ riep Savé uit. ‘Ligt gij dan twintig dagen en twintig nachten op het Hondseinde op bivak, om de Hollanders uit het land te houden, gelijk ik in het jaar dertig gedaan heb; en wordt dan later aldus door uw gouvernement beloond. Maar het zal er niet bij blijven,’ ging hij met meer en meer klem voort, terwijl hij zoo geweldig op zijne dorre borst klopte dat de omstanders het hoorden rammelen, ‘naar den Gouverneur, naar den Minister, naar den Koning zal ik gaan; men zal mij regt doen, al kostte het mijne laatste duit.’

De herberggasten stonden met gapenden mond en opengespalkte ooren op het woorden-bombardement van den privaat-onderwijzer te luisteren: Eindelijk waagde de baas uit den Gouden Leeuw te vragen: ‘Maar, meester, wat is er gebeurd, wat staat er in de gazet?’

‘Wat er gebeurd is?’ donderde Savé, ‘wat er in de gazet staat?’ en hij stak het nieuwsblad voor het gezigt van eenen broodbakker die goed geletterd was.

‘Lees,’ zeide hij:

De bakker las:

‘Bij koninglijk besluit van den....... wordt de heer Edward Van Dale, gemeente-onderwijzer te W., tot schoolopziener van het.... schoolgebied benoemd.’

‘En zoo wordt ik miskend,’ schreeuwde Savé pijnlijk, terwijl hij eerst zijnen bolivardhoed en dan de pruik, die hij sinds kort droeg, op de tafel wierp. Al zijn bloed was naar den kop gestegen; zijn hoofd gloeide zoodanig dat zijn blinkende schedel rood zag.

‘Ik die sedert zoo veel jaren het vertrouwen der ouders en de liefde der kinderen bezit,’ jammerde hij.

De herberggasten fluisterden elkander toe:

[pagina 107]
[p. 107]

‘Maar indien het meesterke zulke hooge bediening gekregen heeft, dan krijgt hij gewis later een zeer langen arm voor zaken die het gouvernement aangaan. Wij zouden het manneken nog kunnen noodig hebben; het voorzigtigste is dat wij die benoeming toejuichen, en hem bij de eerste gelegenheid geluk wenschen.’

‘Wat een pennetrek van eenen minister vermag, he?’ bemerkte de geletterde broodbakker. ‘Reeds schijnt het meesterke ons een ander mensch.’

Na den geweldigen uitval, dien de privaat onderwijzer tegen het gouvernement had gedaan, viel hy plots stil; zijn hoofd zonk op zijnen boezem, en hij nokte, gelijkt iemand die in smartelijk geween dreigt te stikken; maar zijne oogen bleven droog. Ylings sprong hij regt, en riep:

‘Ha! nu weet ik wie het schoone huis van den notaris zal bewoonen. Dat zal het meesterke zijn. Hij zal hier den heer spelen. Aij mij! ik zal er van sterven.’

De oude schoolmeester scheen inderdaad der dood zoo nabij, dat twee zijner vrienden hem, voorzigtigheidshalve, naar huis leidden.

De benoeming van het meesterke tot Opziener van het lager onderwijs bragt geheel de gemeente in opschudding, en de burgers verklaarden ronduit dat die aanstelling eene eer voor geheel de parochie was.

Dat meester Van Dale, zooals meester Savé had verondersteld, het schoon opgebouwd huis van den notaris zou betrekken, geloofde niemand. Tonia Proost, de molenaarsdochter en de bazin uit den Gouden Leeuw vonden echter geraadzaam af te spieden wie er uit en in de wooning ging, die men thans opsmukte gelijk eene bruid; want in de zaal langs de straat hing men wit papier, dat blonk gelijk satijn met gouden bloe-

[pagina 108]
[p. 108]

men en vergulde pancelen. In het kabinet was het papier niet grijzen grond, waarop de bruine bloemen van fluweel uitschenen. De kamers langs achter werden met groen behangen. De bespieding der kommeren bracht niets nieuws aan; wel ging de nieuwe Inspecteur elken dag bij den notaris; maar bij het Gentsche athenæum was het reeds vacancie: Hector Blommaert en Prudens Kleit waren te huis, en in den vacantietijd gaf de voormalige onderwyzer elken dag aan de studenten les.

Wanneer het huis geheel behangen, geschilderd en gekuischt was, kwam er, op zekeren namiddag, een wagen met meubelen in het dorp gereden. Overal waar hij voorbij rolde, stak men het hoofd buiten, tot dat hij eindelijk vóor het wonderschoone ledig staande huis van den notaris stilhield.

‘Loop eens gauw naar den horlogiemaker zeggen dat de verhuiswagen daar is,’ zei de bazin uit den gouden Leeuw tot haar zoontje; want Tonia Proost woonde in eene zijstraat. En zoo riep de eene de andere, zoo dat in min dan tien minuten al de kommeren van W. op de meubelen stonden te kijken, die men van den wagen loste.

Het was ook het zien waard.

Tafels, kassen en kommoden; alles in mahoniehout, en stoelen met kussens; gelijk op het kasteel.

‘Gewis komen er edellieden woonen, zei Tonia Proost, wanneer men begon af te laden. ‘Maar het is toch wonder, bij den wagen is, buiten den voerman, geene levende ziel te zien. De klerken en de knecht helpen aflossen, en het is mevrouw Blommaert en juffer Irma die de plaats voor elk meubelstuk aanwijzen. Het is toch mogelijk dat de juffer met den notaris Haveland gaat trouwen.’

De nieuwsgierigen gingen teleurgesteld uiteen; zij konden niet beter meer doen dan wachten, tot dat het raadsel zich

[pagina 109]
[p. 109]

van zelfs oploste.

De volgende dagen werd het huis van onder tot boven met prachtige gordijnen behangen, en verder ontsloot men de vensterluiken langs de straat niet meer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken