Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wandelingen door Nederland met pen en potlood. Deel 1 (1875)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wandelingen door Nederland met pen en potlood. Deel 1
Afbeelding van Wandelingen door Nederland met pen en potlood. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Wandelingen door Nederland met pen en potlood. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.25 MB)

ebook (5.84 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/aardrijkskunde-topografie
non-fictie/koloniën-reizen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wandelingen door Nederland met pen en potlood. Deel 1

(1875)–Jacobus Craandijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 376]
[p. 376]

Verbeteringen en bijvoegsels.

Aan het slot mijner Inleiding tot deze Wandelingen verzocht ik teregtwijzingen en inlichtingen van hen, die in mijn werk belangstellen om de wille van ons goede vaderland, dat ik daarin tracht te schetsen. Van verschillende kanten mogt ik die belangstelling ondervinden, en gaarne geef ik hier het een en ander tot verbetering en aanvulling van de reeds verschenen Wandelingen, terwijl ik tevens de gelegenheid gebruik tot aanwijzing van enkele onjuistheden, die ik zelf na het afdrukken heb opgemerkt.

 

blz. 10. Beijerlust, weleer een jagthuis van Jacob van Beijeren.

 

Beter ben ik ingelicht door de noot onder een ingezonden stuk in het Bijvoegsel der Alkmaarsche Courant van Zondag 9 Nov. 1874. In de wandeling naar Bergen blz. 234, heb ik mijne opgave verbeterd.

 

blz. 26 en 27. Portefeuilles en portretten op Marquette. Archief en portretten van Assumburg.

 

De Heer J. Rendorp van Marquette te 's Hage verpligtte mij door de mededeeling, dat genoemde papieren afkomstig zijn van den bekenden Amsterdamschen burgemeester, maar deels copieën bevatten van stukken, op het Amsterdamsch archief berustend, deels gedrukte stukken en couranten.

Het archief van Assumburg is nagezien, maar of het al of niet belangrijk is, is mij niet berigt.

Omtrent de familieportretten zond de Heer Rendorp mij eene opgave van de personen, die er op zijn voorgesteld. De lijst, die voor genealogie van belang is, behoort hier natuurlijk niet te huis. De schilders zijn meestal on-

[pagina 377]
[p. 377]

bekend, maar de namen van eenigen, die mij genoemd zijn, laat ik hier volgen als eene kleine bijdrage tot onze kunstgeschiedenis.

Daar is een portret (gemerkt no 1) door Jacob Corneliszoon van Oostzanen, een' meester uit de 16e eeuw.

C.Keetel, geb. 1548, gest. na 1590, leverde zes portretten (gemerkt b, c, k, m, l, n.). Van dezen kunstenaar wordt verhaald, dat hij een aantal portretten geschilderd heeft zonder penseelen, met duim en vinger en met de voeten. Of de stukken op Marquette ook tot deze aardigheden en merkwaardigheden behooren, is mij onbekend.

Een zeer belangrijk stuk kan het vrouwenportret ƒ. zijn. Immers het is geschilderd door Jurriaan Ovens (geb. 1600 gest. 1678) en door Jonge Jan Livens. Van dezen laatsten zegt Kramm (Gesch. der beeldende kunsten in de Nederlanden Dl. IV blz. 999), dat hij hem alleen bekend is door de gravure naar een zijner schilderijen. De stukken van dezen meester schijnen dus zeer zeldzaam te zijn.

Een portret g. van. Nicolaas Klopper (geb. 16... gest. 1681) is mij opgegeven als geschilderd door J. Bol. Maar volgens Immerzeel heeft J. Bol geleefd van 1534 tot 1593. Kan het stuk dan ook zijn van F. Bol (geb. 1611 gest. 1681)? Het mansportret no 9 is geschilderd door .... van der Mijn (welken? er waren vele portretschilders in die familie) en den ridder Kare1 de Moor.

Verder is er een portret (no 10) van Tischbein (1750-1812) en enkele anderen, omtrent wie ik nog niet genoeg zekerheid heb: als een (no 19) door C. Mutscher (mij onbekend, geschilderd in 167?)

Lett. e. door C. Backer; maar Catharina Backer stierf in 1766, en dus te laat voor dit portret, dat voorstelt Johan le Gouche (geb. 1588, gest. 1669). 't Kan dus zijn van Jacob of Adriaan Backer. Een vrouwenportret h is geschilderd door Boonen (Arnold of Jasper?)

Onze kunstkenners vinden dus ligt op Marquette nog wel een en ander, dat hun aandacht verdient.

Op Assumburg vinden zij een portret door Michiel de Musscher en een voortreffelijk stuk van Abraham van den Tempel, ook een helaas! zeer geschonden stuk van C. Netscher en een dergelijk van G.Terburgh.

Enkele schoone familieportretten door C. Netscher en den ridder van der Werff, tot beide collectiën behoorende, berusten te's Hage, ten huize van den Heer Rendorp.

 

blz. 40. De bezitters van de Poll waren daarvan verschreven in de ridderschap van de Veluwe.

 

Na het afdrukken viel mij in, dat dit onjuist was uitgedrukt. In Gel-

[pagina 378]
[p. 378]

derland toch was het bezit eener adellijke hofstad geen vereischte, om lid der ridderschap te zijn. Daar was genoegzaam landbezit voldoende.

 

blz. 37, 40, 49, 52.

 

Een vergissing was het, die van de iepen in de laan van de Beele eiken maakte. Een schrijffout maakte eiken van de beuken in de laan van de Poll. Een drukfout is op blz. 52 verpacht voor verpand. Een geheugenfout bragt het klooster ter Hunnepe (blz. 49) uit de buurt van Deventer naar die van Kampen.

Amende honorable heb ik te doen omtrent de spits van den toren te Voorst op de plaat. Ik had in der tijd dien toren geschetst, maar door eene mij onbegrijpelijke vergissing de hooge, scherpe spits veel te laag aangegeven. De schuld mag dus niet aan onzen ‘special artist’ geweten worden.

Hier zij nog opgemerkt, dat de steenen uitstekken in de kerk niet als voetstukken voor heiligenbeelden hebben gediend, 't Was een dwaling, die door meerderen gedeeld wordt. Zij staan daarvoor te hoog; oorspronkelijk werden zij aangebragt om een steenen gewelf te dragen, dat achterwege gebleven is.

 

Omtrent Woerden deelde Ds. C.M. Kesper, Ev. Luth, predikant, mij nog mede, dat op het Gemeenelandshuis aldaar, behalve een groot aantal familiewapens, eene niet onaanzienlijke verzameling antieke drinkbekers met opschriften berust. In dit huis, waar de Hoogheemraden van het Waterschap vergaderen, overnachtten zij vroeger ook wel. De inrigting daartoe is nog voorhanden, en dan leden zij er geen gebrek, blijkens rekeningen van wijnkooper, banketbakker enz.

Tegenover de kazerne wijst men nog een poortje, dat gezegd wordt, gemeenschap te hebben gehad met den tuin van Johannes Pistorius vader, en waaruit hij zou zijn weggeleid, toen hij 's nachts werd opgeligt, om naar den Haag gebragt te worden.

 

blz. 85. Hertog Erik van Brunswijk was der Hervorming toegedaan.

 

Hieromtrent heb ik mij naar aanleiding van het door hem geschonken kerkglas te Gouda verklaard (blz. 270.).

 

blz. 91. Het huis te Linschoten kwam door het huwelijk eener erfdochter aan den baron A.H. van Arnim.

 

Deze erfdochter was Elisabeth Strick van Linschoten, geb. 11 Maart 1800, gest. 6 Oct. 1846, te Parijs. Toen zij na lang en smartelijk lijden bezweken was, spraken de predikanten Boucher en Valette een woord

[pagina 379]
[p. 379]

tot hare nagedachtenis, waarin menig trek van haar edel karakter treffend uitkomt. De familie hier te lande bewaart, nevens haar gesteendrukt portret, deze beide toespraken en eene korte levensbeschrijving, welke laatste is overgenomen in de Utrechtsche Provinciale en Stadscourant van 23 Nov. 1846. Dat haar nagedachtenis te Linschoten nog in zegening is, bleek mij bij mijn bezoek aldaar.

 

De Burggraven von Montfoort.

 

Eene uitvoerige genealogie is mij later ter hand gekomen in de Notices sur les quatre anciennes Vicomté's de Hollande par l'abbé C. Stroobant, Anvers 1850-1855.

 

blz. 109. 't Stadhuis te IJselstein.

 

In den Ouden Tijd van 1872 vindt men op blz. 301 twee afbeeldingen, voorstellende de kaak te Woerden en die te IJselstein. Mij is niet gebleken, dat aan het stadhuis te IJselstein eene kaak gevonden wordt. In den tekst wordt dan ook gesproken van de kaak te Culemborg, en in dien zin schijnt het onderschrift van de plaat dus veranderd te moeten worden.

 

blz. 123.

 

De maaijers in de hooilanden heb ik ‘mieden’ genoemd. De Heer Joh. Winkler te Leeuwarden maakte mij opmerkzaam, dat ik ‘mieren’ had moeten schrijven. Dit is zeker juister. Mij had de uitspraak misleid.

 

blz. 127. De Burdo, bij Tacitus vermeld.

 

is in zóóver de Boorne, als de mond van die rivier zich verbreedde tot een' grooten waterplas, het Boerdiep, of de Middelzee: Zie v.d. Bergh, in Nijhoff's Bijdragen Dl. 7, blz. 194 e.v.

Daar wordt ook gesproken van het dekenschap Burdego. Volgens mededeeling van den Heer W. Eekhoff te Leeuwarden is Burdego de oude naam van de grietenij Utingeradeel (verbasterd uit Weteringdeel.)

Hendrik van Burdo, drost van Coevorden, vind ik in 1232 bij Westendorp vermeld, (Jaarboek, stuk I blz. 289).

 

blz. 130.

 

Het Persisch museum is niet te Pau maar te Cannes.

 

blz. 133. Het klokkenluijen.

 

Volgens ontvangen mededeeling was het, voor weinig jaren althans, nog in zwang in den omtrek van Wolvega, en behoorde het in de woudstreken, niet op de klei, te huis. Mijn berigtgever had het alleen op St. Thomas avond (21 Dec.) gehoord. Als voorbereiding voor het Kerstfeest hoorde ik zelf het

[pagina 380]
[p. 380]

van 1859 tot 1861 te Borne in Twenthe, en als zoodanig is het wel geen uitsluitend Friesch gebruik.

 

blz. 305.

 

De beker van Jacoba van Beijeren is mede gevonden door Dr. C.A. Tebbenkoff, leeraar aan de Hoogere Burgerschool, die nevens Ds. Scheltema met de zorg voor het archief te Gouda is belast.

 

Voor opmerkingen en aanwijzingen, ook omtrent plaatsen, die een bezoek verdienen, gelijk ik ze van sommigen ontving, houd ik mij bij voortduring zeer aanbevolen.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Wandelingen door Nederland met pen en potlood (7 delen)