Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Romantische werken. Deel 2: Arme Samuel en Een winternacht (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van Romantische werken. Deel 2: Arme Samuel en Een winternacht
Afbeelding van Romantische werken. Deel 2: Arme Samuel en Een winternachtToon afbeelding van titelpagina van Romantische werken. Deel 2: Arme Samuel en Een winternacht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.23 MB)

Scans (5.98 MB)

ebook (3.61 MB)

XML (0.79 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Romantische werken. Deel 2: Arme Samuel en Een winternacht

(1877)–J.J. Cremer–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 245]
[p. 245]

VII.

Bij het schrijven dezer herinneringen komen de ontmoetingen op dien dag mij even natuurlijk voor, als dat ik heden mijn lievelingen des morgens aan de ontbijttafel wedervind. In den nacht toen ik op het kamertje met het vallicht logeerde, was dit anders, en de dagelijksche uitdrukking toevallig kon ik niet van mij verwijderen.

Toevallig, ja zeer toevallig dat Jonas Kranse de gast moest zijn van den hoofdambtenaar dien hij des morgens onwillekeurig beleedigde; uiterst toevallig dat hij de schoone uit het Achterom des avonds als de dochter van zijn gastheer mocht wederzien. Toevallig.... Och neen, de goede majoor Hör, die om mijnentwil, bij het ongunstig oordeel over den heer Van Babel, zijn zwagerschap met dezen voor mijn vader geheim hield, had in den brief aan zijn neef Riepoel nog eenige letteren ter mijner aanbeveling aan zijn zwager ingesloten, en hem dringend verzocht mij zoo mogelijk voort te helpen en vriendelijk te ontvangen.

Niet toevallig! De familie Hör behoorde tot degenen die de goede diensten van trouwe dienstboden nimmer vergeten: Mevrouw Van Babel - men weet dat zij de eigen zuster van den majoor is - zag gaarne dat haar Anna, de voormalige kindermeid uit het ouderlijke huis, nu deze behoeftig en oud was, ging steunen en helpen, terwijl de majoor reeds vele jaren haar goeden zoon Hendrik als oppasser in zijn dienst had.

Met het drukken van den domper op de blakerkaars was mijn dag in de residentie ten einde, doch, of ik mij wendde en keerde op mijn leger, slapen kon ik niet.

Nogmaals doorleefde ik dien wreeden, dien blijden, dien wonderlijken dag; ik dankte en bad.... en, mijn oogen sloten zich, maar gingen ook spoedig weer open; mijn blik werd naar boven getrokken en zie.... zie.... het was alsof de hemel zich had geopend; een koude luchtstroom verfrischte mijn gloeiende wangen; 't was licht daarboven; blanke gestalten zweefden er heen en weder, geesten, goede geesten! Hoe lang ik er naar getuurd heb, weet ik niet.

Dat ik daar in dien nacht blanke geesten gezien heb zou een schoon bewijs voor het heden zoo veel gerucht makende spiritisme geweest zijn. Helaas! toen ik 's morgens ontwaakte, was mijn hoofd schier verstijfd van koude, en naar boven ziende ontwaarde ik, hoe er van de plaats waar ik lag, door het vroeger vermelde en opengelaten zolderluik, een dakvenster te zien was, terwijl er op dien zolder linnengoed van veelsoortige vormen op droogstokken te wuiven hing. Mijn vermoeide geest - men zou hem krank kunnen noemen - had zich leelijk vergist, en - dat spijt mij voor het spiritisme. Met dat

[pagina 246]
[p. 246]

al geloof ik aan goede geesten; ook aan kwade, maar van de laatsten spreek ik nu niet.

Goede geesten! Ja zij zijn het die ons voorthelpen en terzijde staan op den weg door dit leven, den weg die veelal moeielijk en doornig en hobbelig genoemd wordt, maar die toch schoon blijft en nimmer te moeielijk is voor hem, die op den goeden wegwijzer vertrouwt, en niet ter zijde dwaalt.

Dierbaren, die daar leeft in een verhevener werkkring dan de aardsche, onder u was er éene die vooral de zaden van waarheidsliefde en trouw hebt gestrooid in mijn jeugdig hart; onder u was er éen die het exempel was van onverstoorde nauwgezetheid in het ambt dat hij bekleedde; onder u was er éene die leed, en altijd smarten te dragen had, van de wieg tot aan het graf, maar die toch roemde in Gods liefde wanneer de lentezon een vriendelijken straal wierp op haar krankbed; die roemde, wanneer zij daar neergelegen de schoone bloemen beschouwde die men haar plukte, of wel, wanneer een lichte sluimering haar bitter lijden een wijle verkort had. - Goede geesten! Gij zijt reeds verre van hier; maar toch, ik zie en ik hoor u!

Stil! daar zit er eene tegenover mij. Eertijds heeft een oude weduwe gezegd, dat zij een engel was. Ik geloof niet dat er engelen op deze aarde zijn; maar - zoo dat mogelijk ware, ja, dan is mijn Anna een engel! Zie, de kleinste van ons viertal - een jongske van twintig maanden omtrent - ligt, voor het te bedde gaan, half ontkleed op haren schoot, en speelt met moeders zwarte krullen. Ai! hij rukt er wat hard aan, zoodat een pijnlijke trek zich op het lief gezichtje der moeder vertoont. Zij strijkt de schoone lokken terzijde, en kust het kindje. Immers het jongske wist niet dat hij haar zeer deed.........

Daar zit zij mijn Anna, en in minder dan tien minuten verbetert zij voor de twintigste maal dezelfde fout die kleine Julie op haar merklap gemaakt heeft: ‘Geduld maar Juultje, nu zal het gaan.......’

Daar zit zij het dierbare vrouwtje; en Karel mijn oudste knaap, en Mina zijn lieve zuster, ze kussen hun moeder vol dankbare blijdschap: zij hebben hun lessen gekend, en straks - straks zullen zij tot belooning, den zieken metselaarsjongen iets versterkends gaan brengen.

Mijn Anna! mijn wijfje, mijn goede geest! Wanneer ik u zóo tegenover mij zie, dan moet ik opstaan van mijn stoel, mijn hand leggen op uw glanzend hoofdje, u zoenen even als de kinderen, en, dan wellen mij tranen in de oogen, - tranen van liefde en tranen van dank.

En nu hebt gij 't vernomen, hoe de dag in de residentie mij tot het hoogste geluk heeft gebracht dat er op aarde te smaken valt. Gij kent ze die mij voorthielpen. Onder hen behoorde in latere dagen

[pagina 247]
[p. 247]

niet minder de strikt rechtvaardige hoofdambtenaar Van Babel. Moest de jonge Kranse in den aanvang geduld hebben en wachten; de toekomstige schoonzoon moest het evenzeer! maar - toen de tijd gekomen was dat hem billijk een gewenschte betrekking kon geschonken worden, toen aarzelde de hoofdambtenaar niet om de aanspraken van den vriend zijner beminde dochter, met te meerder klem op den voorgrond te stellen, en voor hém te verwerven wat hij zoo vurig verlangde.

Hendrik schreef immers aan zijn oude moeder:

‘Een mens moet een mens helpen en bename zijn eigen bloed.... want daar heb je het voor.’

En wie nog meenen zou dat mijn goede vader een andere leer was toegedaan, hij vergeve mij indien ik zijn oordeel oppervlakkig noeme: Ja, men hoorde zijn protest tegen het benoemen van ‘neefjes,’ maar immers zijn zoon, zijn zoon moest vooruit - zelfs tegen het recht.

Op het punt om met Anna den avond bij onzen goeden oom Hör te gaan doorbrengen, - oom is kolonel en commandant van de stad onzer inwoning, waaruit te besluiten is dat Jonas Kranse geen kwade plaats heeft - op het punt om bij den peet van onzen kleinen Willem een gezelligen avond te gaan slijten, ontvang ik een brief van mijn vader, waarvan het postcriptum luidt: ‘Men zegt dat uw schoonvader minister van F. zal worden. Jongen, ik féliciteer je.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken