Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wormcruyt met suycker (1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wormcruyt met suycker
Afbeelding van Wormcruyt met suyckerToon afbeelding van titelpagina van Wormcruyt met suycker

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.94 MB)

Scans (27.22 MB)

ebook (10.01 MB)

XML (0.92 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wormcruyt met suycker

(1950)–D.L. Daalder–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XIII. Friese kinderlectuur

Zeer tot mijn spijt ben ik er niet in geslaagd, een medewerker te vinden, die in dit boek een historisch-critisch overzicht kon en wilde schrijven over de in het Fries geschreven kinderliteratuur. Ik moet daarom volstaan met het vermelden van enkele titels, die ik vond in de ‘Catalogus der Friese taal- en letterkunde en overige Friese geschriften’ der Provinciale Bibliotheek van Friesland te Leeuwarden. Deze vermelding houdt in geen enkel opzicht een waarde-oordeel in: ik ken de boeken niet en lees met moeite Fries.

Kindertijdschriften heb ik in deze catalogus niet kunnen vinden; wel ontdekte ik als vaste medewerkster van For hûs en hiem, tiidskrift for it Fryske húsgesin; útjown fen Piter Jelles (Troelstra) (sedert 1890 ook T.E. Halbertsma) van 1890-1892 Nynke fen Hichtum. Al eerder verschenen in dit tijdschrift haar Teltsjes yn skimerjoun, sedert 1887 ook als boek verkrijgbaar. In 1908 gaf zij in het Fries uit: Der wier ris in âld wyfke, in âld teltsje for de Fryske bern opskreaun, geïllustreerd door Tjeerd Bottema (al in 1907 in Nederlandse bewerking). Jelle van Sipke-Froukjes was al gedeeltelijk in 1924 verschenen onder de titel De jonge prüskeatser, later als Jetse in De Kleine Gids; in 1932 en '33 werd het langere verhaal opgenomen als feuilleton in ‘Het Nieuwsblad van Friesland’. Afke's tiental verscheen niet in het Fries; Sake Bouma bewerkte de stof in het toneelstuk ‘Op 'e praetstoel’; Drie van de Oude Plaats (1937) verscheen in 1936 in het Fries in de ‘Leeuwarder Courant’. Voor zover ik weet, is van Nienke geen ander werk in deze taal gedrukt. Behalve in For hûs en hiem verschenen kindervertellingen in tijdschriften als Yn ús eigen tael, Sljucht en Rjucht en De Stim fen Fryslân.

De oudste kinderboeken die ik noteerde, zijn van Waling Dijkstra: Blummekrânske for de Fryske berntsjes (1851), De blîde berntsjes (1853), Hûsnocht for de bern (1855), Learsum tüdfordrieu for de bern (± 1853), Simmernocht (1853) en in 1856 met T.G. van der Meulen de verzamelbundel: In doas fol âlde snypsnaren, opnieuw uitgegeven, sterk vermeer-

[pagina 197]
[p. 197]

derd, in 1882. Daarop volgen verhalen van C. Wielsma: En Thryetal rimkes for de bern (1872) en For de bern (1886). In 1922 schrijft G. Elgersma: Sipke en ik; Barend van der Veen bewerkt in Teltsjes en ferskes o.a. een sprookje van Andersen (1927), maar pas in 1935 verschijnen diens Folksforhalen en mearkes, vertaald door D.A. Tamminga (2de druk in 1947). Van S. Kloosterman is er een bundel Twiljocht-teltsjes uit 1928; met T. Hellinga-Zwart geeft hij in 1932 in het licht een Great teltsjeboek for Fryske bern, gevolgd door een Lyts teltsjeboek in drie delen; zijn medewerkster had al in 1930 It boek fen Hessel en Nynke geschreven. Omke Jan (J.K. Dijkstra) richtte zich tot de ‘bern’ in Fen tsien lytse pykjes (1929) met ill. v. Sjoerd Kuperus, S. Boonstra gaf hun in 1930 een lêsboek Nei skoaltiid en S.M. van der Galiën een bundel teltsjes: Skimerjounstiid, in 1931 gevolgd door Piter Jildsma, vertaald naar W. Scharrelmann's Piddle Hundertmark, in 1948 door De Fryske Robinson Crusoë, nei in âld forhael út 1846. Ook al in 1930 schreef J. van der Ploeg Torda, de sigeunerhoun, dat bekroond werd, terwijl A.E. Hoekstra in 1931 liet verschijnen Fen reidmoskjes en wetterhintsjes. Sedert 1931 schrijft R.S. Roorda, die vooral in tijdschriften publiceert, en van wie o.a. Catherina fen Ruslân, De Slach by Boksum (1935), Heroldina en Friso (1936), Fodde Lys út de Bûterhoeke to Ljouwert (1936) verschijnen. W.G.v.d. Hulst wordt bewerkt door P.H. Akkerman: Fen Jolle en Jeltsje en Janneman (1933); Nicolaas Haisma geeft in hetzelfde jaar Simmerdagen en J. Piebenga de bundel Snypsnaren: rymkes, riedsels en oar lytsgûd for Fryske bern, een uitgave van de Fryske Underrjucht-liga, die in 1935 te voorschijn komt met Ut beppe's fodkoer (teltjes, sankjes, riedlingen en sok spil for Fryske bern) en in 1936 met Fodtsjes en flardtsjes, beide verzameld door Piebenga. Van T. van der Ploeg is In Fryske jongestiid (1935), van W. Cuperus: Oarreheite pet (1936), van H. Faber: It geheim fen 'e stratosfear (1937) en van H. de Haas: Lytse Auke (1937), terwijl in datzelfde jaar verschijnt Bibelforhalen yn it Frysk, verzameld door U. van Houten; in 1949 verscheen het eerste deel van zijn Friese kinderbijbel. Uit 1941 noteerde ik Jongens fen Gaesterlân door I. de Jong uit de serie Us Frysk Berneboek, die telkens werd vervolgd; in hoeverre het Frysk sêgeboek van S.J. van der Molen tot de kinderlectuur gerekend mag worden, kan ik niet beoordelen. Abe Brouwer, een zeer productief auteur, laat in 1942 Siderius de Granaet van de pers komen, ‘in forhael for jonges boppe de toalf jier’. Uit 1944 en 1945 zijn Moarke van A. Meester-De Vries, ‘Een nog niet gepubliceerde kleine collectie Friese kinderrijmpjes’ door K. Sierksma, een Frysk Sinteklazeboek van E.S. de Jong, die ook Romke liet verschijnen en Syn Krystpresintsje (beide in 1946), terwijl Y. fan der Fear (L. Post-Beuckens) Sike Bern samenstelde; het Abieboek van J. de Haan dateert uit 1945, evenals zijn Wibe en syn houn en Yn en om de Koaibosk van G. Burgy uit 1946. Th. Kuiper schreef

[pagina 198]
[p. 198]

‘for bern fan 10-12 jier’ in 1947 Doe 't mem siik wie; in hetzelfde jaar verschenen: Fan in einekoer, in poepetoer en in lulke boer door E.S. de Jong, Op aventûr door Ruerd Posthuma en Doe 't Marijke lyts wie door Rina (d.i. R.H. Riemersma-Kramer); in 1948: Kopkewoartel by Japik Krint door Liuwe Brolsma, Utfanhûs by Pake en Beppe door G. Strykstra en J. Strykstra-Bouma, De jonge fan de Marsheide door Marten Baersma (d.i. Meint H. Bottema) een herdruk. Dit overzicht zou al te uitgebreid worden, wanneer er de zangstukken en drama's in vermeld werden, die nu en dan ook voor kinderen bestemd of geschikt zijn. In ieder geval kan de lezer uit deze dorre lijst opmaken, dat de Friese volwassenen hun berntsjes niet vergeten en er naar streven hen toe te spreken in de zoete klanken van ‘ús eigen tael’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken