Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het boek van Opa Politiek. Het Nederlands bestel voor kinderen verklaard (2006)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.03 MB)

Scans (446.45 MB)

ebook (7.85 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Illustrator

Boem van Ravenswaaij



Genre

non-fictie
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/politiek
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het boek van Opa Politiek. Het Nederlands bestel voor kinderen verklaard

(2006)–Hans Daalder–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 112]
[p. 112]


illustratie
9.1. Zeven en twaalf provincies


[pagina 113]
[p. 113]

9 Over zeven, over elf en over twaalf provincies

Opa Politiek, zegt Emilie. Je praat aldoor over de ministers, en over het parlement, en over die grote partijen, en over ambtenaren en zo. Doen die nu alles in Nederland wat nodig is? Ik begrijp dat niet zo goed. Er zijn toch ook anderen die veel te zeggen hebben? Wij wilden laatst een nieuw hockeyveld dicht bij ons in de buurt hebben. En toen zei papa dat wij dan maar een brief moesten schrijven. Niet aan de koningin, of de minister van Sport, als er zo'n minister is tenminste. Nee, wij moesten maar een brief schrijven aan de gemeente. Hoe zit dat nu precies? Want dat is nu iets wat wij echt willen, en die verre minister in Den Haag heeft vast geen tijd om daarvoor te zorgen!

Gelijk heb je, zegt Opa Politiek. En daarom moeten wij niet alleen praten over al die mensen die voor héél Nederland moeten zorgen en beslissen over wat belangrijk is voor álle Nederlanders. Samen vormen die wat wij het ‘rijk’ noemen. Maar dan moeten we het ook hebben over hoe Nederland verder verdeeld is. De meesten van jullie hebben op school al lang geleerd dat er provincies zijn.

Zeker, zegt Emilie, ik zal die even opnoemen, Opa Politiek. Noord-Holland en Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Friesland, Groningen, Drenthe, Brabant en Limburg.

Ho, ho, zegt Opa Politiek, niet zo vlug. Laten wij maar gauw

[pagina 114]
[p. 114]

eens een kaart van Nederland gaan bekijken, waar de provincies duidelijk opstaan. Dan kunnen wij meteen zien of wij ze allemaal wel genoemd hebben. Begin nog maar eens opnieuw, Emilie, dan schrijf ik de namen erbij.

Noord-Holland, zegt Emilie.

Weet je ook waar dat ligt op deze kaart? vraagt Opa Politiek.

Ik wel, zegt Nathalie, want daarin ligt Amsterdam.

Goed zo. En dan verder?

Zuid-Holland, zegt Emilie opnieuw, want daar wonen wij.

Maar ook Den Haag, zegt David, want daar wonen jij en Oma.

Goed zo, zegt Opa Politiek. En David, ken jij ook namen van provincies?

Ja, zegt David, Zeeland! Daar gaan wij elk jaar met vakantie naartoe.

Ik noemde al veel meer provincies, zegt Emilie, dan de drie die je nu hebt ingevuld. Want ik noemde Utrecht, en Gelderland, en Overijssel.

En dan heb je nog Drenthe en Groningen en Friesland, zegt Nathalie.

Goed, zegt Opa Politiek, die al die namen erbij schrijft. Maar dan hebben we nog niet alle provincies gehad.

Natuurlijk niet, zegt Emilie, want onderaan staan er nog twee op die tekening van Nederland, die geen naam van je gekregen hebben, Opa Politiek. En ik heb op school net geleerd dat dat Noord-Brabant en Limburg zijn.

Juist, zegt Opa Politiek. Hebben we ze nu allemaal?

Ik zie nog één stuk land dat geen naam heeft, zegt David. Daar in het midden, waarboven IJsselmeer geschreven is.

Goed gezien, zegt Opa Politiek. Wie weet hoe dat stuk land heet?

Ik, zegt Elsemieke. Dat is Flevoland. Die provincie was er vroeger nog niet. Want toen was daar de Zuiderzee. Toen zijn ze begonnen om in die Zuiderzee grote nieuwe dijken te gaan leggen, en toen die klaar waren, hebben zij met grote machines al het water dat binnen die dijken lag weggepompt, zodat de bodem van wat vroeger de Zuiderzee was droog kwam te

[pagina 115]
[p. 115]

liggen. Er werden boerderijen, dorpen en zelfs steden gebouwd. En er kwamen straten en zelfs nieuwe bossen, net als op het land dat er al was!

Zeker, zegt Opa Politiek. En toen dat nieuwe land dat vroeger in de Zuiderzee lag bijna af was, toen hebben zij gezegd: nu moet al dat drooggelegde land ook maar een provincie worden. En die hebben zij toen Flevoland genoemd, naar een groot meer dat er heel vroeger geweest was. De Romeinen die hier tweeduizend jaar geleden waren noemden dat meer ‘Mare Flevum’. Daar liggen grote nieuwe steden in met heel veel nieuwe huizen, zoals Lelystad, de hoofdstad van Flevoland. Die is genoemd naar een beroemde ingenieur die lang geleden als minister het plan maakte hoe een deel van de Zuiderzee drooggelegd kon worden, Cornelis Lely. En in dat Flevoland ligt niet ver van Amsterdam ook Almere. Dat is de nieuwste en snelst groeiende stad in Nederland!

Laten we nu samen nog eens optellen hoeveel provincies er in Nederland zijn, zegt Opa Politiek. Alle kinderen tellen mee, en dan komen zij tot twaalf provincies, waarin Nederland verdeeld is.

Maar Opa Politiek, ik herinner mij ook wel eens gelezen te hebben dat Nederland elf provincies had, en zelfs werd vroeger gesproken van de zeven provinciën, zegt Nathalie. Hoe zit dat dan?

Jij hebt zeker al veel geschiedenis op school gehad, zegt Opa Politiek. Dat met die elf provincies is niet zo moeilijk

illustratie
9.2 De twaalfde provincie


[pagina 116]
[p. 116]

om te begrijpen, want vroeger bestond Flevoland immers nog niet, en toen waren er nog aar elf provincies. Maar als je over zeven provincies spreekt, dan moet je teruggaan naar veel vroegere tijden. Toen waren wat wij nu provincies noemen bijna zelfstandige landjes, al hadden zij allemaal uiteindelijk dezelfde landsheer. Dat werd op een gegeven moment Philips ii, die ook koning van Spanje was. Hij wilde in de provincies van de lage landen allerlei zaken veranderen en bevelen, wat die landjes niet wilden. Zij zijn toen in opstand gekomen en er is een oorlog gevoerd die wel tachtig jaar duurde. Om die oorlog te winnen heeft een aantal van die landjes zich verenigd en in 1579 de ‘Unie van Utrecht’ gesloten. Dat ontwikkelde zich tot een verbond van zeven provincies, die de koning van Spanje niet langer wilden erkennen. Zij gingen voortaan zelfstandig verder als de Republiek der Verenigde Nederlanden.

Welke provincies waren dat dan, Opa Politiek? vraagt David, en dat willen de andere kinderen ook weten, want zeven provincies is nog wel wat anders dan elf provincies, of twaalf!

Utrecht natuurlijk, zegt Opa Politiek, want daar werd besloten tot die nieuwe Unie. Maar ook Holland, Zeeland, Gelderland Overijssel, Friesland en Groningen, hoewel dat wel met horten en stoten ging.

Waarom waren die andere provincies daar dan niet bij, vraagt Emilie, die juist zo trots was dat zij alle Nederlandse provincies uit haar hoofd kende. Waarom Drenthe niet, en Brabant niet, en Limburg niet?

Ach, zegt Opa Politiek, Drenthe was toen nog niet zo belangrijk, en eigenlijk ook een wat klein gebied, waar voornamelijk arme boeren woonden. Drenthe sloot zich wel aan, maar de andere provincies vonden Drenthe niet zo belangrijk als zij zichzelf vonden. En Brabant en Limburg bleven nog lang in handen van de Spaanse koning, totdat die gebieden in de lange

[pagina 117]
[p. 117]

Tachtigjarige Oorlog door de troepen van de andere zeven provincies eindelijk op de Spanjaarden veroverd werden. Die zeven provincies vonden toen dat de veroverde streken niet dezelfde rang moesten krijgen als zijzelf. Toen waren er ook nog geen echte provincies Brabant en Limburg zoals wij die nu kennen. Bepaalde stukken daarvan behoorden niet eens tot de Republiek, maar waren eigendom van andere landsheren of staatjes. Hoe dat ook zij, de veroverde gebieden werden voortaan namens de andere zeven provincies geregeerd. Zij stonden onder de ‘Generaliteit’, het algemeen bestuur van de Republiek der Verenigde Nederlanden, en werden daarom ook wel ‘Generaliteitslanden’ genoemd. Zij telden lange tijd niet echt mee en kregen pas een meer gelijke positie toen meer dan twee eeuwen geleden de oude Republiek met haar zeven provinciën opgeheven en vervangen werd door één staat. Een tijd lang waren de Fransen de baas in Nederland. Maar in 1813 werd Nederland weer onafhankelijk. Toen werden de oude provincies hersteld en werden ook Drenthe, Brabant en Limburg gelijkgerechtigde provincies. De provincies werden niet meer zo zelfstandig als zij in de tijd van de Republiek geweest waren. Want voortaan bleef Nederland een ‘eenheidsstaat’ met een koning, ministers, een parlement, en eigen ambtenaren en rechters van het Rijk, die meer te vertellen hadden dan de provincies of gemeenten.

Elsemieke zat intussen te rekenen. Opa Politiek, dan heb je er zeven, plus de nieuwe drie: Drenthe, Brabant en Limburg, dat is samen nog maar tien. Dan ontbreken er dus nog twee.

Ja en nee, zegt Opa Politiek. Dat komt omdat Holland vroeger één heel grote en rijke provincie was, en nog niet, zoals later zou gebeuren, gesplitst werd in twee provincies, Noord-Holland en Zuid-Holland. En toen waren er elf. En dat werd

[pagina 118]
[p. 118]

twaalf toen het nieuwe Flevoland erbij kwam.

Opa Politiek, vraagt Emilie, die alsmaar meer wil weten: wie zijn er nu de baas in de provincies?

Dat zal ik je zeggen, zegt Opa Politiek. In elke provincie zijn ook elke vier jaar verkiezingen om mensen aan te wijzen die alle burgers van die provincie vertegenwoordigen. Die vormen dan samen niet het parlement van de provincie, al lijkt het daar een beetje op, maar met een oud woord nog uit de tijd van de Republiek, de ‘Provinciale Staten’. En als die verkiezingen gehouden zijn, dan beraadslagen die nieuwgekozen ‘Statenleden’ wie zij zullen kiezen als het bestuur van hun provincie. Dan wijzen zij, ook weer met een oud woord, ‘Gedeputeerden’ aan. Dat zijn mensen die veel meer tijd aan de provincie kunnen besteden en heel belangrijk zijn voor het werk dat provincies moeten doen. Die besturen de provincie samen met de Commissaris van de Koningin.

Wie is dat nu weer? vraagt David.

Dat wilde ik je net gaan vertellen, zegt Opa Politiek. Dat is meestal een man of vrouw, die veel ervaring heeft in het bestuur of de politiek, en vaak een leidende politicus is van een bepaalde politieke partij. Die wordt door de koningin en de ministers voor een bepaalde provincie benoemd. Hij of zij wordt zowel de voorzitter van de vergaderingen van de Provinciale Staten als van het College van Gedeputeerden en bestuurt dan samen met de Gedeputeerden de provincie. Vreemd genoeg horen wij daar meestal weinig over en lijkt het een beetje of de provincie veel minder doet dan bijvoorbeeld de Tweede Kamer en de Eerste Kamer, of de gemeentebestuurders waar wij het straks over zullen hebben. Dat komt omdat de provincies wel heel belangrijke taken hebben, maar dat zijn nogal technische zaken, waar mensen in de politiek minder

[pagina 119]
[p. 119]

vaak over spreken. Zaken op het gebied van de waterstaat en het milieu, zoals de zorg voor schone lucht en schoon water. De provincies moeten erop letten dat er geen giftige stoffen naar buiten komen. Zij regelen dat bepaalde wegen worden aangelegd die niet belangrijk genoeg zijn om rijkswegen te zijn, maar wel belangrijk voor de bewoners van steden en dorpen in de provincie. En zo nog heel veel meer.

Op www.provincies.nl vind je meer informatie over de rol van de provincies en hoe die bestuurd worden.
Op www.noord-holland.nl/thema/concern/jongeren/index.asp vind je een jongerensite, waarop je een provinciespel kunt spelen en materiaal vindt voor een werkstuk of een spreekbeurt. Zij vragen je elke provincie en de hoofdstad daarvan aan te wijzen, en je vindt er ook de provincievlaggen, die maar weinig Nederlanders voor alle twaalf provincies kennen.
Ga je naar het menu ‘mijn provincie’ op www.provincies.nl, dan kun je op een blinde kaart een provincie aanklikken. Dan zie je hoe elke provincie eruitziet en wat de hoofdstad is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken