Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het boek van Opa Politiek. Het Nederlands bestel voor kinderen verklaard (2006)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.03 MB)

Scans (446.45 MB)

ebook (7.85 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Illustrator

Boem van Ravenswaaij



Genre

non-fictie
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/politiek
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het boek van Opa Politiek. Het Nederlands bestel voor kinderen verklaard

(2006)–Hans Daalder–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 162]
[p. 162]


illustratie
14.1 Wij kunnen tenminste demonstreren!


[pagina 163]
[p. 163]

14 Wat kunnen wij doen in de politiek?

Ik wil nu wel eens weten wat wij als kinderen kunnen doen in de politiek, zegt Emilie. Want als ik tot mijn achttiende moet wachten tot ik eindelijk mee mag kiezen, dan vind ik dat wel erg lang!

Meer dan je misschien denkt! zegt Opa Politiek. Als je iets wilt, of als iets je dwars zit, kun je altijd een brief schrijven, aan de burgemeester, of de gemeenteraad, of aan een Kamerlid als je de naam opzoekt op internet, of zelfs aan de hele Tweede Kamer.

Dan schrijf ik liever een brief aan de koningin, zegt David, want die is veel hoger!

Dat kan ook, zegt Opa Politiek. Er zijn heel wat kinderen, en ook wel volwassenen, die dat doen. Maar dan stuurt het secretariaat van de koningin die brief zeker door naar een minister, want die is verantwoordelijk voor de zaken. Dan kun je eigenlijk beter direct naar een minister schrijven.

Zouden die mensen aan wie ik schrijf, dan werkelijk wat gaan doen, Opa Politiek? vraagt Emilie. Die hebben toch altijd veel te veel te doen om goed naar mijn brief te kijken!

Als je aan de minister schrijft, dan kunnen natuurlijk ook zijn ambtenaren voor hem naar jouw brief kijken en hem behandelen, zegt Opa Politiek. Misschien is het ook wel beter dat je

[pagina 164]
[p. 164]

niet alleen schrijft, maar met een aantal mensen samen. Vergeet niet, dat er ook heel veel verenigingen zijn die zich inzetten voor bepaalde zaken. Denk maar eens aan jullie sportclubs, of de dierenbescherming, of natuurmonumenten. Zulke verenigingen weten veel beter de weg naar de gemeente, of de provincie, of het rijk als zij willen dat de overheid iets doet. Daarom kan je ook met het bestuur van zo'n vereniging gaan praten of daar een brief aan schrijven, om te zeggen dat je hoopt dat zij dit of dat zullen doen of vragen. Wat ook nogal eens wil helpen, is als je een brief schrijft aan een krant. Want als die krant je brief opneemt, dan wordt je brief misschien door veel mensen gelezen. En dat weten de mensen in de gemeente of de ministeries ook. En misschien reageren zij daarom wel extra snel, zeker als het om kritiek gaat! Want anders stelt misschien een lid van de gemeenteraad vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders, of een Kamerlid aan een minister!

Je ziet ook wel vaak, zegt Nathalie, dat mensen handtekeningen verzamelen voor een bepaalde actie, omdat zij willen dat de regering iets doet, of juist omdat zij daartegen willen protesteren. Dat kunnen wij ook doen. Dat gaat vaak heel gemakkelijk met je computer! Dat is wel gauw gebeurd, zegt Elsemieke, maar dan vraag ik me af of je niet beter kunt gaan demonstreren, in een optocht, of door ergens te gaan staan met grote borden, zodat veel mensen je zien. Misschien lukt het dan wel dat je ook op televisie komt, en heb je extra aandacht en succes.

Allemaal mogelijk, en goed bedacht, zegt Opa Politiek. Wat mij belangrijk lijkt is dat jullie ook kranten lezen, en blaadjes van jullie vereniging, en naar het jeugdjournaal kijken of naar andere uitzendingen op televisie. Op school, of zelfs landelijk, wordt ook wel eens een ‘jeugdparlement’ georganiseerd. Misschien word je wel aangewezen als woordvoerder van één

[pagina 165]
[p. 165]

van de politieke partijen. Dan moet je je echt verdiepen in wat die doen en vinden. En ook zijn er wel scholierenverkiezingen. Als je wat ouder wordt, kun je ook lid worden van de jongerenafdeling van een partij, zodat je mee kan doen aan politieke discussies en acties. En daarnaast, ik heb het al gezegd, zijn er heel veel verenigingen en ‘actiegroepen’ die de overheid vragen dingen te doen of juist te laten. Daarvan kan je ook lid worden of je kunt bij acties helpen. Soms doet de hele school of klas daaraan mee. Bijvoorbeeld voor Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties. Of bij grote natuurrampen die bepaalde landen treffen, zoals aardbevingen, overstromingen, of oorlogen die helaas gevoerd worden, en waarbij heel veel slachtoffers vallen.

Ik heb nog een heel andere vraag, Opa Politiek, zegt Elsemieke. Je hebt ons uitgelegd wie mag kiezen, voor de gemeenteraad, de Provinciale Staten en de Tweede Kamer. Maar ik hoor toch vaak zeggen dat dat niet voldoende is, en dat er een veel te grote kloof zou zijn tussen de politici in Den Haag en alle burgers in het land. En dan zeggen mensen dat het politieke systeem maar eens flink hervormd moet worden. Je hebt ons verteld dat indertijd D66 als een nieuwe partij werd opgericht om allerlei veranderingen te bepleiten, en dat wilde bijvoorbeeld die Pim Fortuyn ook. Waar denken de mensen dan aan?

Altijd weer aan dezelfde soort dingen, zegt Opa Politiek. Zij willen dat burgers zelf veel meer mogen meebeslissen en directe invloed krijgen op wat de regering of het bestuur van de gemeente doet of nalaat. Daarom willen zij zelf stemmen over wie minister-president of burgemeester moet worden. Of zij willen het kiesstelsel veranderen. Zij vinden bijvoorbeeld dat je niet moet werken met partijlijsten voor het hele land, maar dat er, net als vroeger, kandidaten gekozen zouden moeten worden in aparte kiesdistricten. Dan kunnen de kiezers van

[pagina 166]
[p. 166]

zo'n district stemmen op een eigen kandidaat voor de Tweede Kamer, die zij ook beter zouden kennen, en die de belangen van dat district in Den Haag zou kunnen behartigen. Andere mensen zeggen dat je ook op een andere manier veel meer op een bepaalde persoon moet kunnen stemmen, zoals ik jullie al uitgelegd heb toen we spraken over voorkeurstemmen. Maar toen heb ik ook al gezegd dat alles dan wel heel verbrokkeld raakt. En daarom zijn er ook mensen die vinden dat je het moeilijker moet maken voor allerlei kleine partijtjes om in het parlement te komen. In ons land kun je als partij al in het parlement komen als je ten minste de kiesdeler maar haalt: je weet wel, alle geldige stemmen gedeeld door 150. Dat is dus minder dan 1 procent van alle stemmers bij een verkiezing voor de Tweede Kamer, om precies te zijn ⅔ van 1 procent! In bijna alle andere landen is dat véél moeilijker. Sommige landen hebben bewust een hoge ‘kiesdrempel’ ingevoerd: je zou ten minste 1 procent, of 2 procent, of 3 procent, of zoals in Duitsland zelfs 5 procent, van alle stemmen moeten halen, vinden zij. Dan zouden heel wat partijtjes verdwijnen, ook partijtjes die een geheel eigen groep vertegenwoordigen, zoals de al zo lang bestaande sgp, de ChristenUnie, en misschien ook wel GroenLinks. Al zou dat de samenstelling van het parlement misschien eenvoudiger en overzichtelijker maken, dat wil niet zeggen dat daardoor de kiezers zich beter vertegenwoordigd zouden voelen. En ook dan kunnen er moeilijkheden blijven bestaan over wie van de overblijvende partijen samen een regering willen vormen. Dan gaan de mensen opnieuw denken aan voorstellen om de kiezers zelf te laten beslissen wie zij als formateur, of als minister-president willen hebben. Maar zoals ik ook eerder zei, dan is het toch lang niet zeker dat die dan altijd een meerderheid in de Tweede Kamer krijgt of

[pagina 167]
[p. 167]

houdt! En dan moet die gekozen minister-president misschien toch weer snel aftreden, als het hem al gelukt is om een kabinet te vormen dat in het begin wel het vertrouwen van de Tweede Kamer had.

Kan je de kiezer dan niet op een andere manier meer invloed geven, Opa Politiek? vraagt Nathalie. Veel mensen vinden dat veel te weinig rekening met hen wordt gehouden als de verkiezingen voorbij zijn. Die vinden dat de burgers zelf moeten kunnen stemmen over bepaalde beslissingen die de regering en het parlement hebben genomen.

Je denkt zeker aan referenda, Nathalie? zegt Opa Politiek. Je zou burgers de macht kunnen geven om bijvoorbeeld een wet die veel kiezers niet willen, tegen te houden. In sommige landen kan dat. Daar wordt ook in Nederland over gesproken en zelfs mee geëxperimenteerd. Maar daar zijn ook wel problemen mee. Om te beginnen is er de vraag hoeveel mensen om zo'n referendum moeten vragen, wil dat gehouden worden. Als zo'n referendum plaatsvindt, hoe kun je er dan voor zorgen dat voldoende mensen daaraan meedoen? Want als alleen maar een kleine groep met een bepaald belang komt stemmen die maar een kleine minderheid vormt, dan zou het best kunnen zijn dat niet de meerderheid van de kiezers, maar alleen die kleine minderheid haar zin krijgt. En misschien moet je ook bepalen dat niet over alles in een referendum gestemd kan worden. Want stel je voor dat in zo'n referendum zou worden voorgesteld om veel meer geld uit te geven aan dingen die mensen leuk vinden: aan sport of aan hogere uitkeringen, maar dat tegelijk in een ander referendum wordt besloten dat de belastingen veel lager zouden moeten worden; dan loopt het allemaal in het honderd. En dus zou er een heleboel goed geregeld moeten worden, wil een referendum niet alleen speciale belangen bevorderen, maar ook een werkelijk, afgewo-

[pagina 168]
[p. 168]

gen oordeel vormen van de meerderheid van de kiezers. En dan kun je betogen dat dat misschien wel beter door de regering en het parlement gebeurt, dan wanneer groepen kiezers alleen op bepaalde punten proberen hun zin te krijgen.

Dan kunnen wij toch veel eenvoudiger iedereen laten meestemmen per telefoon of per computer als het over belangrijke zaken gaat! roept Nathalie. Daar hebben wij nu toch heel gemakkelijke middelen voor, zoals je al zo vaak ziet als er stemmingen worden georganiseerd door de televisie!

Dat kan dan gemakkelijk zijn, Nathalie. Maar dat neemt de twee problemen niet weg die ik genoemd heb: dat het helemaal niet zeker is dat veel kiezers ook meedoen. Niet iedereen is immers vertrouwd met computers. Veel mensen weten waarschijnlijk helemaal niet goed over welke beslissingen het gaat, of het kan hen niet schelen. En bovendien blijft het probleem dat je zaken niet altijd gemakkelijk los kunt zien van een geheel van wetten en regelingen. Doe je dat toch, dan kan het best zijn dat alleen maar kleine minderheden beslissingen zouden nemen of tegenhouden. En dat terwijl het juist de bedoeling is dat de invloed van alle kiezers groter zou worden!

Kun je in plaats daarvan dan misschien niet regelmatig ‘peilingen’ houden, via dat systeem van ‘enquête’-onderzoek waarover je ons eerder verteld hebt? vraagt Elsemieke.

Dat doen de verschillende overheden ook vaak, zegt Opa Politiek. Maar ook dan blijft toch het probleem bestaan dat niet alles kan wat kiezers willen. En dat je ook niet één zaak tegelijk kunt bekijken, maar alle factoren moet afwegen die daarbij van belang zijn. Dat kunnen kiezers niet, en daarom hebben wij nu juist vertegenwoordigende lichamen ingesteld met leden die wij zelf kiezen, zoals het parlement voor het rijk, de Provinciale Staten voor de provincie, en de gemeenteraad voor elke gemeente. Die vertegenwoordigers hebben wel de

[pagina 169]
[p. 169]

tijd zich goed in de zaken te verdiepen.

Ik vind het allemaal maar lastig, Opa Politiek. Het zou zoveel prettiger zijn als het allemaal wat gemakkelijker was, vindt Emilie. En dat vinden de anderen ook!

En zelfs Opa Politiek is het daarmee eens!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken